Home2008 Nieuw schip2002 tot 20072001sabbatical

 

juli
maartaprilmeijunijuliaugustusseptemberoktober

 

Van Griekenland via Turkije naar Egypte

Zondag 1 juli, Miron uitgebreid onthaald met pizza, hij nam ijs mee als toetje. We hebben geprobeerd om het video filmpje dat Anne van hem heeft gemaakt op zijn labtop te zetten maar dat is niet gelukt. Toen hebben we er 15 foto's uit "geknipt" en die op zijn labtop gezet. Hij is er erg mee ingenomen om vanaf nu op internet te staan.
Maandag, 2 juli. 's Morgens krijgen we een telefoontje dat de gerepareerde stuurautomaat al sinds vrijdagavond hier is. Ze konden ons niet bereiken? We zijn erg blij met het pak maar wachten met het inbouwen tot vanavond (het is nu over de dertig graden).
Onze laatste Kretaexpeditie is de fietstocht naar Knossos. Natuurlijk op het heetst van de dag en op de "maar" 6 kilometer hebben we ons verkeken. Wij zijn niet gewend om ook de te overbruggen hoogte mee te nemen in de afweging of we genoeg energie hebben. Maar we zijn er gekomen en het was zwaar de moeite waard!

Ook hebben we er weer iets bijgeleerd. De grens tussen mythe en geschiedenis is nog niet helemaal duidelijk maar het feit dat alle koningen hier Minos heetten als onderdeel van de theocratie (de koning werd gezien als zoon van God) maakt dingen al weer een stuk logischer. Het paleis Knossos stamt uit 1900 v.Chr. en was ook het labyrint waarin de Minotauros werd vastgehouden maar daar vertellen we de volgende keer meer over.
Intussen is de stuurautomaat weer operationeel en wij varen morgenvroeg de haven van Iraklion uit. Koers noord, naar Santorini.
terug naar boven

Dinsdag, 3 juli.
We hebben de reis naar Santorini (Thera, zeggen de Grieken) nog één dag uitgesteld. Dus werd het woensdag, 4 juli dat we 's morgensvroeg om half zeven de haven van Iraklion uitvoeren. Scherp aan de wind, die in de loop van de dag behoorlijk toenam, zeilen we met twee riffen in het grootzeil naar het noorden. De Aegeïsche zee dankt zijn naam aan koning Aigaion. Er was altijd een hoop gedoe met die goden en koningen. Wat er precies was voorgevallen tussen koning Minos van Kreta en Poseidon weet ik niet maar Poseidon wilde Minos straffen. Hij heeft Minos'vrouw, koningin Pasifaë aan een stier gekoppeld en uit deze onnatuurlijke verbintenis is een afschuwelijk monster geboren met het hoofd van een stier op een bovennatuurlijk menselijk lichaam. Dit was de Minotaurus. Minos sloot het monster op in het labyrint van zijn paleis Knossos (tijdens de rondleiding hoorden we dat er nooit sporen van een labyrint zijn gevonden en dat het labyrint een synoniem is voor het grote en ingewikkelde paleis).
In die tijd betaalde de stad-staat Athene elk jaar als schatting zeven edele jongelingen en zeven schone maagden die het voedsel voor de Minotaurus vormden. Theseus, de dappere zoon van de koning Aigaion van Athene is op een keer met zo'n scheepslading jongeren meegevaren met het plan de Minotaurus te verslaan. Bij terugkomst zou hij, als het plan geslaagd was, de zwarte rouw-zeilen vervangen voor witte zeilen zodat Aigaion van ver al kon zien dat iedereen veilig was teruggekeerd.
En ja hoor, Theseus heeft de Minotaurus gedood. De dochter van Minos, Ariadne, heeft hem daarbij geholpen door hem een kluwen wol te geven die Theseus afwikkelde toen hij het labyrint inliep en zo gemakkelijk de weg terug kon vinden. Ariadne keerde met Theseus mee terug. Van alle feestvreugde hebben ze echter vergeten de zeilen te wisselen zodat Aigaion, die op een rots stond uit te kijken, dacht dat ook zijn geliefde zoon ten prooi was gevallen aan de Minotaurus en stortte zichzelf in zee. Sinds die tijd heet deze zee naar hem de Aigeïsche zee.
De stier heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in de Minoïsche cultuur. Op het paleis-terrein van Knossos bevinden zich enorme dubbele hoorns, het heilig symbool van de Minoïsche godsdienst
.

terug naar boven

De zon heeft zijn baan over de hemel grotendeels afgelegd en met het warme licht van de naderende avond lopen we Santorini aan. We varen de krater binnen die tot de grootste in de wereld wordt gerekend. Spectaculair tekenen de ruige lavawanden van de krater zich af. Middenin de grote krater ligt een onbegroeid eiland wat er desolaat bij ligt. Rond 7 uur 's avonds liggen we vast aan een ankerboei in de baai van Santorini . Erg rustig ligt dat niet. Er liggen nog twee andere jachten aan dezelfde boei en met twee touwen vast aan de wal zorgen we ervoor niet tegen elkaar op te botsen. De stad ligt ogenschijnlijk als sneeuw hoog bovenop de berg.

De kom waarin we liggen is dus eigenlijk de krater van de vulkaan. De vulkaan is nog steeds actief en dat maakt Aldert erg onrustig. Omdat we door voorbij varende veerboten veel slingeren durven we ons schip niet alleen achterlaten. De animo om Santorini te bekijken wordt hierdoor erg klein en in de loop van de ochtend varen we naar het volgende eiland, Ios, en ankeren in een zandbaai waar we kunnen zwemmen en snorkelen.

Natuurlijk hadden we U graag onderwateropnames laten zien van mooie vissen maar we zagen alleen hele kleine visjes en die waren niet in de lens te vangen. Het is inmiddels donderdag, 5 juli. Ook hier hebben we last van golven van voorbij varende veerboten maar we liggen als een huis aan ons zware anker en 50 meter ketting. Om een beetje op plek te blijven hebben we achteruit een paraplu anker gegooid die het onrustig gedrag van het schip achter het anker remt.
Ios wordt in de zomer bewoont door jongeren uit heel Europa. Wat ons opviel was het grote aantal jongeren uit Israël. We spraken met 2 jongens van ongeveer 18 jaar die hier een week vakantie vierden voordat ze voor 3 jaar (!) de militaire dienst in gingen. Dat is weer een heel ander perspectief! Zij vertelden dat Ios inderdaad onder de Israëlische jeugd heel populair was.
De rest van de week hebben we lezend, zwemmend en snorkelend doorgebracht.
terug naar boven
Maandag, 9 juli zijn we weer een stukje verder naar het noorden zijn gevaren. Paros was het doel. Een vrij groot eiland met een liefelijk stadje. We hebben één nacht aan de kade gelegen. Water en diesel gebunkerd, onze was naar de wasserij gebracht en weer eten en drinken ingeslagen. Dinsdag, 10 juli hebben we ons anker uitgegooid in de baai waar het leven bij hoge temperaturen een stuk aangenamer is omdat je je niet meer formeel hoeft kleden en zo elk moment van de dag, als je het te warm krijgt, in het water kunt springen

We hebben tijd... Tijd voor reflectie, lezen en knutselen aan de homepage.
Donderdag, 12 juli gaan we weer verder, richting Peloponnisos. 
Vanaf Paros zijn we naar Serifos gevaren, een tocht van ongeveer 5 uur. Inmiddels is de meltemi, de sterke noorderwind, gaan waaien. Het blaast windkracht 8. We liggen weer in een baai en durven het schip in deze harde wind niet onbemenst achter te laten. Aan de wal eten is er dus even niet bij. Wel gaan we buurten op een Zweeds schip dat we op Sardinië zijn tegengekomen. Ze liggen weer vlak naast ons.
terug naar boven
Vrijdag, 13 juli. We hebben wat problemen gehad met inbellen daarom is het reisverslag een dag later dan gepland verstuurd. Maar gelukkig, het werkt weer en we krijgen via de mail drievoudig het bericht over de dood van Herman Brood. Een Nederlander die met een nieuwe Griekse vriendin met zijn schip bij ons in de buurt ligt grijpt dit nieuws ook aan om bij ons op de koffie te komen. De man heeft verstand van electronica en biedt aan ons kapotte computer/mobiel kabeltje na te kijken. Bijna elk jacht houdt de bemanning aan boord vanwege de harde wind. Twee, door Fransen gehuurde jachten zijn op stap met tieners uit de omgeving van Parijs. Eén jacht heeft maar liefst 8 meiden aan boord. Hun volgbootje is door de wind omgeslagen en daarbij hebben ze hun peddels verloren. 3 Dagen met z'n allen vastzitten op de boot is teveel. Ze vragen Aldert om als taxi-boot op te treden. 's Middags aan de wal brengen (4x heen en weer varen) en 's avonds weer ophalen. Aldert wil wel voor veerman spelen onder de conditie dat ze zingen tijdens het vervoer. Dat wordt braaf gedaan en zo klinkt, dwars door het fluiten van de wind zowel heen als terug een vrij langdurig Frans gezang.

Zaterdag, 14 juli gaan we 's morgensvroeg met de bus naar de stad bovenop de berg. We verbeelden ons dat de wind afneemt maar éénmaal boven beginnen we daar weer hard aan te twijfelen. Los van een mooie Griekse kerk.

is er ook niet veel te zien. De bergwanden dragen nog de sporen van vroegere wijnteelt. De hele eilandgemeenschap leeft uitsluitend van de toeristen. Het is een erg eenzijdige economie en het lijkt ons ook kwetsbaar. We horen dat het hier al twee jaar niet meer heeft geregend en de grond is kaal en dor. De eenzaamheid boven op de berg is een ervaring op zich; wij zijn liever onder de mensen.
In de loop van de ochtend zijn we weer terug. We halen het niet te repareren kabeltje weer op en zetten de boel zeevast. Inmiddels hebben we gehoord dat onze zoon Jurjen en zijn vriendin Maysha niet de 23ste maar de 15de naar Athene vliegen. Om ze eerder te ontmoeten, passen we het reisschema aan. We laten de Peloponesos voor wat ze zijn en gaan rechtstreeks naar Athene. Wind of geen wind, we gaan weer verder. Eén eiland verder naar het noorden bijna pal tegen de wind in. Met 3 riffen in het grootzeil en de bromtol rustig draaiend op 1700 toeren, liggen we goed in de golven. Met een gangetje van 6 mijl ploegen we er doorheen, maar de bewegingen zijn vermoeiend en zo recht er tegen in, krijgen we veel water over
.

We krijgen weer gezelschap van dolfijnen! Helaas zo kort dat we ze niet konden filmen. Deze waren weer wat groter dan de laatste die we gezien hebben. Waarschijnlijk was onze geringe snelheid voor hen niet de moeite waard om te spelen.
Goed negen uur ligt de Necton weer voor anker en klimmen wij in de bijboot. We varen naar Kithnos waar we op een terras aan de baai eten. Ondertussen kunnen we zo ons schip ook mooi in de gaten houden!
Het gaat weer echt op zijn Grieks en in een tijdsbestek van ruim een uur worden de gerechten random opgediend. Als laatste komen er koude frietjes. De volgorde; soit, daar wen je aan; koud is niet te eten en onder protest krijgen we na een kwartier nieuwe. Kennelijk om het goed te maken krijgen we ongevraagd gesneden vers fruit toe. Zo hebben we uiteindelijk inclusief wijn lekker gegeten voor 5 tientjes. Zondag, 15 juli, het laatste stuk naar Athene doen we in twee etappes. Jur en Maysha komen vanavond laat in Athene aan en overnachten in een jeugdherberg. We spreken af elkaar maandag, 16 juli te treffen in de jachthaven waar we een plaats besproken hebben. Als we in Athene aangekomen zijn blijkt men van niets te weten. De haven is vol, wordt ons meegedeeld. Het ziet er in onze ogen anders uit maar we willen niet dwarsliggen en meren af langszij een Frans jacht wat voor de nodige commotie zorgt. Er komen af en toe snelle veerboten langs en de mevrouw van het Franse jacht is bang dat ze tussen ons ijzeren schip en de wal verpletterd wordt. Het valt gelukkig allemaal wel mee. We zoeken contact met Mike via de marifoon. Dat is de persoon met wie we gisteren gesproken hebben. Hij herinnert zich ons nog en we worden keurig naar één van de vele lege plekken gebracht. Als we goed en wel vast liggen komen Jur en Maysha al aan boord
.

We horen dat ze gisteren in München bij het overstappen net optijd waren omdat door het slechte weer het vliegtuig niet kon landen. Dat had als gevolg dat hun bagage zal worden nagevlogen. Ze hebben voor ons post, antennestekkertjes, een nieuwe monitor voor ons Autohelmsysteem en een hoop lekkere dingen uit Nederland meegenomen. terug naar boven

Dinsdag, 17 juli gaan we Athene verkennen. Het is bloedheet als we de Acropolis opsjokken. Onderaan de berg zijn bouwvakkers met de weg bezig. We laten ons van harte nat spuiten en vullen de waterflessen weer bij. Op diverse plekken op de berg zijn ook waterpunten waar we dankbaar gebruik van maken. Door de warmte afgemat bekijken we de resten van het Parthenon, het Erechteion

en de andere tempels. Als je in Athene bent is dit een must maar we hadden de thermostaat liever wat lager. Inmiddels zijn de rugzakken van Jurjen en Maysha bij het jeugdhotel afgeleverd en gaan we, als de rugzakken zijn opgehaald met de metro weer naar de jachthaven. Zodra we terug zijn spoeden we ons in de bijboot naar een nabij gelegen strandje om af te koelen in het water. Op Malta hebben we van Gineke het gedicht uit de Faust van Goethe geleerd:

Stürzt euch in Peneios Flut!
Plätschernd ziemt es da zu schwimmen,
Lied um Lieder anzustimmen,
Dem unseligen Volk zugut
Ohne Wasser ist kein Heil!
Führen wir mit hellem Heere
Eilig zum Ägaischen Meere,
Würd uns jede Lust zuteil.

We brengen dat hier letterlijk in de praktijk. Het haventje waar we liggen heet Zea Marina in Pireus. Het is een kommetje vol met mondaine jachten. Het gaat er erg formeel aan toe en ontkomen er niet aan een in en uitklaringsbrief van de port authority te moeten kopen. Ze zijn hier gek op stempels en nu kunnen we de komende 40 havens onze aankomst en vertrek laten afstempelen. Dat doet niemand en zijn wij ook niet van plan. Wel zijn we 65 gulden voor het indrukwekkende papier lichter.terug naar boven
Woensdag, 18 juli vluchten we Athene weer uit. Het is hier gewoonweg te warm om cultureel bezig te zijn. Vanuit de boot, in een baai bij Kaap Sounion wordt het al een stuk aangenamer om tempels te bekijken. Bovenop de heuvel aan de baai liggen de restanten van de tempel van Poseidon.

De naam Sounion is door een Nederlandse zeezeiler als naam voor zijn van der Stadt zeiljacht gekozen. Zijn door tekeningen geillustreerde verhaal heeft Aldert destijds mee geïnspireerd zelf een boot te bouwen. De auteur ben ik even kwijt; de titel is heel sprekend: " en de horizon zeilde mee, dag na dag ".
Het geeft een voldaan gevoel aan de voeten van Poseidons tempel de frisse zeewind weer te ervaren. We laten het vaste land achter ons en gaan het eilandenrijk weer binnen.
We varen naar Kea en ankeren in een baai. Zo is het inmiddels vrijdag, 20 juli geworden. Met de bus maken we een uitstap naar de hoofdstad van het eiland. Gebouwd bovenop de berg dus bijna alle straatjes zijn trappen. Dat klimmen in de zon is aardig vermoeiend en we zijn blij als we in de schaduw wat uit kunnen rusten

Zaterdag, 21 juli varen we verder naar Siros, het hoofdeiland van de Cycladen. We liggen aan de kade die volgebouwd is met terrasjes. Heel gezellig maar na twaalf uur toch ook wel heel rumoerig. Los daarvan veroorzaken komende en vertrekkende veerboten nogal wat deining zodat we een onrustige nacht tegemoed gaan. Onze watertank moet worden bijgevuld en dat blijkt een probleem. De waterwagens die voorbijrijden bedienen geen jachten. Er is een waterschaarste op dit eiland en we moeten behoorlijk wat moeite doen om drinkwater te bemachtigen. Er moet fors voor betaald worden maar tegen de middag kunnen we met een volle tank op weg naar het volgende eiland.
Het is maar goed dat Maysha al is "ingeslingerd" en goede zeebenen heeft. Het waait stevig en met drie riffen in het grootzeil en een stukje genua varen we in windkracht 6/7 steeds boven de 6 knopen. Dat schiet mooi op! De tweede helft van de middag varen we aan de zuidkant van Mikonos een baai binnen. Aan de kade van het stadje liggen lokt ons na de afgelopen nacht niet meer.
We worden enthousiast verwelkomd door de "Gabber", een zeilschip uit Den Helder. De bemanning, Jimmy en Tineke, komen aan boord en blijven uiteindelijk ook eten. Ze brengen behalve een salade en appeltaart ook een hoop reis-tips mee. Ze zijn al 5 jaar onderweg en hebben nog 1 jaar te gaan. De hele wereld over en onlangs Egypte, Cyprus en Turkije bezocht. Vooral hun tips over wat te doen en te laten in Egypte zijn erg handig. We beginnen er nu ook over te denken om na Pathmos Griekenland te verlaten en over te steken naar Turkije. De Griekse eilanden in dit gebied zijn erg kaal en lijken veel op elkaar.
terug naar boven

Maandag, 23 juli.
We hebben met de bus nog een uitstap naar Mykonos gemaakt. Daar hadden we een opmerkelijke ontmoeting met een pelikaan
.

Het beest was bepaald niet verlegen en had het plan met een bagage transport karretje mee te liften. De bestuurder was daar niet voor en heeft het beest de kade opgejaagd en in het water gegooid. Niet onder de indruk klom de pelikaan de kant weer op en zocht naar een volgende lift. We vonden het heel vermakelijk om te zien!
Mykonos staat bekent als mondaine badplaats. Er komt dus ook een heel ander soort toeristen dan we tot nu toe gewend waren. Ons spreekt het niet zo aan en aan het einde van de middag vertrekken we richting Patmos. Een mooie gelegenheid om het wachtlopen te oefenen. Jur en Maysha lopen wacht van 0:00 tot 04:00, Aldert van 04:00n tot 08:00 en An van 08:00 tot 12:00. Tegen die tijd zijn we al op Patmos. Straks moeten we drie nachten door als we naar Egypte varen en dit was alvast een voorproefje.
terug naar boven
Dinsdag, 24 juli.Patmos is het Jeruzalem van de Grieks-orthodoxe kerk en is daarom een soort bedevaartplaats geworden. In het jaar 95 is de apostel Johannes hier vanuit Efeze neergestreken en heeft het boek Openbaringen geschreven. In 1088 is het Johannesklooster

gesticht. Het klooster is nog steeds al zodanig in gebruik maar 's morgens staat het open voor bezichtiging. Gepaste kleding is gewenst en mensen die daar niet aan gedacht hadden kregen een door monikken genaaide lange rok aan. Vrouwen liepen daar zo mee weg maar sommige mannen voelden zich wat opgelaten. Blote schouders waren in Malta uit den boze maar op deze plek waren dat de blote benen...
Door de eeuwen heen heeft het klooster aanzienelijke schatten vergaart en het was zeker de moeite waard om de bibliotheek met een rijkdom aan oude manuscripten, de rijk geborduurde toga's en hoofdtooien te bekijken. De hoofdkerk en de kapellen zijn met belangwekkende Byzanthijnse heiligenschilderingen versierd. In 1981 is Patmos door het Griekse Parlement met een wet officieel heilig verklaard. Voor veel Griekse geestelijken is deze plaats een plek van bezinning
.

Johannes heeft geschreven in een spelonk (de heilige Apocalypsgrot )in de buurt van het klooster. Van de eenvoud van toen is niets meer over en toen we zagen dat een monnik de kaarsen die net door devote bezoekers waren aangestoken, ging opruimen om plaats te maken voor de volgende groep, verdween ons laatste restje respect. Op dit soort plekken waar je serene rust hoopt te vinden, lijkt de heiligheid meer schijn.terug naar boven
's Middag met de bij boot naar een strandje, lekker afkoelen. Een leuke manier om door het water te suizen is achter de bij boot aan. Ook leuk is om alleen in het bootje in plané te gaan maar dat liep verkeerd af. Op het strand werden we opgewacht door de waterpolitie die proces verbaal opmaakte wegens het overtreden van de maximum snelheid. We moeten ons melden op het havenkantoor waar de havenmeester de boete vaststeld. Die boete kan pas morgen op het postkantoor betaald worden. Dat komt slecht uit want vanavond willen we weer verder.
Op het havenkantoor aangekomen bleek de havenmeester zijn hoofd bij heel andere zaken nodig te hebben en vond onze overtreding niet belangrijk. Dat is dus met een sisser afgelopen!
We hebben ons laatste Griekse geld opgemaakt aan boodschappen en zijn eind van de middag onderweg naar Turkije gegaan. De wind was wat vlagerig maar toch zo gunstig dat de gennaker weer is opgezet. Op het moment dat werd uitgesproken dat we hem voor de nacht toch beter konden opbergen trok een windvlaag ons schip weer bijna om. Tijd om het zeil op te ruimen. Snel een schoot los en de hoes van boven naar beneden trekken. Daar stagneerde het, de slurf bleef halstarrig boven het flapperende zeil hangen; muurvast! Niet fijn, dan ook de val (het touw waar het zeil mee gehesen wordt) maar los. Het hele zaakje belandde in het water. Het was een heel karwei om alles binnen boord te halen en gelukkig nog heel. Daar zijn we weer genadig van af gekomen! Spinnakeren blijft een riskante onderneming!
Door alle emoties hadden we niet zoveel zin om door te varen en hebben we een ankerplek opgezocht. Het was inmiddels al knap donker en we voeren vlak langs steile rotswanden de baai aan de zuidkust van het eiland Leros binnen. Leros heeft een slechte reputatie vanwege de middeleeuwse toestanden in de drie psychiatrische inrichtingen die het eiland herbergt. Nadat dit in het nieuws is gekomen heeft de Griekse regering onder druk van de Europese organisatie voor mensenrechten toegezegd het probleem aan te pakken.
We voelden ons er niet helemaal op ons gemak en waren blij de volgende ochtend vroeg de baai weer uit te zeilen. Zo zeilden we donderdag, 26 juli in de loop van de middag de Turkse badplaats Bodrum binnen. Het was een mooie zeiltocht zonder complicaties. De inklaringsformaliteiten duurden eindeloos. We werden van het kastje naar de muur gestuurd en moesten kilometers dokumenten invullen. Bij diverse instanties stempels halen en een inreisvisum kopen. Maar goed, toen dat allemaal achter de rug was werden we naar een plaats in de jachthaven begeleid en lagen we keurig voorzien van water en stroom aan een steiger. 's Avonds lekker uit eten nadat we de boot (en onszelf) overvloedig met zoet water hebben afgespoeld. In de boot hebben we een record temperatuur van 37 graden Celcius.
Vrijdag, 27 juli zijn we naar de wekelijkse markt geweest.

Het heeft even geduurd voordat we onze boodschappen hebben gedaan maar het was een hele belevenis. Je kunt niet zomaar een zakje paprikapoeder of thee kopen. Eerst moet je van alles proeven en daarna moet er onderhandelt worden. Gemiddelt hebben we 1 miljoen turkse lires betaalt voor een kilo fruit (=hfl.1,50) en voor de groenten nog veel minder. De mensen hier zijn lang niet zo opdringerig dan in Griekenland, dat is een aangename ervaring. In Griekenland moeten we bij een restaurant altijd méér betalen dan waar we op rekenden doordat b.v. het brood, waar we niet om gevraagd hadden per persoon werd afgerekend. Hier kregen we (ook ongevraagd) fruit na "van het huis". Bodrum staat bekend als "het mooiste strand van Europa" maar waar wij 's middags gezwommen hebben was het erg vies.terug naar boven
Zaterdag, 28 juli zijn we weer verder gegaan. Net buiten de haven van Bodrum allemaal het water in om af te koelen. Jurjen wilde daarna nog aan een touw gesleept worden. Een voor ons nostalgisch beeld

hoewel we vroeger altijd langzaam gingen varen en nu "volle kracht vooruit". Jurjen ging in plané!
De wind was afwisselend kracht 7 en niks. Dat was dus druk met het reven en de riffen er weer eruit halen. Op aandringen van Jurjen hebben we een "man-over-boord-oefening" gehouden
.

Hadden we natuurlijk al veel eerder moeten doen maar dat was er niet van gekomen. Heel goed om te merken dat, hoe snel je de reddingsboei ook overboord denkt te gooien, er altijd een hele tijd tussen zit zodat de drenkeling toch een behoorlijk eind moet zwemmen om het ding te bereiken. Maar de "man over boord" knop is een uitkomst. Die markeert de plek op de plotter en geeft de koers die je moet varen om er naar toe te gaan. Als je dan nog op een goede manier de stuurautomaat op "track" zet vaart het schip er vanzelf naartoe!
Begin van de avond lopen we Datca binnen. Een wat kleinere badplaats. Het oogt er vriendelijk en we wagen het erop zondag, 29 juli een Turks bad te nemen. Het was even wennen om op een bloedhete marmeren plaat te gaan zitten en toen we erop moesten liggen voor de eerste behandeling (het scrubben) kregen we (waarschijnlijk omdat we zo piepten) onder de doek waarop we lagen een waterslang aangeboden. De masseur (een beer van een vent) oogde niet als iemand die tegenspraak dulde dus heel veel in te brengen hadden we niet. De commando's "turn!" en "shower!" volgden we snel op om ergere mishandeling te voorkomen. Vies om zien wat er van je huid afvalt bij zo'n behandeling. Daarna douchen en een zeep-massage en tenslotte een olie- massage. Het is even bikkelen maar uiteindelijk voel je je herboren na zo'n bad! Turkije was voor ons een onverwachte en aangename verrassing. We vinden het jammer dat we niet meer tijd hebben om te blijven.
We hebben water bijgevuld en nog wat levensmiddelen ingeslagen en zijn rond zes uur vertrokken, richting Egypte. Helaas weinig wind en het grootzeil dient dan alleen maar om het slingeren wat te stabiliseren. De motor heeft gedraait tot de wacht van Jurjen en Maysha. Rond 04:00 maandag, 30 juli kon de gennaker weer gehesen worden. Motor uit. Dat scheelt weer een stukje lawaai! Aan het begin van de ochtend zien Jur en Maysha dolfijnen. Een hele school maar te ver weg om te fotograferen.
De gennaker heeft ons probleemloos de hele dag vooruit getrokken en bood een aangename plek in de schaduw
.

terug naar boven

's Avonds tijdens An haar wacht (van 8 - 12) draait krijgt ze bezoek van een vreemd beest. Ze zit naast een open raam in de boot te lezen als er opeens iets uit de lucht schijnt te vallen en met een natte plof op haar schoot beland. Dat is schrikken! Het beest schrok waarschijnlijk net zo hard van deze onverwachte uitstap en hopte op de bank. De adem ingehouden en voorzichtig gekeken wat het was. Ongeveer 25 cm groot, kleur van een ongekookte garnaal en leek nog het meest op een pijlstaartinktvis. Maar hoe kan zo'n beest nu uit het water, aan boord en dan ook nog door een raam naar binnenvliegen? Het blijft een raadsel. Inmiddels was Aldert gewekt en heeft het beest koelbloedig voorzichtig in een T-shirt opgepakt en overboord gezet al ware het Poseidon zelf!
Inmiddels is er genoeg wind om grootzeil en genua te hijsen. We varen bijna 6 knopen gemiddeld en dat betekent dat we eerder dan verwacht in Egypte aan zullen komen. De hele dinsdag 31 juli, varen we zo door. Het wordt weer iets koeler in de boot en we zitten graag in de schaduw van de zeilen.

terug naar boven

 

plan 
de route 
reisverslag 
techniek 
Photo's