|

Egypte en Cyprus.
Het gaat voorspoedig en rond de middag zeilen we de haven van Alexandrië
binnen.

Het
is woensdag, 1 augustus en we zijn in Egypte!
Een steiger was zo 1,2,3 niet te vinden maar we zagen een Nederlandse
boot! (dachten we). De Egyptische vlag is rood wit zwart maar als de zon
er lang op heeft geschenen lijkt het (donker)blauw. Veel visserboten voor
anker en wat kleine pleziervaartuigen. Niets dat op een jachthaven lijkt.
We zijn al gesignaleerd en zodra we op de kleine steiger afvaren komen
mensen ons te hulp schieten. We krijgen meteen 3 mensen aan boord die
alles willen zien, Eén in legeruniform vraagt honderuit in gebrekkig
Engels. Kijkt de rugzakken van Jurjen en Maysha door en meldt dat we niets
mogen fotograferen. We zijn wat overdonderd en als onze paspoorten
ingenomen worden en we horen dat we het terrein niet mogen verlaten zakt
de stemming. Hoezo "fijn dat we in Egypte zijn"?
Aldert gaat, onder begeleiding, met een taxi de poort uit om formaliteiten
te regelen. Blijkt dat aan de steiger liggen 200 Egyptische ponden (=hfl.130,-)
per dag kost-absurd dus. Blijkt dat we visa moeten kopen met Amerikaanse
dollars. Blijkt dat inklaren van het schip ruim 1000 pond (=hfl.650,-)
kost en de overige formaliteiten nog meer.
Aldert komt terug met brood, zonder paspoorten en zonder succesvolle
afhandeling van de formaliteiten. Zo makkelijk gaat dat allemaal niet.terug naar boven
Donderdag, 2 augustus. Zolang de paspoorten niet terug zijn
kunnen Jurjen en Maysha niet van boord. We krijgen hulp van de jachtclub
en gaan met chauffeur en oude man Hassan op weg om dollars te kopen. Na 2
wisselkantoren en drie banken proberen we het met succes op de zwarte
mark. (de banken bezoeken is een belevenis op zich; in een
ongelofelijke chaos staan mensen in lange rijen geduldig te wachten tot ze
afgeblaft worden aan de kassa) We vinden het absurd, deze regel. De
douane betalen met dollars die je in Egypte moet kopen. Maar regels zijn
regels en als we niet meewerken moeten we binnen 48 uur vertrekken.
Moeizaam lopen we van loket naar loket en er ontstaan stapels papierwerk.
Er komt een doktersverklaring dat we allemaal gezond zijn en alles wordt (incusief
steekpenningen) betaald. Aan het begin van de middag komen we terug aan
boord mét 2 douane mensen die vanalles noteren. Nummers van pc, camera,
electronica, motoren, hoeveel tassen (kleren) we mee hebben... Sommige
nummers ontstaan ter plekke en dat werkt ook. Gelukkig geen heibel over
bier en sterke drank. Eigenlijk stelt het allemaal niet zoveel voor,
concluderen we als ze weer weg zijn.
In onze paspoorten staat alles genoteerd. Zouden ze weer komen controleren
of we met deze spullen het land weer verlaten? Hoe dan ook, we hebben onze
paspoorten weer. De scheepspapieren nog niet, die krijgen we als we
havengeld betaald hebben. Het is niet de bedoeling dat we aan de kleine
steiger blijven liggen, want stel dat er nog een jacht zou komen, kan deze
zich niet aanmelden. We moeten dus naar een boei en Aldert maakt zich daar
erg druk over omdat het verzekeren van het schip in Egypte alleen mogelijk
was als we in een bewaakte jachthaven zouden liggen. Dit kleine steigertje
met overigens wel een heel sjiek oud Engels clubhuis inclusief luxe
bediendes, mag geen bewaakte jachthaven heten. Aldert staat er op de grote
baas zelf te spreken en uiteindelijk krijgt hij contact met "de
dokter". Deze is na enig aandringen gevoelig geworden voor de
verzeker-argumentatie en hij maakt zich persoonlijk verantwoordelijk voor
het welzijn van de Necton. Zo krijgen we een plek op steenworp afstand van
de pier toegewezen. De staf krijgt opdracht scherp op te letten en er
wordt overeengekomen dat, als wij er zelf niet zijn, er een wachtsman
s'nachts aan boord komt slapen. Wel tegen betaling natuurlijk, maar daar
zijn we al aan gewend geraakt. Zo liggen we aan een ankerboei; dat biedt
ons ook meer privacy. Men is erg nieuwsgierig, we zijn de enige
buitenlanders. Dat is ook goed te merken als we 's middags door de stad
lopen. Van alle kanten wordt ons "welcome, welcome!"
toegeroepen. Het voelt allemaal nog erg ongemakkelijk. De geuren (stank)
van de stad en de opdringerigheid van de mensen (zeuren om "baksjis"
oftewel geld) maakt dat vooral Maysha en Anne zich niet helemaal senang
voelen.
We sluiten de dag af met een afscheidsetentje in het restaurant van de
jachtclub en brengen Jurjen en Maysha dan per koets naar het station. Ze
gaan met de trein naar Caïro en vandaar naar de Sinaï woestijn. We gaan
terug met de taxi en worden flink afgezet. We moeten beter onderhandelen
en gepast geld hebben. Even wennen nog.terug naar boven
Gisteravond hebben we kennis gemaakt met een clubje oude studievrienden
die elkaar elk jaar opzoeken en met het jacht van één van hen een
uitstapje maken. We zijn uitgenodigd om morgenmiddag mee te gaan.
Het lukt ons nog niet om in te bellen bij de Egyptische provider maar na
alle toestanden verbaast ons dat niet meer. Misschien moet dit verslag nog
een tijd wachten voordat we het kunnen versturen en gaan we op zoek naar
een internetcafé om te mailen. We zien wel!
Vrijdag, 3 augustus. Het is weer tijd om "schoon
schip" te maken. Daar zijn we de ochtend mee bezig. 's Middags gaan
we aan boord van de Dragon, het motorjacht van onze nieuwe
Egyptische vrienden.
terug naar boven
Iedereen blijkt goed Engels te spreken en zowel de mannen
als de meeste vrouwen in dit gezelschap hebben of een eigen bedrijf of
zijn arts, psychiater e.d. Er gaan een aantal bedienden mee, iets wat we
niet gewend zijn. We hebben een tas met kadootjes meegenomen maar de fles
wijn die daarbij zat is achteraf een vergissing. Islamieten gebruiken
absoluut geen alcohol, hoe vrijzinnig ze verder ook zijn. Alcohol
gebruiken betekent 40 dagen niet mogen bidden, ondenkbaar voor islamieten.
Men neemt het ons niet kwalijk. We leren vandaag een beetje arabisch. De
getallen, de verschillende groeten. We varen een rondje door de haven met
2 jachten en in de loop van de middag wordt er ruim gegeten.

We zijn onder de indruk van de gastvrijheid en de
vriendelijkheid. Iedereen wil ons helpen. Eén van de vrouwen heeft een
baan in de computerbranche en biedt aan ons "niet kunnen verbinden
met de Egyptische provider"op te lossen. Er wordt meteen gebeld maar
volgens de provider ligt het probleem in Nederland (interne
verificatiefout...). Ze houdt het probleem bij zich, we zien wel hoe het
afloopt. 's Avonds gaan we met de jongelui op stap. Ze willen ons hun
"club" laten zien. Ook weer eigendom van één van de neven in
de familie. Het is een Nubische club in de openlucht, middenin de woestijn
buiten Alexandrië. Er wordt gedanst en we leren een beetje Egyptisch
buikdansen. Aldert probeert de "sjisja", de waterpijp. Uiteraard
wordt er geen alcohol geschonken en na diverse glazen vers vruchtensap
beginnen de darmen wat te protesteren. Rond middernacht zijn we weer terug
op de boot. Zaterdag, 4 augustus vertrekken we optijd. De wachtsman
staat al klaar en bezorgt ons een taxi naar het station tegen een
redelijke prijs. Een eersteklas kaartje kost 23 pond (plm. 15,-). In de
tweede en derde klas reis je bijna voor niets maar dan moet je wel tegen
een stootje kunnen en airco is er ook niet. We lunchen in de trein en aan
het eind van de middag rijden we Caïro binnen. We hadden van de
jachtclub een hotel adres meegekregen. Wel aardig duur (130,-) maar in het
centrum en met airco. Daar was ook alles mee gezegd. Meer bood de kamer
niet. Weer een hoop gehannes met de taxichauffeur. Het hotel had ons
verteld dat de rit 5 pond moest kosten. Men vroeg 20. Maar uiteindelijk
hebben we 8 pond betaald en dat was o.k.terug naar boven
's Avonds zijn we de Khan el-Khalili-bazaar gaan verkennen. Het is
erg vermoeiend om constant aangeboden diensten en koopwaar te moeten
afwijzen. We zouden nog soefie dansen in de moskee gaan zien, wat gratis
is. Wij moesten fors entree betalen en zagen ervan af. Op de terugweg naar
het hotel heeft Aldert zijn haar nog laten knippen. De kapper moest nog
een stuk gebed afmaken voordat hij aan de klus kon beginnen. Hij heeft er
erg zijn best opgedaan en zelfs het haar nog gewassen. Bekaf zijn we weer
in het hotel beland. Er zat niets in de minibar en omdat we erge dorst
hadden hebben we in de bar van het hotel een pilsje (jawel) gedronken en
ondertussen gezien hoe Egypte met 1 - 0 heeft gewonnen van Real Madrid.
Terug op de hotelkamer viel na een paar minuten de stroom uit, dus ook de
airco. Het werd al snel erg heet in de kamer. Na een kwartier was het weer
o.k. In de loop van de nacht is de stroom nog twee keer langdurig
uitgevallen en we besloten af te zien van een tweede nacht in dit hotel. Zondag,
5 augustus staat een bezoek aan het Egyptisch museum op ons programma.
Hoewel we er vlak na openingstijd zijn moeten we al in de rij staan. Maar
we volgen het advies op van de Nederlandse wereldreizigers Tineke en Jimmy,
die we op Mykonos zijn tegen gekomen en zodra we binnen zijn stuiven we de
trap op achterin het museum, op weg naar de Toetanchamon expositie. Daar
is het nog betrekkelijk rustig en vol verbazing bekijken we de pracht en
praal van zijn begrafenis outfit en alle dingen die er mee begraven zijn.
Zelfs het speelgoed uit zijn jonge jaren. De sieraden zijn overweldigend
mooi, het voor de meeste mensen bekende gouden masker is kleiner dan we
dachten. Er is zelfs voor de drie sarcofagen veel goud en edelstenen
gebruikt, deze farao was erg geliefd. Er zijn zoveel items in het museum
dat het bijna onmogelijk is alles te bekijken. Je kunt er waarschijnlijk
wel dagen doorbrengen voordat je alles hebt gezien. In de loop van de
ochtend is het zo druk geworden dat het bijna onmogelijk is de vitrines te
bekijken. Het was wel genoeg voor vandaag.
Ons volgende plan is de Caïro toren te beklimmen. Het toegangskaartje is
drie keer zo duur als in onze recente gids staat maar toemaar, we zijn er
nu eenmaal. Je zou de pyramides moeten kunnen zien maar het is nogal
"smoggy".
ls we goed kijken zien we inderdaad de vage contouren maar op de foto is
dat waarschijnlijk niet eens meer te zien. Eigenlijk ontbreekt ons de
energie om een nieuw hotel te zoeken en verlangen we terug naar de
zeebries die in Alexandrië waait. Het is bijna niet uit te houden van de
warmte en de drukte in Caïro. Waar je ook komt wordt je als buitenlander
afgeperst. Toen we water kochten bij een straatkraam hoorden we de jongen
die af moest rekenen aan zijn broer vragen wat de prijs voor Amerikanen
was. Op den duur komt dat de keel uit. We gaan terug naar het station. Bij
de moeizame onderhandeling (vooraf) met de taxichauffeur krijgen we hulp
van de touristpolice die hier sinds de aanslagen in 1990 in grote getallen
aanwezig is. Toch wel een prettig gevoel in deze chaos. Terug op het
station worden we geronseld voor een "airco toeringcar" door
nota bene een spoorweg beambte. Veel goedkoper, sneller en wat ons
aanspreekt, ook eerder, deze bus. Eénmaal onderweg lijkt de airco het te
begeven en we zitten op een krappe plek tegenelkaar aangeplakt. Er wordt
gratis water verstrekt maar Anne durft dat niet aan. Wel gechloreerd, maar
toch. Veel later dan verwacht komen we in Alexandrië terug. Wel op een
plek waar we alvast buskaarten kopen voor de reis naar de Sinaï, komend
weekend.terug naar boven
Onze Egyptische vrienden zitten 's avonds weer op de steiger er we worden
met klem uitgenodigd. Ze vinden het prachtig dat Caïro ons niet zo beviel
en lachen om wat ons is overkomen. Er wordt weer ruim gegeten en eigenlijk
wordt de rest van ons verblijf in "Alex" al ingevuld.
Maandag, 6 augustus worden we 's morgens met een auto
opgehaald en gaan op bezoek bij één van de Egyptische studievrienden die
schoenen en tassen maakt naar Italiaanse voorbeelden. Uiteraard met
Egyptische arbeidskrachten een stuk goedkoper en bovendien krijgen we nog
30% korting aangeboden. Er is ruim keus in fraaie modellen en zo worden
een paar schoenen en een handtas aangeschaft voor weinig geld. Toen naar
een grote supermarkt waar we weer groot levensmiddelen hebben ingeslagen.
Voor ons zo anders om alles uit handen te geven. Zelf het tasje met
schoenen wordt naar de auto gedragen. Boodschappen pak je niet zelf in en
als je een ijsje onderweg koopt toeter je naar een ijssalon. Mensen komen
aanrennen en met een fooi van 50 piaster (nog geen 35 cent) is men dik
tevreden. In de jachthaven worden de boodschappen naar de boot gedragen.
We gaan het nog leuk vinden! 's Avonds mengen we ons weer in het
Egyptische gezelschap. We hebben nu ontdekt dat ze de hele zomer lang
dagelijks, laat in de avond bij elkaar komen in de jachtclub om samen te
eten. Met gekruide rijst gevulde kleine eend krijgen we nu. De darmen van
Anne zijn al volledig van slag maar het is onmogelijk om eten te weigeren.
We worden na afloop uitgenodigd om met Mustafa en zijn familie mee naar
huis te gaan en worden dan morgenvroeg weer terug gebracht. Het lijkt ons
leuk om eens in een Egyptische huishouding te kijken. Als we van boord
stappen glijdt Anne uit en valt tussen wal en schip. Gelukkig is de
mobiele telefoon in de nieuwe tas ongedeerd gebleven, de rest is
overkoombaar. Het is een knap stuk rijden met z'n 9-en in de auto. Een
nieuw villadorp gebouwd op een stukje drooggelegd meer wat achter
Alexandrië ligt. Een prachtige villa maar helaas is de airco stuk. Het
wordt een warme nacht met een aantal spoedexpedities naar het toilet.
Gedurende onze reis is ons eigen schip nog steeds de beste plek om te
slapen!
Dinsdag, 7 augustus rijden we met Mustafa mee terug naar
Alexandrië. Om 12 uur worden we opgehaald in auto met chaufeur van Mr.
Zayed, ook één van onze nieuwe Egyptische vrienden, om te proberen een
verbinding met een provider in Egypte tot stand te brengen. We hebben onze
eigen laptop mee maar na twee uur proberen geven we het op. Het is
onvoorstelbaar hoe behulpzaam en gastvrij deze mensen zijn. We boffen dat
we ze zijn tegengekomen! Het plan is nu om via één van de computers op
het bedrijf dit reisverslag te versturen maar daar hebben we software voor
nodig wat nog op de boot ligt. We gaan het nog een keer proberen!
We blijven deze week in en om "Alex" en reizen vrijdagnacht naar
Sharm el Sjeik om met onze dochter Miriam en haar vriendin Marja een week
door de Sinaï woestijn te trekken. Rond 20 augustus gaan we onderweg naar
Cyprus.
Donderdag, 9 augustus.
We zijn wat bezienswaardigheden van Alexandrië gaan bekijken. Ondermeer
het juwelenmuseum waar een deel van de juwelen van de laatste koningen van
Egypte geëxposeerd zijn. Voor het maken van foto's vraagt men zoveel
extra geld dat we ons toestel maar ter bewaring afgeven.
Het paleis van koning Farouk, de laatste koning van Egypte, is van binnen
niet te bezichtigen maar de tuinen er omheen zijn tegen betaling
opengesteld voor publiek.

We zagen een aantal Hoppen en zelfs een nest met jongen.
Met wat geduld hebben we pa Hop op de foto gezet.
terug naar boven
Vrijdag 10 augustus. Vandaag gaan we op reis naar de Sinaï
en de Rode zee. We zijn aan het einde van de middag met een vrij luxe
airco bus uit Alexandrië vertrokken. In Caïro moesten we overstappen
maar de verbinding sloot naadloos aan. In het donker konden we niet veel
van de omgeving zien en omdat we in een tunnel onder het Suezkanaal
doorgingen is ook dit markante kanaal uit ons zicht gebleven. Eenmaal in
de woestijn moest de bus een aantal malen een soort contrôlepost voorbij.
Bij ons werden de visa in de paspoorten vooral gecontroleerd.
Op een gegeven moment maakte de bus een noodstop. Daardoor zaten we met
z'n allen met de neuzen tegen de voorruit van de bus. Een kameel van
rechts heeft immers voorrang.

Twee uur eerder dan we dachten kwamen we aan in Sharm el Sheikh.
Meteen weer belaagd door taxichauffeurs die we met moeite van ons af
konden houden. Nee, we hebben niet een hotel nodig en we hebben tijd
genoeg om de haven te zoeken waar onze dochter Miriam en haar vriendin
Marja om 10 uur met de boot vanuit Hugharda zouden aankomen. De vier
kilometer die de taxichauffeur ons aangaf bleek maar een paar honderd
meter en zo zaten we om half zes aan de ingang van de haven. Toen de zon
opkwam bood het havenhoofd ons nog een streepje schaduw. Wat duurde het
lang voordat de snelle catamaran in zicht kwam. We hadden afgelopen nacht
niet echt geslapen maar toen we eindelijk de meiden in zicht kregen
verdween de vermoeidheid op slag!
We ontdekten dat ze tijdens de twee weken die ze al door Egypte hadden
rond getrokken erg weerbaar waren geworden; we konden nog wat van ze
leren!
Omdat het stadje zo dichtbij was zijn we lopend op zoek gegaan naar een
hotel. We vonden een prima plek waar we twee aangrenzende bungalows voor
een hele redelijke prijs hebben gehuurd. Zwembad en ontbijt en diner waren
bij de prijs inbegrepen. Voor het diner kregen we vers gebakken brood bij
het eten geserveerd.
terug naar boven
Het hotel kon ons de volgende dag (het is inmiddels zondag,
12 augustus) met een busje naar Na-am Bay brengen waar vlak
aan het strand een rif ligt waar je kunt snorkelen. We keken onze ogen uit
toen we ongeveer 50 cm grote kleurrijke vissen aan ons voorbij zagen komen!
Het rif was niet heel kleurrijk meer maar de vissen die we zagen kwamen
kenden we alleen uit een aquarium; dit was echt ! We konden er geen genoeg van krijgen en met onze
"onderwater"camera hadden we heel wat bekijks. We hebben heel
wat minuten onderwater gefilmd en wat we kunnen laten zien is natuurlijk
maar een kleine selectie.
 
Een jong moslim echtpaar wat geheel gekleed te water ging
heeft de film bekeken en na wat aandringen van onze kant zijn ze met onze
snorkels en brillen nog een keer het water ingegaan. Ze konden zich niet
voorstellen dat dit zich onder water bevond. Maandag, 13 augustus hebben we eerst lekker uitgeslapen. Het
hotelbusje heeft ons naar de bushalte gebracht waar we de bus naar Dahab
hebben genomen. Een rit van goed anderhalf uur. Een voor ons bizar
landschap trok aan onze ogen voorbij. Dahab heeft de sfeer van de laatse
hippiejaren. Er zijn meer kampen (om te slapen) dan hotels en de sfeer is
relaxed. Je kunt gewoon een pilsje drinken op een terras en mensen lopen
in shorts en topjes. Voor Egyptenaren is dit een verdorven oord. Het is
zelfs een tijd verboden geweest (voor Egyptenaren) om hier te overnachten.
Er bestaat zelfs een film die zich afspeelt in Dahab en waarin jonge
frisse Egyptenaren door Israëlisch met het AIDS virus besmet worden. Zo
heeft Dahab een ten onrechte een slecht imago gekregen want behalve meer
vrijheid hebben we er niets verdorvens aangetroffen. Uit Marja's reisgids
hebben we een hotel (aan het strand) geplukt en telefonisch gereserveerd.
Een grote vierpersoonskamer met een mooie koepel in het plafond en eigen
sanitair. Bij het hotel hoort een Chinees restaurant waar we uitstekend
hebben gegeten. Het rif voor het hotel was wel mooi maar door de hevige
branding konden we er niet filmen. Men raadde ons aan de volgende dag naar
Blue Hole te gaan. Een rif met een 80 meter diepe krater waar je zo
vanaf het strand naar toe kunt. De weg ernaar toe was een avontuur op
zich. Geen verharde weg en vlak voordat we er waren moesten we door een
smalle speet in de rotsen rijden. Het ging allemaal goed en we
installeerden ons op een gemoedelijke plek, eigendom van een café dat
door bedoeïnen werd gerund.

Meteen gingen we op onderzoek uit. Op de aangegeven plek
liepen we over het rif het water in en stonden ineens voor een enorme
afgrond. Rondom dit gat ligt een steile wand prachtig koraal!
 
De vissen die we hier zagen waren talrijk maar over het
algemeen wat kleiner dan bij het rif van Sharm el Sheikh. Beneden in de diepte zagen we duikers maar we konden ons
niet voorstellen dat dáár meer te zien was. Zoiets bijzonders hebben we
de hele reis nog niet gezien.
terug naar boven
Aan het einde van de middag terug naar ons hotel. Even
douchen en spullen inpakken voor de kameelsafari die we voor deze avond
geregeld hebben. Met een jeep beladen met eten en kookgerei, water en
dekens hebben we klein stukje richting woestijn gereden waar 2 bedoeïnen
met 4 kamelen op ons zaten te wachten.
 
De meiden hadden bij de piramiden al eens op een kameel
gereden maar voor ons was dit een primeur.
De kamelen droegen ook alle bagage die mee was genomen. Ze hadden er
ogenschijnlijk geen enkele moeite mee. Al lopend werd sprokkelhout verzameld voor het kampvuur. Na
ongeveer anderhalf uur werd een kamp ingericht. De dekens werden voor ons
op de grond uitgespreid en er werd een kookvuur gemaakt.

Allereerst een potje muntthee. Ondertussen wordt een
brooddeeg gekneed. Toen het vuur een tijdlang aan was werd het opzij
geschoven en het platte brood wordt onder het hete zand geschoven. Toen
het vuur er weer bovenop en op het vuur ons in aluminiumfolie verpakte
eten. Vlees, groenten en aardappelen werden op deze manier zachtjes gaar
gestoofd. Het was een heerlijk maaltje. terug naar boven
Er was een Engels sprekende gids
mee en natuurlijk ging de meeste aandacht uit naar de meiden. Hoeveel
kamelen er betaald moesten worden voor Miriam? 20.000, zeiden we. Dat
bleek een onhaalbare zaak voor onze gids. Hij vertelde ons een oud bedoeïnen
verhaal over een prins (Anter) en het meisje van zijn dromen, een prinses
(Able) van een andere stam. Ze was uiteraard erg mooi en er moesten 3000
kamelen op tafel komen om haar te huwen. Het was ongeveer de Arabische
variant van Romeo en Julia en het liep slecht af. De prins deed er erg
lang over om de kamelen te bemachtigen en toen het eindelijk gelukt was en
hij zich melde bij de vader van Able, bleek dat ze was geschaakt. Weer een
hoop gedoe en uiteindelijk sterft Anter. Een mooi verhaal maar we hebben
de vraagprijs voor Mir niet verlaagd. No deal. Ondertussen was het
helemaal donker. Met het licht van de sterren (de maan was er bijna niet
meer) is het kamp opgebroken en gingen we weer terug naar de
ontmoetingsplek met de jeep. Een onvergetelijke ervaring. Deze week vallen
we van de éne in de andere verbazing!
Terug in Dahab op een terrasje zagen Miriam en Marja opeens 2 jongens
voorbijkomen die ze de vorige week in Aswan hebben ontmoet.

Pieter en Frederik, afkomstig uit Zuid-Afrika zijn al vanaf
mei onderweg en hebben nog heel wat landen op hun programma staan. Het
zijn hartelijke jongens en we verbazen ons over de oorspronkelijkheid van
de Zuid-Afrikaanse taal. Veel consequenter dan het Nederlands worden
nieuwe gebruiksvoorwerpen van namen voorzien. Zo is een computer een
rekenaar en een mountainbike natuurlijk een bergfiets.terug naar boven
De volgende ochtend, woensdag 15 augustus, gaan we met de
bus naar St. Kathrine. De plaats zelf stelt niet veel voor maar
het Grieks Orthodoxe (autonome) klooster (dat gebouwd is op de plaats waar
het volk Israël de brandende braamstruik zag staan), ligt aan de voet van
de Mozesberg die we willen beklimmen. Zonsopgang of zonsondergand geeft
het mooiste uitzicht en wij kiezen voor het laatste. Zo hoeven we niet nog
een nacht over te slaan. We huren een vierpersoonskamer bij het klooster
en als we 's avonds terugkomen kunnen we er een warme maaltijd gebruiken.
Het klooster ligt op ruim 1500 meter hoogte en we moeten nog ongeveer 1000
meter klimmen. We vertrekken om half vijf, dat is ongeveer het heetst van
de dag. Mee om die reden gaan Aldert en Anne het eerste stuk per kameel.
 
De meiden weten nog niet wat ze doen en blijven vooralsnog
op de hotelkamer. Het is weer een onvergetelijke ervaring om op een kameel
door dit landschap te rijden. Deze dieren vormen één geheel met het
landschap ).
Helemaal naar boven gaan ze niet, het meest steile stuk moet te voet. We
zijn uiterst verbaast als we op het laatste stuk worden ingehaald door
Miriam en Marja. terug naar boven

Notabene later vertrokken en nu al bijna boven! Het is
gelukkig nog niet zo druk als we helemaal boven op de top van het uitzicht
genieten. De zon gaat langzaam onder. Veertig jaren trok het volk Israël
door deze woestijn, wij 4 dagen nu. Maar misschien op dezelfde plek zag
Mozes de zon achter de bergen verdwijnen...
terug naar boven
Donderdag, 16 augustus zijn we voor dag en dauw weer met de
bus uit de Sinaï gereden. Nu met daglicht zodat we ook het Suezkanaal
konden zien. In Caïro zijn we overgestapt op de trein naar Alexandrië.
Dat reist toch wel zo confortabel. Eind van de middag waren we weer in de
jachthaven en konden we de wachtsman, die onze boot had bewaakt, aflossen.
We troffen de boot aan zoals we hem hebben achtergelaten. Alleen zijn door
de extreme aangroei in het water de in- en uitlaten dichtgeslibt. Het
water in de badkamer loopt haast niet meer weg en de w.c. pomp
functioneert ook niet meer naar behoren. Met de pomp zelf blijkt niet mis,
morgen het (vieze) water maar in om de openingen te controleren.
Vrijdag, 17 augustus, Met snorkel en duikbril en veel
tegenzin gaat Aldert het water in. Een bijna 10cm. dikke laag vreemde
aangroei op vrijwel het hele onderwateroppervlak van het schip. De in- en
uitlaten worden vrij gemaakt en alles functioneert weer! De volgende dag
nog een zware klus om met roestborstel en harde bezem de zaak weer schoon
te vegen. Het water is 30 graden celcius en kennelijk zeer groeizaam.
Uiteindelijk krijgen we de boel weer schoon en zetten we maandagmiddag
koers naar Cyprus.terug naar boven
Maandag 20 augustus.
Drie dagen geleden is er al een begin gemaakt met de formaliteiten rond
ons vertrek. Er zijn formulieren om zowel het schip als onszelf uit te
klaren en we hebben braaf alles ingevuld en ondertekend. Men is wat
nerveus over het feit dat Miriam en Marja nog aan boord zijn. We hebben
uitdrukkelijk gezegd met z'n tweeën te zullen vertrekken. Dat was, omdat
we met Jurjen en Maysha zijn ingeklaard al gedoe genoeg. Er is een brief
opgesteld waarin we verklaren dat Jurjen en Maysha Egypte per vliegtuig
hebben verlaten. Deze ochtend is oude man Hassan met de papieren en met
geld weer de loketten bij langs gegaan. Deze keer hoefden we zelf niet
mee. Zo kon oude man Hassan ook mooi wat Egyptische ponden achterover
drukken. Eind van de ochtend kwam hij terug met de douane die inderdaad
heeft gecontroleerd of alle electronica die ingevoerd was nog in ons
bezit, en ook weer uitgevoerd zou worden. Alles in orde. Paspoorten weer
opgelucht in ontvangst genomen. Alleen de scheepspapieren ontbreken nog.
We hebben het havengeld al betaald maar oude man Hassan wil meer fooi
voordat hij de papieren terug geeft. Het liefst ook discreet dus als wij
hem door iemand anders luidkeels laten roepen en hem de fooi in het
bijzijn van zijn baas geven voelt hij zich erg ongemakkelijk en ziet
zichzelf genoodzaakt de fooi aan zijn baas af tge geven. Oog om oog, tand
om tand. We willen om drie uur 's middags weg maar Hassan zit, omringd
door "belangrijke" legermensen mét de scheepspapieren rustig op
het terras. Half vier, weer inspectie van de paspoorten. Men snapt er
niets van en we moeten zelf uitleggen wat onze nationaliteit is. Er komt
weer een delegatie aan boord. Inmiddels zijn Miriam en Marja al met hun
bagage aan de wal dus die verwarring is er niet. Alles in orde en men ziet
erop toe dat we de trossen los gooien en inderdaad vertrekken. Onze
Egyptische vrienden ontfermen zich over de meiden die straks naar het
busstation gebracht worden en met een luxe bus rechtstreeks naar het
vliegveld reizen.
Gevoel van opluchting overheerst als we Alexandrië uitvaren.terug naar boven
Dinsdag,21 augustus. Helemaal trilvrij draait de schroef
niet en erg snel komen we ook niet vooruit dus nu we weer in helder water
zijn gaat Aldert een kijkje onder de boot nemen. Er blijkt nog flink wat
aangroei onderwater te zijn en het valt niet mee om al duikend, dit te
verwijderen. De onderste platen en de kiel zijn het lastigst. We waren van
plan om, als voordat we op de dieplader naar huis gaan, het
onderwaterschip te verven. Dit kunnen we beter doen als we op Cyprus zijn.
Dat hebben we er op de grote oversteek naar Italië ook profijt van!
Volgens de pilot heeft de jachthaven hijscapaciteit.
Afwisselend zeilen we en gaan we op de motor. De afstand die we op een dag
afleggen zijn onder ons gemiddelde maar we hebben alle tijd.
Woensdag 22 augustus begint de wind op te steken en moet er
's avonds een rif in het grootzeil, we gaan meer dan 6 knopen! Zo komt Cyprus
's nachts al in zicht en donderdag 23 augustus maken we om 09:00
vast aan de kade van de jachthaven in Larnaca om ons te melden. Bij
het informeren naar droogstaan krijgen we te horen dat we vanmiddag om
14:00 al het water uitgaan. Nou ja, eigenlijk komt ons dat ook goed uit.
Zo hebben we ruim tijd om deze klus te klaren voordat Anne's ouders op
Cyprus landen.terug naar boven
Stipt twee uur liggen we voor de bootlift en volgens Cyprus-gewoonte komen
er een uur later mensen aan. Het gaat heel secuur aan de hand van een foto
die we hebben waarop de boot in de stroppen hangt. Zodra de boot uit het
water getild is zien we de aangroei op de onderste platen en op de
schroef. Het ziet er bizar uit.
 
Met een hogedrukspuit wordt de aangroei verwijderd en het is goed te zien hoe de aangroei eruit ziet. Gelukkig gaat het
er goed af, evenals een deel van de verf maar die is vervangbaar. Een goed
uur later staan we hoog, schoon en droog op de wal, een raar gevoel zo'n
boot die niet beweegt.
terug naar boven
We worden aangesproken door een Australische wereldreiziger
die graag iets wil verdienen en komen overéén dat hij voor ons de boot
gaat schuren en verven. Er blijven nog genoeg klusjes over en op deze
manier kunnen we snel het water weer in.
Vrijdag 24 augustus wordt geschuurd en zaterdag 25
augustus wordt de eerste laag verf aangebracht.

Zondag 26 augustus de tweede laag en maandagochtend
27 augustus hangen we om goed negen uur weer in de bootlift. Het
midzwaard kan nu worden geschildert en de plekken waar de stutten zaten.
De onderkant van de boot is weer tiptop! We worden uiterst voorzichtig het
water weer ingezet en na een vreugderondje, even buiten de haven, maken we
vast aan de kade. Het is erg nodig om het hele schip zowel van binnen als
van buiten schoon te maken. Op een werf wordt een schip meestal heel vies!
De zachte deining voelt heel wat beter dan het niet bewegen op de wal. We
hadden alletwee af en toe het gevoel dat we tóch bewogen en dat we
misschien wel om zouden vallen.terug naar boven
We hebben een klein autootje (maar wel met airco) gehuurd en eind van de
middag tuffen we naar het vliegveld om de ouders van Anne op te halen.
Daar horen we dat het vliegtuig pas om zeven uur vanavond verwacht wordt
en uiteindelijk wordt het acht uur als het vliegtuig landt. Het is een
vreugdevol weerzien.

We brengen ze naar het hotel waar ze deze week zullen
slapen en ontbijten. Er is nog heel wat bij te praten. Dinsdag, 28
augustus beginnen we een plan te maken wát deze week te gaan
bezichtigen. Met het autootje kunnen we alle kanten uit! Deze eerste dag
gaan we naar Lefkara een dorp dat beroemd is door het handwerk dat
er gemaakt wordt. De vrouwen maken kanten kleden en de mannen maken
allerlei voorwerpen en sieraden van zilverfiligraan. Leuk ook om te zien
hoe mensen hiermee bezig zijn en er wordt een allang gewenst kleedje voor
op de tafel en een paar oorbellen aangeschaft. Met deze buit gaan we weer
terug naar Larnaca.
Woensdag, 29 augustus gaat de reis naar Nicosia of
Lefkosia zoals de Cyprioten zeggen. Door de hoofdstad loop de
scheiding tussen Noord- en Zuid-Cyprus die wordt bewaakt door UNFICYP
soldaten. Een onplezierige aanblik. De oude binnenstad maakt, los van de
uiteraard goed verzorgde winkelstraat, een wat verwaarloosde indruk.
Huizen en gebouwen die bijna op instorten staan. We eten een broodje bij
de markt die net buiten de oude stadsmuur wordt gehouden.terug naar boven

's Middags brengen we een bezoek aan de Lazaruskerk in
Lanarca. De middeleeuwse naam van de stad Lacarna is afgeleid van het
Griekse woord Larnax (sarcofaag). In Lacarna zijn veel sarcofagen
gevonden. Één daarvan, in de 9e eeuw ontdekt, droeg het opschrift:
"Lazarus, vriend van Christus". Voor de mensen uit die tijd
stond vast dat dit de laatste rustplaats moest zijn voor de man die eens
door Christus uit de dood was opgewekt. Men heeft de stoffelijke resten
van Lazarus voor het grootste deel overgebracht naar Constantinopel en
toen in ruil daarvoor gelden ontvangen om in Larnaca een kerk te bouwen.
Later zijn de stoffelijke resten door kruisvaarders meegenomen met de
bedoeling deze weer naar Cyprus te brengen. Helaas is er tijdens de reis
iets fout gegaan want de stoffelijke resten zijn zoek geraakt. De kerk is
vooral beroemd door het houtsnijwerk aan de iconostase.
terug naar boven
Donderdag, 30 augustus gaat de reis
naar Limassol, de grootste havenplaats van Cyprus en de op één na
grootste stad. Geen oude stadskern, de meeste gebouwen zijn van na 1974 en
er wordt nog volop gebouwd. We rijden naar het zoutmeer in de hoop daar
flamingo's aan te treffen maar in tegenstelling tot het zoutmeer bij
Lacarna staat dit meer droog. Dus blijft larnaca-zoutmeer nog op ons
programma staan.
Vrijdag, 31 augustus snorren we met de kleine Hyundai naar Paphos.
Hier werd, uit het schuim van de zee op een rots (de Petra tou Rominou)
de godin van de schoonheid en de liefde, Aphrodite geboren.

De kleuren van de struik op de foto zijn geen bloemen maar
zakdoeken waarop vrouwen die hier baadden een wens hebben geschreven.
Ook Paulus heeft voetstappen op dit eiland gezet. De bijbel verhaalt over
Paulus' aktie waar hij een joodse tovenaar die zich voor profeet uitgaf
met blindheid sloeg (Hand.13:4-12). Hier in Paphos heeft het verhaal
volgens de plaatselijke overlevering een voor Paulus onplezierig staartje.
Hij werd vastgebonden aan een paal (nog steeds te bezichtigen) en
gegeseld. De schrijver van dit verhaal in de bijbel vond het kennelijk
beter dit gedeelte niet vast te leggen....terug naar boven
|