|

De reis naar Griekenland
Dinsdagdag, 5 juni.
Maandagmiddag Gineke naar het vliegveld gebracht. Met de bus zodat we deze
keer i.p.v. 7 maltese ponden (koers 5,60) maar 15 cent p.p. kwijt waren.
We leren het wel! Elke keer als we van een tijdelijke mede-opvarende
afscheid hebben genomen onstaat er een soort leegte op ons schip. Die
vullen we in de eerste instantie met huishoudelijke taken: bed verschonen,
stofzuigen en soppen. Zo'n week doen we daar niet al te veel aan dus echt
luxe is dat ook niet.
We hebben weer kontakt met James over de stuurautomaat die het nog steeds
niet doet. Het begint wat spannend te worden. Donderdag is onze uiterlijke
vertrekdatum om optijd in Zákinthos te zijn waar we onze volgende gast
verwelkomen.
James heeft slecht nieuws, na de kortsluiting die hij eind vorige week
heeft gehad zijn er twee condensatoren op de printplaat opgeblazen. Die
kan hij niet repareren. Dat is even schrikken. Hij vertelt kontakt met de
leverancier in Engeland gehad te hebben. Een nieuwe printplaat is zeker
een week onderweg. Dan, na even stilte, meldt hij terloops een
gereviseerde printplaat te hebben die toch zeker 20% goedkoper zal zijn
(en net zo goed) als een nieuwe. We hebben geen keus en gaan voor die
optie. 's Avonds komt hij hem al inbouwen. Dat was niet bij de prijs
inbegrepen en zo zijn we weer 330 Maltese ponden (dat is bijna hfl.2000,-)
armer. Maar de stuurautomaat doet het weer en nadat we James en de
jachthaven hebben betaald en bij de douane hebben uitgeklaard gaan we
Woensdag, 6 juni toch nog enigszins argwanend m.b.t. onze
stuurautomaat onderweg naar Griekenland. We kunnen het bezeilen. Aan het
eind van de eerste dag zetten we de nieuwe Gennaker bij maar na een uur
blijkt het toch te hard te waaien. Er wordt zelfs een rif gestoken. Af en
toe voelen we aan het stuurautomaatkastje dat wel erg warm wordt. Zou die
het wel volhouden? We laten het luikje van de stroomvoorziening voor de
stuurautomaat open zodat de warmte weg kan want misschien was dat wel de
oorzaak van het probleem: een oververhitting die ontstaan is nu we in een
veel warmer gebied varen. De warmte komt via het dek naar binnen.
Donderdag, 7 juni, de wind blijft maar verandert van
richting. We moeten behoorlijk aan de wind zodat we ongemakkelijk scheef
varen. Maar het gaat voorspoedig de goede kant op. terug naar boven
Vrijdag, 8 juni.
We liggen over stuurboord. De buitenboordkraan van de keuken is dan
dichtgedraaid. We kunnen dan de afvoer in de badkamer gebruiken, die aan
bakboordzijde van het schip is. Het putje van de douche ook dus het water
stroomt niet meer vanzelf weg. Aldert legt het schip tijdelijk op het
andere oor. Nu kunnen we beter douchen en afwassen. Douchen is met deze
temperaturen toch wel heel lekker! Tegelijkertijd winnen we wat hoogte, nu
we bakboord uit gaan en dat is mooi meegenomen. Aan het eind van de dag
neemt de wind weer af. Dus de gennaker weer omhoog. Maar de wind neemt
zodanig af dat ook dit dunne zeil staat te flapperen. Dan maar weer
opbergen. Het wordt onze dagelijkse gymnastiek, het hijsen en strijken van
100 vierkante meter zeildoek. Heel even staat de motor zelfs bij maar in
de loop van de nacht is er weer genoeg wind om te zeilen.
Drie dagen en nachten op zee. Eigenlijk met z'n drieën wacht gehouden:
wij, samen met de radar. De radar die om de 5 minuten de omgeving van het
schip nauwkeurig inspecteert op de aanwezigheid van andere schepen in een
straal van 12 mijlen en als een schip binnen een cirkel van 5 mijl rond of
10 mijl voor de boeg van het schip komt alarm slaat . Zo hoeven we niet
konstant "op scherp". Het heeft ons verbaast hoe weinig andere
schepen we onderweg zijn tegengekomen. Geen enkel zeilschip en maar een
aantal vissers- en grote vrachtschepen. Zo blijven we enthousiast over elk
schip dat we tegenkomen !

Het zorgt vooral 's nachts voor de nodige afleiding als er een signaal op
de radar verschijnt.

Verder lezen we, vooral 's nachts, veel. Aldert zou wel
maanden zo op zee willen blijven maar Anne vindt het na drie dagen wel
weer genoeg, zeker als we aan de wind (dus erg scheef) varen en veel
"stampen". Aldert kan beter tegen de korte rustperiodes om zo
voldoende slaap te krijgen maar Anne heeft op de lange duur moeite om de
slaap te verdelen over korte stukjes en geeft de voorkeur aan
"boerennachten".terug naar boven
Zaterdagochtend, 9 juni lopen we Zákinthos binnen.

Het lijkt een weelderig groen rotsachtig eiland. Eén van
de vier eilanden van het koninkrijk van Odysseus. Het echte bewijs welke
van de vier Ithaka was is niet gevonden dus daar wordt nog steeds over
gediscussiëerd.
Zondag, 10 juni. Zákynthos is erg warm maar we hebben
vlakbij de boot een strandje ontdekt waar we kunnen zwemmen om af te
koelen.
Maandag, 11 juni. Om half zeven 's avonds komt Barbara aan
op het vliegveld.

We zijn erg blij haar te zien. Het scheelde niet veel of ze
had deze reis om gezondheidsreden moeten annuleren. Maar gelukkig is ze
weer wat opgeknapt zodat ze een week bij ons aan boord kan zijn.
Dinsdag, 12 juni. We beginnen de dag met een
boodschappenlijstje. De zonnetent wordt uitgebreidt. Er komt steeds meer
zon. De temperatuur binnen loopt ook op tot boven de dertig graden en het
is handig om ook de zijkant van het dekhuis met de relatief grote ramen af
te dekken. Ook is het luik voor nog een "zonnelek". Hadden we
eerst de strijd tegen het water, nu proberen we alle zonlicht uit de boot
te houden!
De tweede boodschap is een loopplank. De timmerman in het dorp (of moet ik
de stad zeggen?) spreekt alleen maar Grieks. Met onze kennis van Grieks
komen we nog niet zo heel ver. Goeiedag en bedankt lukt al aardig in het
Grieks en verder weten we inmiddels dat "ne" "ja" is
maar het blijft in onze oren raar klinken vooral als mensen "Ne"
zeggen en "Ja" knikken. Ochie is nee en we denken dat ochie
tochie dus "nee toch!" betekent. De conversatie met de timmerman
verloopt geweldig. Er wordt veel gelachen. Met tekeningen en gebaren komen
we tot overeenstemming (ne, ne). Morgenavond is de plank klaar.
Woensdag, 13 juni. Inmiddels is Barbara wat geaclimatiseerd.
Het is voor haar een enorme overgang qua temparatuur. De warmte is
drukkend en heel veel meer doen dan uit de zon blijven en in het water
liggen kun je beter niet doen.
terug naar boven
Donderdag, 14 juni.
De loopplank die woensdagavond hoogstpersoonlijk door de timmerman is
afgeleverd,

is weer een hele nieuwe dimensie voor het leven aan een
stenen kade. Het op- en afstappen is zo geen kunst meer. Anne wilde de
plank lopend met de fiets vervoeren maar de timmerman zag dat niet zitten.
Zo is de fiets in de "Max" (het busje van de timmerman) gezet en
de plank ernaast. Tijd om een pilsje te drinken was er niet (wat kun je
toch veel in gebarentaal zeggen!) want de zaken gaan voor. Het wachten is
nu op de tankauto met water, met dit weer douchen we wat vaker en omdat we
het plan hebben de komende dagen rond Zákynthos te zeilen moet eerst het
water zijn aangevuld. Als de watertank is gevuld zetten we koers naar de
schilppadbaai. Er is niet veel wind dus we gaan op de motor. Bij de baai
aangekomen rollen we onze grote fok uit en leggen de motor het zwijgen op.
Vol verwachting zeilen we op de fok geruisloos de baai binnen in de hoop
een schildpad te zien. Nog niet dus.We vinden een idyllisch ankerplekje en
zwemmen om wat af te koelen. 's Avonds probeert Anne met de bijboot nog
een schildpad op te speuren. Wel een zeerob maar geen schildpad gezien.
De hele dag stralend weer en een brandende zon. De temperatuur heeft
hierdoor tropische waarden aangenomen en overdag is het in de kajuit rond
de 30 graden. In de loop van de nacht koelt het gelukkig weer af, maar om
aangenaam te slapen hebben we aan een lakentje genoeg. Na nog gezellig met
Barbara na te hebben gekletst, gaan we moe onder het lakentje. Zachjes
glijdt ik weg naar dromenland en in de halfslaap voel ik wat over me heen
lopen. Droom ik al? Heb het me vast verbeeld. Direct daarop voel ik weer
beweging: er loopt iets over het laken ter grootte van een vuist en heeft
ook gewicht. Op mijn rug liggend, voel ik iets van mijn linkerschouder
naar het voeteneind bewegen. Dit is geen droom: dit is echt! Razendsnel
begin ik te denken: een krab, of een spin? Ik floep het kooilampje aan en
aan het voeteneind schiet iets zwarts achter het matras. Ann wordt door
alle commotie natuurlijk wakker en schiet de kooi uit: een grote spin! Wat
te doen? Barbara komt ook kijken. Het moet een vrij omvangrijk beest zijn
en die met je blote handjes aanpakken lokt niet zo. Zo sta ik daar even
later in 30 graden met een lange broek; laarzen en werkhandschoenen die ik
voor het lassen heb gebruikt klaar om de spin te vangen. Eerst het boven
en onderlaken er af; vervolgens de matrashoes en ten slotte het matras
zelf. Het is een hele kunst op zich om het brede matras door de kleine
ingang te krijgen en na al het geworstel nog steeds niets. Alleen veel
zakdoeken onder het matras en verder niets. Sta knap voor paal en begin
aan mezelf te twijfelen. Nogmaals minitieus de hele kooi en alle mogelijke
gaatjes onderzocht: niets en ook geen spoor te zien. Duidelijk de P in
hebbend werk ik het matras weer naar binnen en gutsend van het zweet het
bed weer op gemaakt. Na opfrissen maar weer slapen, maar wel met de oren
op scherp. Na enige tijd horen we weer geritsel. Gelukkig Anne hoort het
nu ook. Even later is het sterker en weer floep ik het licht aan. Op ons
kleine vloertje rent een zwarte muis en probeert een goed heenkomen te
zoeken. In een flits heb ik mijn kussen boven op hem en geef er een harde
klap bovenop. Het blijkt fataal en de muis krijgt een zeemansgraf.
Waarschijnlijk heeft de muis loopplank ook gebruikt; dat is een onverwacht
gevolg van onze nieuwe aanwinst en daar moeten we dus nog wat op
verzinnen. De volgende ochtend (vrijdag 15 juni), ziet
Barbara opeens een schildpad in de buurt van onze boot. Meteen komen we in
aktie: de bijboot in met camera, zwemvliezen, duikbrillen en snorkels. Het
schildpad is dan uiteraard al weer vertrokken maar we zijn er nu van
overtuigd dat ze hier rond zwemmen. In deze baai broedt de "Caretta
caretta" de baai is voor een deel verboden gebied, een deel alleen
langzaam doorvaarbaar en een klein deel waar je mag ankeren of aan land
gaan. Het plan is om er een Nationaal park van te maken om de zeldzame
schildpad te beschermen.
Als we op weg zijn naar het schildpaddeneiland, Marathonissi, spot
Barbara weer een schildpad. Anne is helemaal hyper en drukt uiteraard
alleen op de verkeerde knoppen in de hoop de opname van het jaar te maken.
Helaas pindakaas dus. Maar misschien kunt U zich voorstellen dat hier,
onder water bij Marathonissi, een schildpad zwom:
terug naar boven
De rest van de dag en avond onafgebroken op en onder water getuurd maar
verder niets gezien.
Zaterdag, 16 juni vervolgen we de reis om het eiland. Aan de
westkust zien we in een baai op het strand een scheepswrak,

volgens Aldert een oude "Liberty". Dit zijn
schepen die in de tweede wereldoorlog in serie gebouwd zijn om in convooi
van Amerika naar Europa te varen.
Helemaal aan de noordkust van Zákynthos passeren we "the blue caves"
waar we (na Lagos) niet erg van onder de indruk waren. We overnachten in Nikolaos,
aan de oostkust. Zondag, 17 juni vertrekken we optijd.
Tegen elf uur liggen we weer op dezelfde plek aan de stenen kade van Zákynthos-stad,
de loopplank op "anti-muisstand" : met een elastiek een stuk
omhoog gehouden! Barbara en Anne bezoeken het Byzantijnse museum waar men
veel ikonen en fresco's bewaard van kerken en kapellen uit de omgeving die
na de aardbeving in 1953 totaal verwoest zijn.terug naar boven
Maandag, 18 juni brengen we Barbara 's morgensvroeg weer
naar het vliegveld. Wijzelf vertrekken, na te hebben gebunkerd (water,
diesel, voedsel en drank) richting Kreta. Dat is een kleine 300 zeemijlen
dus zo'n drie dagen.
Dinsdag, 19 juni. Het is bijna te warm om buiten te zitten
en tot overmaat van ramp begeeft de stuurautomaat het weer. Af en toe wil
hij nog wel een kwartiertje draaien maar dan moeten we nergens aankomen en
moet de wind niet al te veel veranderen. Dat gebeurt natuurlijk wel en zo
sturen we eigenhandig de boot woensdagochtend, 20 juni (ruim
een halve dag eerder doordat onze gemiddelde snelheid deze reis boven de 6
zeemijlen was!) de Necton het haventje van Khersonisos binnen. We maken plannen
voor de komende dagen. Donderdag, 21 juni rijden we
dwars door het boeiende
landschap van Kreta naar de zuidkust waar we in het voetspoor van Paulus,
naar de "Goede rede"baai (Kali Limenes) lopen.

Ook hier is, net zoals op Malta, ter nagedachtenis aan de
apostel Paulus die hier tijdens dezelfde reis naar Rome overwinterde, een
kapel gebouwd. Wij hebben de reis eigenlijk in tegengestelde richting
gemaakt. Als je erin geïnteresseerd bent kun je het verhaal van deze
reisetappe van Paulus nalezen in de bijbel: hand. 27:8. 's
Vrijdag 22 juni proberen we eerst (weer) de Griekse "James"
( de monteur van Autohelm waar onze stuurautomaat gemaakt is) te bereiken.
Zowel zijn gewone telefoon (waar we een bericht hebben ingesproken) als
zijn mobiel worden niet beantwoord. Dan komt het plan om nu toch de losse
onderdelen naar Apeldoorn (de Nederlandse vestiging van Autohelm) te
sturen zeker mee omdat Eigenlijk waren we ook niet meer erg overtuigd van buitenlandse
tussenkomst na onze ervaring op Malta. We hebben met de monteur in
Nederland gebeld en hebben er alle vertrouwen in dat het nu goed nagekeken
wordt.
Zaterdag, 23 juni. We gaan naar het strand in Sissi.
terug naar boven
Zondag, 24 juni.
Als we het anker omhooghalen blijkt er een ander anker aan onze
ketting mee omhoog te komen.

We varen in de bijboot naar voren. Het blijkt gelukkig niet zo'n groot probleem te zijn. We
kunnen, als het "vreemde" anker aan een touw wordt vastgehouden
onze ketting vrijmaken.
Dan varen we de haven van Khersonisos uit. Precies volgens het weerbericht
waait het kracht 3. Zo rond de middag
varen we de hoofdstad van Kreta, Iraklion binnen.

Voor het eerst sinds Lagos (Portugal) weer in een echte
jachthaven waar stroom en stromend water op de steiger beschikbaar is. Wij
zijn tussen alle Griekse boten een vreemde eend in de bijt maar dat vinden
we prima.
Genoeg te verkennen op Kreta en ook nog een aantal klussen zodat we ons
zeker niet zullen vervelen!
Maandag, 25 juni gaan we op stap met een
boodschappenlijstje: stekkers voor de nieuwe antenne waarmee we betere
Navtex- (weerberichten) telefoon- en radio-ontvangst hopen te krijgen,
kabelverbinding tusen mobiel en pc na laten kijken, katoenen deken voor
het geval dat de temperatuur 's nachts verder zakt dan 25 graden......
Aan het eind van de middag staat opeens de Griekse Autohelmmonteur bij de
boot. Net nu alles al onderweg naar Nederland is. Misschien ook beter zo.terug naar boven
De rest van de week prutsen we wat aan. Het kabelprobleem van de mobiele
verbinding blijkt niet zo makkelijk oplosbaar. De bestelde nieuwe kabel
geeft ook geen verbinding en aan de software de pc of de telefoon kan het
niet liggen. Het probleem blijft voorlopig in handen van Miron Spawoolakis,
een uiterst behulpzame eigenaar van de plaatselijke Nokia winkel

.
Vanaf donderdag, 28 juni zijn we automobiel. Een kleine rode
Hyundai deze keer. Nu kunnen we zware en verweg expedities ondernemen.
Allereerst gaan we op zoek naar het gasvulstation dat in Iraklion moet
zijn. Twee van onze drie gasflessen zijn inmiddels leeg en omdat het model
iets afwijkt van de flessen die men hier heeft kunnen we ze niet omruilen.
Na wat gezoek belanden we op de goede plek en het blijkt geen enkel
probleem. Onze flessen gaan er zo "tussendoor" en voor 10 euro's
zijn we klaar.
De tweede missie is een culturele. We gaan op zoek naar de Diktaio
Andro grot waar Zeus geboren zou zijn. Volgens de sage werd Kronos, de
god der goden, door zijn ouders voorspeld dat hij ooit door één van zijn
kinderen onttroond zou worden. Daarom verslond Kronos de kinderen die zijn
vrouw Rhea hem baarde. Voor de geboorte van Zeus heeft Rhea zich met hulp
van Hemel (Oeranos) en Aarde (Gaia) verstopt op Kreta om te baren. Zo is
Zeus in de grot geboren en opgevoed door de Nymfen. Toen hij volwassen
werd kwam het tot een strijd met zijn vader die hij overwon en zo werd
Zeus de koning der goden.
De Diktaio Andro grot behoorde tot de belangrijkste heiligdommen van de
Minoërs. Dit is bevestigd door de archeologische vondsten die er zijn
gedaan. Met het autootje kunnen we ongeveer 1 kilometer tot aan de grot
rijden. De laatste kilometer, nog 200m klimmen, moet te voet.
Dat is in de brandende zon voor Anne een zware klus. Een lage bloeddruk en
een groot hart dat nog geen 50 keer per minuut slaat zorgen voor lastige
komplikaties bij klimmen. Dan zien we dat je ook per ezel kunt en dat is
natuurlijk een uitkomst!

Zo gaan we, rijdend op een ezeltje, naar de ingang van de
grot. Aldert is gefascineerd door de kracht van het relatief kleine dier.
De ezel ropt ons bij de steile stukken gewoon omhoog! Zorgvuldig kiest de
ezel de stenen waar hij zijn hoeven opzet; een heel enkele keer glijdt hij
een stukje weg maar dat is niets om je zorgen over te maken. In onze
cultuur geven we af op ezels; hier in hun eigen omgeving zijn het
prachtige beesten. Anne rijdt naar boven met in haar hoofd een lied van
Marijke de Bruijne (tekst) en Peter Rippen (muziek): liedtekst
Onderweg vertelt de ezeldrijver het verhaal van Zeus. In grote
lijnen zoals we het kenden. Wij begrepen dat Zeus met verdunde geitemelk
werd gevoed, volgens de ezeldrijver kwam de melk uit de stalactieten en de
stalagmieten.
Kreta heeft, omdat Zeus hier is geboren, een belangrijke plaats in de
geschiedenis gekregen. Uit zijn verbintenis met Europa (die door Zeus,
toen vermomd als stier, is geschaakt en ontvoerd) is o.a. Minos geboren,
de sterke rechtvaardige en wijze koning van Kreta. We verbazen ons over
het ontbreken van grenzen tussen mythe en geschiedenis: in 1900 werd onder
leiding van de Engelse archeoloog Arthur Evans begonnen met de
opgravingen van het paleis van Minos, Knossos. Naar het schijnt
zijn zelfs de beenderen van Minos gevonden en geïndentificeerd.
Vrijdag, 29 juni rijden we naar een grote supermarkt om
grootschalig eten en drinken in te slaan. 's Avonds komt er een
enthousiast sms-je van Miron: hij heeft het kabeltje gerepareerd! Hij is
dus niet alleen erg behulpzaam maar ook erg deskundig want het was een
lastig probleem. Wederzijdse sympathie heeft als resultaat een eetafspraak
voor zondag.
Zaterdag, 30 juni, een rommeldagje. 's Middags naar een
strand, onder een parasol op een ligstoel lekker lui liggen lezen en
uiteraard het water in om niet al te heet te worden.terug naar boven
|
|