Home2008 Nieuw schip2002 tot 20072001sabbatical

augustus
maartaprilmeijunijuliaugustusseptemberoktober

Egypte en Cyprus.

Het gaat voorspoedig en rond de middag zeilen we de haven van Alexandrië binnen.

Het is woensdag, 1 augustus en we zijn in Egypte!
Een steiger was zo 1,2,3 niet te vinden maar we zagen een Nederlandse boot! (dachten we). De Egyptische vlag is rood wit zwart maar als de zon er lang op heeft geschenen lijkt het (donker)blauw. Veel visserboten voor anker en wat kleine pleziervaartuigen. Niets dat op een jachthaven lijkt.
We zijn al gesignaleerd en zodra we op de kleine steiger afvaren komen mensen ons te hulp schieten. We krijgen meteen 3 mensen aan boord die alles willen zien, Eén in legeruniform vraagt honderuit in gebrekkig Engels. Kijkt de rugzakken van Jurjen en Maysha door en meldt dat we niets mogen fotograferen. We zijn wat overdonderd en als onze paspoorten ingenomen worden en we horen dat we het terrein niet mogen verlaten zakt de stemming. Hoezo "fijn dat we in Egypte zijn"?
Aldert gaat, onder begeleiding, met een taxi de poort uit om formaliteiten te regelen. Blijkt dat aan de steiger liggen 200 Egyptische ponden (=hfl.130,-) per dag kost-absurd dus. Blijkt dat we visa moeten kopen met Amerikaanse dollars. Blijkt dat inklaren van het schip ruim 1000 pond (=hfl.650,-) kost en de overige formaliteiten nog meer.
Aldert komt terug met brood, zonder paspoorten en zonder succesvolle afhandeling van de formaliteiten. Zo makkelijk gaat dat allemaal niet.
terug naar boven
Donderdag, 2 augustus. Zolang de paspoorten niet terug zijn kunnen Jurjen en Maysha niet van boord. We krijgen hulp van de jachtclub en gaan met chauffeur en oude man Hassan op weg om dollars te kopen. Na 2 wisselkantoren en drie banken proberen we het met succes op de zwarte mark. (de banken bezoeken is een belevenis op zich; in een ongelofelijke chaos staan mensen in lange rijen geduldig te wachten tot ze afgeblaft worden aan de kassa) We vinden het absurd, deze regel. De douane betalen met dollars die je in Egypte moet kopen. Maar regels zijn regels en als we niet meewerken moeten we binnen 48 uur vertrekken.
Moeizaam lopen we van loket naar loket en er ontstaan stapels papierwerk. Er komt een doktersverklaring dat we allemaal gezond zijn en alles wordt (incusief steekpenningen) betaald. Aan het begin van de middag komen we terug aan boord mét 2 douane mensen die vanalles noteren. Nummers van pc, camera, electronica, motoren, hoeveel tassen (kleren) we mee hebben... Sommige nummers ontstaan ter plekke en dat werkt ook. Gelukkig geen heibel over bier en sterke drank. Eigenlijk stelt het allemaal niet zoveel voor, concluderen we als ze weer weg zijn.
In onze paspoorten staat alles genoteerd. Zouden ze weer komen controleren of we met deze spullen het land weer verlaten? Hoe dan ook, we hebben onze paspoorten weer. De scheepspapieren nog niet, die krijgen we als we havengeld betaald hebben. Het is niet de bedoeling dat we aan de kleine steiger blijven liggen, want stel dat er nog een jacht zou komen, kan deze zich niet aanmelden. We moeten dus naar een boei en Aldert maakt zich daar erg druk over omdat het verzekeren van het schip in Egypte alleen mogelijk was als we in een bewaakte jachthaven zouden liggen. Dit kleine steigertje met overigens wel een heel sjiek oud Engels clubhuis inclusief luxe bediendes, mag geen bewaakte jachthaven heten. Aldert staat er op de grote baas zelf te spreken en uiteindelijk krijgt hij contact met "de dokter". Deze is na enig aandringen gevoelig geworden voor de verzeker-argumentatie en hij maakt zich persoonlijk verantwoordelijk voor het welzijn van de Necton. Zo krijgen we een plek op steenworp afstand van de pier toegewezen. De staf krijgt opdracht scherp op te letten en er wordt overeengekomen dat, als wij er zelf niet zijn, er een wachtsman s'nachts aan boord komt slapen. Wel tegen betaling natuurlijk, maar daar zijn we al aan gewend geraakt. Zo liggen we aan een ankerboei; dat biedt ons ook meer privacy. Men is erg nieuwsgierig, we zijn de enige buitenlanders. Dat is ook goed te merken als we 's middags door de stad lopen. Van alle kanten wordt ons "welcome, welcome!" toegeroepen. Het voelt allemaal nog erg ongemakkelijk. De geuren (stank) van de stad en de opdringerigheid van de mensen (zeuren om "baksjis" oftewel geld) maakt dat vooral Maysha en Anne zich niet helemaal senang voelen.
We sluiten de dag af met een afscheidsetentje in het restaurant van de jachtclub en brengen Jurjen en Maysha dan per koets naar het station. Ze gaan met de trein naar Caïro en vandaar naar de Sinaï woestijn. We gaan terug met de taxi en worden flink afgezet. We moeten beter onderhandelen en gepast geld hebben. Even wennen nog.
terug naar boven
Gisteravond hebben we kennis gemaakt met een clubje oude studievrienden die elkaar elk jaar opzoeken en met het jacht van één van hen een uitstapje maken. We zijn uitgenodigd om morgenmiddag mee te gaan.
Het lukt ons nog niet om in te bellen bij de Egyptische provider maar na alle toestanden verbaast ons dat niet meer. Misschien moet dit verslag nog een tijd wachten voordat we het kunnen versturen en gaan we op zoek naar een internetcafé om te mailen. We zien wel!
Vrijdag, 3 augustus. Het is weer tijd om "schoon schip" te maken. Daar zijn we de ochtend mee bezig. 's Middags gaan we aan boord van de Dragon, het motorjacht van onze nieuwe Egyptische vrienden.

terug naar boven

Iedereen blijkt goed Engels te spreken en zowel de mannen als de meeste vrouwen in dit gezelschap hebben of een eigen bedrijf of zijn arts, psychiater e.d. Er gaan een aantal bedienden mee, iets wat we niet gewend zijn. We hebben een tas met kadootjes meegenomen maar de fles wijn die daarbij zat is achteraf een vergissing. Islamieten gebruiken absoluut geen alcohol, hoe vrijzinnig ze verder ook zijn. Alcohol gebruiken betekent 40 dagen niet mogen bidden, ondenkbaar voor islamieten. Men neemt het ons niet kwalijk. We leren vandaag een beetje arabisch. De getallen, de verschillende groeten. We varen een rondje door de haven met 2 jachten en in de loop van de middag wordt er ruim gegeten.

We zijn onder de indruk van de gastvrijheid en de vriendelijkheid. Iedereen wil ons helpen. Eén van de vrouwen heeft een baan in de computerbranche en biedt aan ons "niet kunnen verbinden met de Egyptische provider"op te lossen. Er wordt meteen gebeld maar volgens de provider ligt het probleem in Nederland (interne verificatiefout...). Ze houdt het probleem bij zich, we zien wel hoe het afloopt. 's Avonds gaan we met de jongelui op stap. Ze willen ons hun "club" laten zien. Ook weer eigendom van één van de neven in de familie. Het is een Nubische club in de openlucht, middenin de woestijn buiten Alexandrië. Er wordt gedanst en we leren een beetje Egyptisch buikdansen. Aldert probeert de "sjisja", de waterpijp. Uiteraard wordt er geen alcohol geschonken en na diverse glazen vers vruchtensap beginnen de darmen wat te protesteren. Rond middernacht zijn we weer terug op de boot. Zaterdag, 4 augustus vertrekken we optijd. De wachtsman staat al klaar en bezorgt ons een taxi naar het station tegen een redelijke prijs. Een eersteklas kaartje kost 23 pond (plm. 15,-). In de tweede en derde klas reis je bijna voor niets maar dan moet je wel tegen een stootje kunnen en airco is er ook niet. We lunchen in de trein en aan het eind van de middag rijden we Caïro binnen. We hadden van de jachtclub een hotel adres meegekregen. Wel aardig duur (130,-) maar in het centrum en met airco. Daar was ook alles mee gezegd. Meer bood de kamer niet. Weer een hoop gehannes met de taxichauffeur. Het hotel had ons verteld dat de rit 5 pond moest kosten. Men vroeg 20. Maar uiteindelijk hebben we 8 pond betaald en dat was o.k.terug naar boven
's Avonds zijn we de Khan el-Khalili-bazaar gaan verkennen. Het is erg vermoeiend om constant aangeboden diensten en koopwaar te moeten afwijzen. We zouden nog soefie dansen in de moskee gaan zien, wat gratis is. Wij moesten fors entree betalen en zagen ervan af. Op de terugweg naar het hotel heeft Aldert zijn haar nog laten knippen. De kapper moest nog een stuk gebed afmaken voordat hij aan de klus kon beginnen. Hij heeft er erg zijn best opgedaan en zelfs het haar nog gewassen. Bekaf zijn we weer in het hotel beland. Er zat niets in de minibar en omdat we erge dorst hadden hebben we in de bar van het hotel een pilsje (jawel) gedronken en ondertussen gezien hoe Egypte met 1 - 0 heeft gewonnen van Real Madrid. Terug op de hotelkamer viel na een paar minuten de stroom uit, dus ook de airco. Het werd al snel erg heet in de kamer. Na een kwartier was het weer o.k. In de loop van de nacht is de stroom nog twee keer langdurig uitgevallen en we besloten af te zien van een tweede nacht in dit hotel. Zondag, 5 augustus staat een bezoek aan het Egyptisch museum op ons programma. Hoewel we er vlak na openingstijd zijn moeten we al in de rij staan. Maar we volgen het advies op van de Nederlandse wereldreizigers Tineke en Jimmy, die we op Mykonos zijn tegen gekomen en zodra we binnen zijn stuiven we de trap op achterin het museum, op weg naar de Toetanchamon expositie. Daar is het nog betrekkelijk rustig en vol verbazing bekijken we de pracht en praal van zijn begrafenis outfit en alle dingen die er mee begraven zijn. Zelfs het speelgoed uit zijn jonge jaren. De sieraden zijn overweldigend mooi, het voor de meeste mensen bekende gouden masker is kleiner dan we dachten. Er is zelfs voor de drie sarcofagen veel goud en edelstenen gebruikt, deze farao was erg geliefd. Er zijn zoveel items in het museum dat het bijna onmogelijk is alles te bekijken. Je kunt er waarschijnlijk wel dagen doorbrengen voordat je alles hebt gezien. In de loop van de ochtend is het zo druk geworden dat het bijna onmogelijk is de vitrines te bekijken. Het was wel genoeg voor vandaag.
Ons volgende plan is de Caïro toren te beklimmen. Het toegangskaartje is drie keer zo duur als in onze recente gids staat maar toemaar, we zijn er nu eenmaal. Je zou de pyramides moeten kunnen zien maar het is nogal "smoggy".

ls we goed kijken zien we inderdaad de vage contouren maar op de foto is dat waarschijnlijk niet eens meer te zien. Eigenlijk ontbreekt ons de energie om een nieuw hotel te zoeken en verlangen we terug naar de zeebries die in Alexandrië waait. Het is bijna niet uit te houden van de warmte en de drukte in Caïro. Waar je ook komt wordt je als buitenlander afgeperst. Toen we water kochten bij een straatkraam hoorden we de jongen die af moest rekenen aan zijn broer vragen wat de prijs voor Amerikanen was. Op den duur komt dat de keel uit. We gaan terug naar het station. Bij de moeizame onderhandeling (vooraf) met de taxichauffeur krijgen we hulp van de touristpolice die hier sinds de aanslagen in 1990 in grote getallen aanwezig is. Toch wel een prettig gevoel in deze chaos. Terug op het station worden we geronseld voor een "airco toeringcar" door nota bene een spoorweg beambte. Veel goedkoper, sneller en wat ons aanspreekt, ook eerder, deze bus. Eénmaal onderweg lijkt de airco het te begeven en we zitten op een krappe plek tegenelkaar aangeplakt. Er wordt gratis water verstrekt maar Anne durft dat niet aan. Wel gechloreerd, maar toch. Veel later dan verwacht komen we in Alexandrië terug. Wel op een plek waar we alvast buskaarten kopen voor de reis naar de Sinaï, komend weekend.terug naar boven
Onze Egyptische vrienden zitten 's avonds weer op de steiger er we worden met klem uitgenodigd. Ze vinden het prachtig dat Caïro ons niet zo beviel en lachen om wat ons is overkomen. Er wordt weer ruim gegeten en eigenlijk wordt de rest van ons verblijf in "Alex" al ingevuld.
Maandag, 6 augustus worden we 's morgens met een auto opgehaald en gaan op bezoek bij één van de Egyptische studievrienden die schoenen en tassen maakt naar Italiaanse voorbeelden. Uiteraard met Egyptische arbeidskrachten een stuk goedkoper en bovendien krijgen we nog 30% korting aangeboden. Er is ruim keus in fraaie modellen en zo worden een paar schoenen en een handtas aangeschaft voor weinig geld. Toen naar een grote supermarkt waar we weer groot levensmiddelen hebben ingeslagen. Voor ons zo anders om alles uit handen te geven. Zelf het tasje met schoenen wordt naar de auto gedragen. Boodschappen pak je niet zelf in en als je een ijsje onderweg koopt toeter je naar een ijssalon. Mensen komen aanrennen en met een fooi van 50 piaster (nog geen 35 cent) is men dik tevreden. In de jachthaven worden de boodschappen naar de boot gedragen. We gaan het nog leuk vinden! 's Avonds mengen we ons weer in het Egyptische gezelschap. We hebben nu ontdekt dat ze de hele zomer lang dagelijks, laat in de avond bij elkaar komen in de jachtclub om samen te eten. Met gekruide rijst gevulde kleine eend krijgen we nu. De darmen van Anne zijn al volledig van slag maar het is onmogelijk om eten te weigeren. We worden na afloop uitgenodigd om met Mustafa en zijn familie mee naar huis te gaan en worden dan morgenvroeg weer terug gebracht. Het lijkt ons leuk om eens in een Egyptische huishouding te kijken. Als we van boord stappen glijdt Anne uit en valt tussen wal en schip. Gelukkig is de mobiele telefoon in de nieuwe tas ongedeerd gebleven, de rest is overkoombaar. Het is een knap stuk rijden met z'n 9-en in de auto. Een nieuw villadorp gebouwd op een stukje drooggelegd meer wat achter Alexandrië ligt. Een prachtige villa maar helaas is de airco stuk. Het wordt een warme nacht met een aantal spoedexpedities naar het toilet. Gedurende onze reis is ons eigen schip nog steeds de beste plek om te slapen!
Dinsdag, 7 augustus rijden we met Mustafa mee terug naar Alexandrië. Om 12 uur worden we opgehaald in auto met chaufeur van Mr. Zayed, ook één van onze nieuwe Egyptische vrienden, om te proberen een verbinding met een provider in Egypte tot stand te brengen. We hebben onze eigen laptop mee maar na twee uur proberen geven we het op. Het is onvoorstelbaar hoe behulpzaam en gastvrij deze mensen zijn. We boffen dat we ze zijn tegengekomen! Het plan is nu om via één van de computers op het bedrijf dit reisverslag te versturen maar daar hebben we software voor nodig wat nog op de boot ligt. We gaan het nog een keer proberen!
We blijven deze week in en om "Alex" en reizen vrijdagnacht naar Sharm el Sjeik om met onze dochter Miriam en haar vriendin Marja een week door de Sinaï woestijn te trekken. Rond 20 augustus gaan we onderweg naar Cyprus.

Donderdag, 9 augustus.

We zijn wat bezienswaardigheden van Alexandrië gaan bekijken. Ondermeer het juwelenmuseum waar een deel van de juwelen van de laatste koningen van Egypte geëxposeerd zijn. Voor het maken van foto's vraagt men zoveel extra geld dat we ons toestel maar ter bewaring afgeven.
Het paleis van koning Farouk, de laatste koning van Egypte, is van binnen niet te bezichtigen maar de tuinen er omheen zijn tegen betaling opengesteld voor publiek.

We zagen een aantal Hoppen en zelfs een nest met jongen. Met wat geduld hebben we pa Hop op de foto gezet.

terug naar boven

Vrijdag 10 augustus. Vandaag gaan we op reis naar de Sinaï en de Rode zee. We zijn aan het einde van de middag met een vrij luxe airco bus uit Alexandrië vertrokken. In Caïro moesten we overstappen maar de verbinding sloot naadloos aan. In het donker konden we niet veel van de omgeving zien en omdat we in een tunnel onder het Suezkanaal doorgingen is ook dit markante kanaal uit ons zicht gebleven. Eenmaal in de woestijn moest de bus een aantal malen een soort contrôlepost voorbij. Bij ons werden de visa in de paspoorten vooral gecontroleerd.
Op een gegeven moment maakte de bus een noodstop. Daardoor zaten we met z'n allen met de neuzen tegen de voorruit van de bus. Een kameel van rechts heeft immers voorrang.

Twee uur eerder dan we dachten kwamen we aan in Sharm el Sheikh. Meteen weer belaagd door taxichauffeurs die we met moeite van ons af konden houden. Nee, we hebben niet een hotel nodig en we hebben tijd genoeg om de haven te zoeken waar onze dochter Miriam en haar vriendin Marja om 10 uur met de boot vanuit Hugharda zouden aankomen. De vier kilometer die de taxichauffeur ons aangaf bleek maar een paar honderd meter en zo zaten we om half zes aan de ingang van de haven. Toen de zon opkwam bood het havenhoofd ons nog een streepje schaduw. Wat duurde het lang voordat de snelle catamaran in zicht kwam. We hadden afgelopen nacht niet echt geslapen maar toen we eindelijk de meiden in zicht kregen verdween de vermoeidheid op slag!
We ontdekten dat ze tijdens de twee weken die ze al door Egypte hadden rond getrokken erg weerbaar waren geworden; we konden nog wat van ze leren!
Omdat het stadje zo dichtbij was zijn we lopend op zoek gegaan naar een hotel. We vonden een prima plek waar we twee aangrenzende bungalows voor een hele redelijke prijs hebben gehuurd. Zwembad en ontbijt en diner waren bij de prijs inbegrepen. Voor het diner kregen we vers gebakken brood bij het eten geserveerd.

terug naar boven

Het hotel kon ons de volgende dag (het is inmiddels zondag, 12 augustus) met een busje naar Na-am Bay brengen waar vlak aan het strand een rif ligt waar je kunt snorkelen. We keken onze ogen uit toen we ongeveer 50 cm grote kleurrijke vissen aan ons voorbij zagen komen!

Het rif was niet heel kleurrijk meer maar de vissen die we zagen kwamen kenden we alleen uit een aquarium; dit was echt ! We konden er geen genoeg van krijgen en met onze "onderwater"camera hadden we heel wat bekijks. We hebben heel wat minuten onderwater gefilmd en wat we kunnen laten zien is natuurlijk maar een kleine selectie.

Een jong moslim echtpaar wat geheel gekleed te water ging heeft de film bekeken en na wat aandringen van onze kant zijn ze met onze snorkels en brillen nog een keer het water ingegaan. Ze konden zich niet voorstellen dat dit zich onder water bevond. Maandag, 13 augustus hebben we eerst lekker uitgeslapen. Het hotelbusje heeft ons naar de bushalte gebracht waar we de bus naar Dahab hebben genomen. Een rit van goed anderhalf uur. Een voor ons bizar landschap trok aan onze ogen voorbij. Dahab heeft de sfeer van de laatse hippiejaren. Er zijn meer kampen (om te slapen) dan hotels en de sfeer is relaxed. Je kunt gewoon een pilsje drinken op een terras en mensen lopen in shorts en topjes. Voor Egyptenaren is dit een verdorven oord. Het is zelfs een tijd verboden geweest (voor Egyptenaren) om hier te overnachten. Er bestaat zelfs een film die zich afspeelt in Dahab en waarin jonge frisse Egyptenaren door Israëlisch met het AIDS virus besmet worden. Zo heeft Dahab een ten onrechte een slecht imago gekregen want behalve meer vrijheid hebben we er niets verdorvens aangetroffen. Uit Marja's reisgids hebben we een hotel (aan het strand) geplukt en telefonisch gereserveerd. Een grote vierpersoonskamer met een mooie koepel in het plafond en eigen sanitair. Bij het hotel hoort een Chinees restaurant waar we uitstekend hebben gegeten. Het rif voor het hotel was wel mooi maar door de hevige branding konden we er niet filmen. Men raadde ons aan de volgende dag naar Blue Hole te gaan. Een rif met een 80 meter diepe krater waar je zo vanaf het strand naar toe kunt. De weg ernaar toe was een avontuur op zich. Geen verharde weg en vlak voordat we er waren moesten we door een smalle speet in de rotsen rijden. Het ging allemaal goed en we installeerden ons op een gemoedelijke plek, eigendom van een café dat door bedoeïnen werd gerund.

Meteen gingen we op onderzoek uit. Op de aangegeven plek liepen we over het rif het water in en stonden ineens voor een enorme afgrond. Rondom dit gat ligt een steile wand prachtig koraal!

De vissen die we hier zagen waren talrijk maar over het algemeen wat kleiner dan bij het rif van Sharm el Sheikh. Beneden in de diepte zagen we duikers maar we konden ons niet voorstellen dat dáár meer te zien was. Zoiets bijzonders hebben we de hele reis nog niet gezien.

terug naar boven

Aan het einde van de middag terug naar ons hotel. Even douchen en spullen inpakken voor de kameelsafari die we voor deze avond geregeld hebben. Met een jeep beladen met eten en kookgerei, water en dekens hebben we klein stukje richting woestijn gereden waar 2 bedoeïnen met 4 kamelen op ons zaten te wachten.

De meiden hadden bij de piramiden al eens op een kameel gereden maar voor ons was dit een primeur.
De kamelen droegen ook alle bagage die mee was genomen. Ze hadden er ogenschijnlijk geen enkele moeite mee. Al lopend werd sprokkelhout verzameld voor het kampvuur. Na ongeveer anderhalf uur werd een kamp ingericht. De dekens werden voor ons op de grond uitgespreid en er werd een kookvuur gemaakt.

Allereerst een potje muntthee. Ondertussen wordt een brooddeeg gekneed. Toen het vuur een tijdlang aan was werd het opzij geschoven en het platte brood wordt onder het hete zand geschoven. Toen het vuur er weer bovenop en op het vuur ons in aluminiumfolie verpakte eten. Vlees, groenten en aardappelen werden op deze manier zachtjes gaar gestoofd. Het was een heerlijk maaltje. terug naar boven

Er was een Engels sprekende gids mee en natuurlijk ging de meeste aandacht uit naar de meiden. Hoeveel kamelen er betaald moesten worden voor Miriam? 20.000, zeiden we. Dat bleek een onhaalbare zaak voor onze gids. Hij vertelde ons een oud bedoeïnen verhaal over een prins (Anter) en het meisje van zijn dromen, een prinses (Able) van een andere stam. Ze was uiteraard erg mooi en er moesten 3000 kamelen op tafel komen om haar te huwen. Het was ongeveer de Arabische variant van Romeo en Julia en het liep slecht af. De prins deed er erg lang over om de kamelen te bemachtigen en toen het eindelijk gelukt was en hij zich melde bij de vader van Able, bleek dat ze was geschaakt. Weer een hoop gedoe en uiteindelijk sterft Anter. Een mooi verhaal maar we hebben de vraagprijs voor Mir niet verlaagd. No deal. Ondertussen was het helemaal donker. Met het licht van de sterren (de maan was er bijna niet meer) is het kamp opgebroken en gingen we weer terug naar de ontmoetingsplek met de jeep. Een onvergetelijke ervaring. Deze week vallen we van de éne in de andere verbazing!
Terug in Dahab op een terrasje zagen Miriam en Marja opeens 2 jongens voorbijkomen die ze de vorige week in Aswan hebben ontmoet.

Pieter en Frederik, afkomstig uit Zuid-Afrika zijn al vanaf mei onderweg en hebben nog heel wat landen op hun programma staan. Het zijn hartelijke jongens en we verbazen ons over de oorspronkelijkheid van de Zuid-Afrikaanse taal. Veel consequenter dan het Nederlands worden nieuwe gebruiksvoorwerpen van namen voorzien. Zo is een computer een rekenaar en een mountainbike natuurlijk een bergfiets.terug naar boven
De volgende ochtend, woensdag 15 augustus, gaan we met de bus naar St. Kathrine. De plaats zelf stelt niet veel voor maar het Grieks Orthodoxe (autonome) klooster (dat gebouwd is op de plaats waar het volk Israël de brandende braamstruik zag staan), ligt aan de voet van de Mozesberg die we willen beklimmen. Zonsopgang of zonsondergand geeft het mooiste uitzicht en wij kiezen voor het laatste. Zo hoeven we niet nog een nacht over te slaan. We huren een vierpersoonskamer bij het klooster en als we 's avonds terugkomen kunnen we er een warme maaltijd gebruiken. Het klooster ligt op ruim 1500 meter hoogte en we moeten nog ongeveer 1000 meter klimmen. We vertrekken om half vijf, dat is ongeveer het heetst van de dag. Mee om die reden gaan Aldert en Anne het eerste stuk per kameel.

De meiden weten nog niet wat ze doen en blijven vooralsnog op de hotelkamer. Het is weer een onvergetelijke ervaring om op een kameel door dit landschap te rijden. Deze dieren vormen één geheel met het landschap ). Helemaal naar boven gaan ze niet, het meest steile stuk moet te voet. We zijn uiterst verbaast als we op het laatste stuk worden ingehaald door Miriam en Marja. terug naar boven

Notabene later vertrokken en nu al bijna boven! Het is gelukkig nog niet zo druk als we helemaal boven op de top van het uitzicht genieten. De zon gaat langzaam onder. Veertig jaren trok het volk Israël door deze woestijn, wij 4 dagen nu. Maar misschien op dezelfde plek zag Mozes de zon achter de bergen verdwijnen...

terug naar boven

Donderdag, 16 augustus zijn we voor dag en dauw weer met de bus uit de Sinaï gereden. Nu met daglicht zodat we ook het Suezkanaal konden zien. In Caïro zijn we overgestapt op de trein naar Alexandrië. Dat reist toch wel zo confortabel. Eind van de middag waren we weer in de jachthaven en konden we de wachtsman, die onze boot had bewaakt, aflossen. We troffen de boot aan zoals we hem hebben achtergelaten. Alleen zijn door de extreme aangroei in het water de in- en uitlaten dichtgeslibt. Het water in de badkamer loopt haast niet meer weg en de w.c. pomp functioneert ook niet meer naar behoren. Met de pomp zelf blijkt niet mis, morgen het (vieze) water maar in om de openingen te controleren.
Vrijdag, 17 augustus, Met snorkel en duikbril en veel tegenzin gaat Aldert het water in. Een bijna 10cm. dikke laag vreemde aangroei op vrijwel het hele onderwateroppervlak van het schip. De in- en uitlaten worden vrij gemaakt en alles functioneert weer! De volgende dag nog een zware klus om met roestborstel en harde bezem de zaak weer schoon te vegen. Het water is 30 graden celcius en kennelijk zeer groeizaam. Uiteindelijk krijgen we de boel weer schoon en zetten we maandagmiddag koers naar Cyprus.
terug naar boven
Maandag 20 augustus.
Drie dagen geleden is er al een begin gemaakt met de formaliteiten rond ons vertrek. Er zijn formulieren om zowel het schip als onszelf uit te klaren en we hebben braaf alles ingevuld en ondertekend. Men is wat nerveus over het feit dat Miriam en Marja nog aan boord zijn. We hebben uitdrukkelijk gezegd met z'n tweeën te zullen vertrekken. Dat was, omdat we met Jurjen en Maysha zijn ingeklaard al gedoe genoeg. Er is een brief opgesteld waarin we verklaren dat Jurjen en Maysha Egypte per vliegtuig hebben verlaten. Deze ochtend is oude man Hassan met de papieren en met geld weer de loketten bij langs gegaan. Deze keer hoefden we zelf niet mee. Zo kon oude man Hassan ook mooi wat Egyptische ponden achterover drukken. Eind van de ochtend kwam hij terug met de douane die inderdaad heeft gecontroleerd of alle electronica die ingevoerd was nog in ons bezit, en ook weer uitgevoerd zou worden. Alles in orde. Paspoorten weer opgelucht in ontvangst genomen. Alleen de scheepspapieren ontbreken nog. We hebben het havengeld al betaald maar oude man Hassan wil meer fooi voordat hij de papieren terug geeft. Het liefst ook discreet dus als wij hem door iemand anders luidkeels laten roepen en hem de fooi in het bijzijn van zijn baas geven voelt hij zich erg ongemakkelijk en ziet zichzelf genoodzaakt de fooi aan zijn baas af tge geven. Oog om oog, tand om tand. We willen om drie uur 's middags weg maar Hassan zit, omringd door "belangrijke" legermensen mét de scheepspapieren rustig op het terras. Half vier, weer inspectie van de paspoorten. Men snapt er niets van en we moeten zelf uitleggen wat onze nationaliteit is. Er komt weer een delegatie aan boord. Inmiddels zijn Miriam en Marja al met hun bagage aan de wal dus die verwarring is er niet. Alles in orde en men ziet erop toe dat we de trossen los gooien en inderdaad vertrekken. Onze Egyptische vrienden ontfermen zich over de meiden die straks naar het busstation gebracht worden en met een luxe bus rechtstreeks naar het vliegveld reizen.
Gevoel van opluchting overheerst als we Alexandrië uitvaren.
terug naar boven
Dinsdag,21 augustus. Helemaal trilvrij draait de schroef niet en erg snel komen we ook niet vooruit dus nu we weer in helder water zijn gaat Aldert een kijkje onder de boot nemen. Er blijkt nog flink wat aangroei onderwater te zijn en het valt niet mee om al duikend, dit te verwijderen. De onderste platen en de kiel zijn het lastigst. We waren van plan om, als voordat we op de dieplader naar huis gaan, het onderwaterschip te verven. Dit kunnen we beter doen als we op Cyprus zijn. Dat hebben we er op de grote oversteek naar Italië ook profijt van! Volgens de pilot heeft de jachthaven hijscapaciteit.
Afwisselend zeilen we en gaan we op de motor. De afstand die we op een dag afleggen zijn onder ons gemiddelde maar we hebben alle tijd.

Woensdag 22 augustus begint de wind op te steken en moet er 's avonds een rif in het grootzeil, we gaan meer dan 6 knopen! Zo komt Cyprus 's nachts al in zicht en donderdag 23 augustus maken we om 09:00 vast aan de kade van de jachthaven in Larnaca om ons te melden. Bij het informeren naar droogstaan krijgen we te horen dat we vanmiddag om 14:00 al het water uitgaan. Nou ja, eigenlijk komt ons dat ook goed uit. Zo hebben we ruim tijd om deze klus te klaren voordat Anne's ouders op Cyprus landen.terug naar boven
Stipt twee uur liggen we voor de bootlift en volgens Cyprus-gewoonte komen er een uur later mensen aan. Het gaat heel secuur aan de hand van een foto die we hebben waarop de boot in de stroppen hangt. Zodra de boot uit het water getild is zien we de aangroei op de onderste platen en op de schroef. Het ziet er bizar uit.

Met een hogedrukspuit wordt de aangroei verwijderd en het is goed te zien hoe de aangroei eruit ziet. Gelukkig gaat het er goed af, evenals een deel van de verf maar die is vervangbaar. Een goed uur later staan we hoog, schoon en droog op de wal, een raar gevoel zo'n boot die niet beweegt.

terug naar boven

We worden aangesproken door een Australische wereldreiziger die graag iets wil verdienen en komen overéén dat hij voor ons de boot gaat schuren en verven. Er blijven nog genoeg klusjes over en op deze manier kunnen we snel het water weer in.
Vrijdag 24 augustus wordt geschuurd en zaterdag 25 augustus wordt de eerste laag verf aangebracht
.

Zondag 26 augustus de tweede laag en maandagochtend 27 augustus hangen we om goed negen uur weer in de bootlift. Het midzwaard kan nu worden geschildert en de plekken waar de stutten zaten. De onderkant van de boot is weer tiptop! We worden uiterst voorzichtig het water weer ingezet en na een vreugderondje, even buiten de haven, maken we vast aan de kade. Het is erg nodig om het hele schip zowel van binnen als van buiten schoon te maken. Op een werf wordt een schip meestal heel vies! De zachte deining voelt heel wat beter dan het niet bewegen op de wal. We hadden alletwee af en toe het gevoel dat we tóch bewogen en dat we misschien wel om zouden vallen.terug naar boven
We hebben een klein autootje (maar wel met airco) gehuurd en eind van de middag tuffen we naar het vliegveld om de ouders van Anne op te halen. Daar horen we dat het vliegtuig pas om zeven uur vanavond verwacht wordt en uiteindelijk wordt het acht uur als het vliegtuig landt. Het is een vreugdevol weerzien.

We brengen ze naar het hotel waar ze deze week zullen slapen en ontbijten. Er is nog heel wat bij te praten. Dinsdag, 28 augustus beginnen we een plan te maken wát deze week te gaan bezichtigen. Met het autootje kunnen we alle kanten uit! Deze eerste dag gaan we naar Lefkara een dorp dat beroemd is door het handwerk dat er gemaakt wordt. De vrouwen maken kanten kleden en de mannen maken allerlei voorwerpen en sieraden van zilverfiligraan. Leuk ook om te zien hoe mensen hiermee bezig zijn en er wordt een allang gewenst kleedje voor op de tafel en een paar oorbellen aangeschaft. Met deze buit gaan we weer terug naar Larnaca.
Woensdag, 29 augustus gaat de reis naar Nicosia of Lefkosia zoals de Cyprioten zeggen. Door de hoofdstad loop de scheiding tussen Noord- en Zuid-Cyprus die wordt bewaakt door UNFICYP soldaten. Een onplezierige aanblik. De oude binnenstad maakt, los van de uiteraard goed verzorgde winkelstraat, een wat verwaarloosde indruk. Huizen en gebouwen die bijna op instorten staan. We eten een broodje bij de markt die net buiten de oude stadsmuur wordt gehouden.
terug naar boven

's Middags brengen we een bezoek aan de Lazaruskerk in Lanarca. De middeleeuwse naam van de stad Lacarna is afgeleid van het Griekse woord Larnax (sarcofaag). In Lacarna zijn veel sarcofagen gevonden. Één daarvan, in de 9e eeuw ontdekt, droeg het opschrift: "Lazarus, vriend van Christus". Voor de mensen uit die tijd stond vast dat dit de laatste rustplaats moest zijn voor de man die eens door Christus uit de dood was opgewekt. Men heeft de stoffelijke resten van Lazarus voor het grootste deel overgebracht naar Constantinopel en toen in ruil daarvoor gelden ontvangen om in Larnaca een kerk te bouwen. Later zijn de stoffelijke resten door kruisvaarders meegenomen met de bedoeling deze weer naar Cyprus te brengen. Helaas is er tijdens de reis iets fout gegaan want de stoffelijke resten zijn zoek geraakt. De kerk is vooral beroemd door het houtsnijwerk aan de iconostase.

terug naar boven

Donderdag, 30 augustus gaat de reis naar Limassol, de grootste havenplaats van Cyprus en de op één na grootste stad. Geen oude stadskern, de meeste gebouwen zijn van na 1974 en er wordt nog volop gebouwd. We rijden naar het zoutmeer in de hoop daar flamingo's aan te treffen maar in tegenstelling tot het zoutmeer bij Lacarna staat dit meer droog. Dus blijft larnaca-zoutmeer nog op ons programma staan.
Vrijdag, 31 augustus snorren we met de kleine Hyundai naar Paphos. Hier werd, uit het schuim van de zee op een rots (de Petra tou Rominou) de godin van de schoonheid en de liefde, Aphrodite geboren.

De kleuren van de struik op de foto zijn geen bloemen maar zakdoeken waarop vrouwen die hier baadden een wens hebben geschreven.
Ook Paulus heeft voetstappen op dit eiland gezet. De bijbel verhaalt over Paulus' aktie waar hij een joodse tovenaar die zich voor profeet uitgaf met blindheid sloeg (Hand.13:4-12). Hier in Paphos heeft het verhaal volgens de plaatselijke overlevering een voor Paulus onplezierig staartje. Hij werd vastgebonden aan een paal (nog steeds te bezichtigen) en gegeseld. De schrijver van dit verhaal in de bijbel vond het kennelijk beter dit gedeelte niet vast te leggen....
terug naar boven

 

plan 
de route 
reisverslag 
techniek 
Photo's