|
Naar huis!
Marseille, maandag 1 oktober.
Afgelopen weekend nog wat doorgeprutst aan de mast en een uitstapje
gemaakt naar Arles. Zo hebben we ook nog in de voetsporen van
Vincent van Gogh gelopen! Toen zijn we doorgereden naar Moriés,
een dorp in het hart van de Alpilles, dat is het (lage) gebergte van de
Provence. Prachtige omgeving en heerlijk gegeten in een klein restaurant.
Vandaag moet er weer serieus gewerkt worden. De paal waar de radar op
staat moet eraf.

Als we over het voordek lopen inspecteren we de mastvoet
nog eens. Zou er toch een lasnaad kapot zijn? Het zou in ieder geval de
lekkerij verklaren. Als we de lasnaad schoonslijpen, blijkt deze aan één
kant volledig en aan de andere kant van de mastvoet voor de helft te zijn
gescheurd! Poseidon is met ons geweest, want nog een klein stukje en we
hadden de mast verloren. We vinden iemand die de lasnaad open wil slijpen
en opnieuw lassen. terug naar boven

Een prettig idee dat we daar in Nederland niet meer
achteraan hoeven. Een geluk bij een ongeluk dat we het nu ontdekt hebben.
Er wordt bijna vier uren aan gewerkt maar het werk wordt perfect
afgeleverd. Geverfd en al! 's Avonds gaan we uit eten in Marseille
in een visrestaurantje aan de oude haven.
Dinsdag, 2 oktober. We staan vroeg op want er moet vandaag
veel gebeuren. Eerst de boot grondig soppen want het ijzerslijpsel van de
mastvoetreparatie heeft al voor talrijke roestplekjes gezorgd. Dan moet de
mast en de giek zorvuldig in bubbeltjesplastiek worden ingepakt. De
chauffeur is afgelopen nacht al aangekomen en inmiddels uitgeslapen.

Hij is diegene die er voor zorgt dat de boot goed op de
dieplader gezet wordt. Dat wordt heel zorgvuldig gedaan. Dan de mast er
bovenop. Het transport moet worden begeleid en dat gaat met een auto met
zwaailichten. Die stond op de heenweg op de dieplader.
terug naar boven
Wij zijn dit transport als bijrijders ingehuurd en rijden vóór
het transport aan op 2 baans wegen. 60 Km. per uur en tijdens de spits
niet door de steden en in Frankrijk alleen bij daglicht. Als er een smal
gedeelte in de weg komt door b.v. een brug, moeten wij het tegemoetkomend
verkeer stopzetten. Op 4 baans wegen rijden we er pal achter zodat
achterop komend verkeer goed kan zien dat we een langzaam transport zijn.

Deze eerste dag komen we tot aan Montélimar. Met de
volgauto rijden we 's avonds naar de stad om een hapje te eten. We slapen
gewoon op de boot en zorgen 's morgens voor het ontbijt. Toch makkelijk
als je je huis zo bij de hand hebt! De volgende dag bij daglicht weer
onderweg. De vergunning voor dit transport schrijft voor welke routes er
gereden mogen worden. Uiteraard niet over de snelweg en vaak over
landwegen. Zo komen we door tal van dorpen. We rijden met de boot door de
Pré Alpes. Dat is bizar, met een boot door de bergen!
terug naar boven
We zijn niet de enigen die zo onderweg zijn. Op een gegeven
moment passeren we nog twee diepladers met boten die uit Nederland naar
het zuiden rijden. We zijn 4m40 hoog en dat is af en toe knap spannend. Zó
spannend dat we één keer vlak voor een viaduct van de weg af gaan om het
nog eens precies te meten omdat er geen centimeter over is.

De dieplader kan wat zakken door lucht uit de luchtbalgen
te laten ontsnappen. Het moet precies passen. Voetstaps rijdt de dieplader
onder het viaduct door. De chauffeur kan achteruit kijkend zien of we niet
klem lopen. Er is niets over maar dat hoeft ook niet. Dit obstakel hebben
we weer gehad!
Deze avond rijden we tot aan Chalon sur Saône. We moeten even
wachten in verband met de spertijd rond het spitsuur. Die tijd gebruiken
we om een hapje te eten en daarna rijden we (nog nét voor het donker) het
transport alvast door de stad heen zodat we morgenochtend meteen weer
verder kunnen. Donderdag, 4 oktober. Vanmorgen rijden we door de
streek waar de Chablis vandaan komt.
terug naar boven
's Middags rijden we door het champagnegebied. We komen
vandaag tot aan Reims. Morgen wordt een rustige dag want tot aan de
grens met België is het nog maar vier uren rijden en bij daglicht mogen
we België niet door. We parkeren aan de kant van de weg en brengen de
avond door met een spelletje Mah Yong. Vrijdag 5 oktober kunnen
we rustig beginnen. We moeten aan de grens toch uren wachten. Dus rijden
we na de ochtendspits Reims door.

We kunnen ons goed voorstellen dat je hier in de
ochtgendspits ook niet met zo'n transport doorheen moet rijden! Rond de
middag zijn we aan de Belgische grens gekomen. We hebben nu tot vanavond pauze. Er zijn nog genoeg klussen
zoals gewoonlijk. We kunnen de kachel weer eens niet aan de praat krijgen.
Aldert gaat de brandstoftoevoer vervangen. Er zijn ook nog een paar
plekjes van het onderwaterschip bij te werken. En er moet natuurlijk nog
gegeten worden. Echte Belgische patat met frikandel, dát is een tijd
geleden! Ondertussen past Geert, de chauffeur, het transport aan voor
België en Nederland. De Franstalige borden worden vervangen door
Nederlandstalige borden en de verlichting wordt nagekeken. Elk land heeft
zo zijn eigen voorschriften. Er moet bij de Franse politie nog een
euro-vignet worden gehaald en er is nog een onduidelijkheid in de
vergunning door België. In Nederland mogen we niet meer meedoen omdat je
een speciaal diploma nodig hebt als begeleider. Tot 4 meter breed mag een
transport zonder begeleiding zowel dag en nacht, als het maar buiten de
spits is. In het weekend mag je in Nederland niet rijden tussen zaterdag
12:00 uur en zondag 18:00 uur. Eigenlijk komen we tijd te kort maar Geert
maakt daar geen punt van. terug naar boven
Tegen 20:00 uur gaan we weer op stap. Het eerste stuk België is een
puzzelrit. Weer extreem kleine wegen en opeens staan we voor een viaducht
van 3m90. Met onze 4m40 lijkt dat voor ons een groot probleem. Geert is er
niet van onder de indruk en meldt dat de 3m90 alleen aan de zijkanten
gemeten worden en dat midden onder het viaduct 4m50 is. Stapvoets rijdt
hij het viaduct onderdoor. Wij zitten met kromme tenen achterom te
kijken.. Maar Geert heeft gelijk, in het midden is dit viaduct hoog
genoeg.Voor ons blijft elk viaduct heel spannend. Nu we er weer achter
rijden lijkt het voortdurend op dat wij te hoog zijn. In de loop van de
avond bereiken we de snelweg en nu kunnen we met 80 km/uur onze weg
vervolgen. Zo rijden we om kwart voor één deze nacht Nederland binnen.
We zoeken een parkeerplek om te overnachten. Zaterdag, 6 oktober zijn we terug in Nederland . Het is een raar idee om je met de boot aan de land-kant van
de dijk rond het Ijsselmeer te verplaatsen.
 
Het meest vreemd is nu om óver de brug ter hoogte van Urk
te gaan in plaats van er door.
Als we in de buurt van Drachten zijn komt een gediplomeerde begeleider ons
tegemoet. Het laatste stuk van dit transport wordt een echt konvooi! Rond
twee uur arriveren we veilig en wel in Drachten. Binnen een uur liggen we weer in het water. Wel even wennen
aan het brakke water in deze sloot nu we zo lang in het heldere zoute
water van de Middellandse zee hebben vertoefd. We moeten tot maandag
wachten om de mast weer te installeren en gaan dan aan het laatste stukje
van onze grote reis beginnen. In de loop van week 41 komen we (volgens
plan) terug in Groningen.
Drachten, maandag 8 oktober.
Dit weekend stond in het teken van familiereünie. Onze kinderen, An's
ouders en zus en Aldert's broer zijn aan boord geweest. Vandaag vroeg op
want we willen graag verder. Maar het waait te hard om de mast in de kraan
te hangen. Dat is dus even een pas op de plaats. We mogen het autootje
lenen en gaan alvast de zeilen naar de zeilmaker in Grou brengen. Ze
worden nagekeken, zonodig hersteld en gewassen. Uiteraard zijn er nog de
nodige andere klussen dus vervelen doen we ons niet. terug naar boven
Dinsdag, 9 oktober.
Het waait nog steeds te hard. Er zijn gelukkig nog meer klussen maar de
vooruitzichten tot zaterdag zijn niet best. De harde wind blijft en onze
onrust neemt toe. Het zou toch wel heel vervelend zijn om de boot hier
achter te moeten laten. Ook lastig want we moeten voorlopig de potten en
pannen van de boot blijven gebruiken zolang de inboedel nog opgeslagen is.
Het wordt een onrustige nacht. Om half vier zitten we achter een kop thee
naar buiten te turen. Horen we dat de wind afneemt? Maar ja, nu slaapt de
kraanmachinist natuurlijk. De volgende ochtend wordt er om 8 uur op de
boot geklopt. Natuurlijk liggen wij dan inmiddels diep te slapen. Ze gaan
het proberen! Binnen 5 minuten zijn we in de kleren en varen we de boot
naar de kraan. Het is erg spannend want met grote masten hebben ze hier
niet zoveel ervaring. Er zijn veel kwetsbare onderdelen aan de mast en af
en toe lijkt het erop dat het erg fout gaat. Uiteindelijk gaat hij de
lucht in en zetten we onder hoge druk de voorstag en de twee hoofdstagen
aan stuurboord en bakboord vast. De kraan mag los. Opgelucht maken we in
een iets lager tempo de andere stagen vast en zetten de giek weer vast aan
de mast. Tegen 11 uur varen we Drachten uit.

Wat een opluchting! Misschien was het nog niet eens zo gek
om de afgelopen paar dagen hier te zijn. Zo hebben we goed kunnen
acclamatiseren; een soort decompressieperiode. We zijn nu goed voorbereid
op wat ons in Groningen te wachten staat.
Met onze hoge mast kunnen we niet rechtstreeks naar Groningen varen. De
"staande-mast-route" voert ons langs Leeuwarden, Dokkum, het
Lauwersmeer, Zoutkamp, het Reitdiep en Dorkwerd, zodat we aan de kant van
Paddepoel de stad binnenkomen. Deze dag komen we nog tot aan Birdaard.
In de loop van donderdag varen we de provincie Groningen binnen.

De sluis bij Zoutkamp is tijdelijk gestremd omdat er
duikers bezig zijn. Als we een praatje maken met de onderhoudsmensen die
aan de kant staan vragen ze ons waar we vandaan komen: "dagje
Lauwersmeer, mevrouw?" en als ik zo achteloos mogelijk antwoord dat
we uit Egypte komen denken ze dat ze het niet goed verstaan hebben. We
varen tot Garnwerd.

We hebben met het thuisfront afgesproken dat we rond vier
uur vrijdagmiddag de Oosterhaven in Groningen binnen varen dus we hebben
alle tijd. terug naar boven
Vrijdagmiddag, 12 oktober. Het is prachtig weer als we Groningen
binnenvaren! In het zonnetje aan de Westerhaven tuigen we de boot op.
Feestvlaggetjes en de vlaggen van alle landen waar we deze reis zijn
geweest.

Het is kwart voor vier als we de laatste brug vóór de Oosterhaven
doorvaren en we onze dierbaren met confetti, toeters en een spandoek aan
de kant zien staan.

We meren af voor ons nieuwe appartement, "de Branding".Het goede schip de Necton is maandenlang ons thuis geweest; heeft ons
veilig over zee gebracht. We hebben kennis kunnen nemen van vreemde
culturen en zijn we één geweest met de natuur. Verrijkt pakken we de
draad weer op!
terug naar boven
|