|

Van Cyprus naar Sicilië,
Een reis van 11 dagen op zee!
Zaterdag, 1 september zijn An's ouders 48 jaar getrouwd.
We verrasen ze 's morgensvroeg in de ontbijtzaal van het hotel met een
bloemstuk en onze aanwezigheid.

Vandaag gaan de mannen het klooster van Stavrovouni
bezoeken. Volgens de overlevering werd het in de 4e eeuw gesticht door de
heilige Helena, moeder van Constantijn de Grote, die er een splinter van
het Heilige Kruis achterliet. De monniken van Stavrovouni zijn bijzonder
vroom. Vrouwen worden in het klooster niet toegelaten. De monniken
genieten een grote reputatie als icoonschilders. Het klooster ligt 40 km
ten westen van Larnaca, bovenop een berg.

Deze dag wordt afgesloten met een etentje in The Cuckoos
Nest, ons inmiddels favorietste eetcafé in Lacarna. We kiezen voor
een vismeze dat is een variëteit aan Cyprische (vis)gerechten.

De
eigenaar van dit café neemt ons na afloop mee uit naar een restaurant even buiten
Lacarna, waar live muziek is en waar gedanst wordt. Zo wordt deze trouwdag
op een bijzondere manier afgesloten.
Zondag, 2 september alweer de laatste dag op Cyprus. We
werken de mail (en dit reisverslag) bij en maken aan het eind van de
middag ons laatste uitstapje: het zoutmeer bij Lanarca. En, ja hoor we
zien de flamingo's luid en duidelijk.terug naar boven

Een voor ons exotisch beeld. En een eindje verder zien we
waar we ook op hoopten, een kudde wilde Cyprische schapen oftewel moeflons.

Alsof het allemaal niet op kan en alsof Cyprus zich van z'n beste kant wil
laten zien nu wij afscheid nemen, laat de ijsvogel die zich de hele week
al in de buurt van ons schip ophield zich eindelijk fotograferen.
terug naar boven
Maandag 3 september,dag 1 van de reis van plm.
1000 mijl.
Rond 12:00 zijn we vertrokken. Nog even schrikken toen we hoorden dat we
ons vertrek 24 uur van tevoren hadden moeten aankondigen. Maar het bleek
om onze paspoorten te gaan die op het buro van de immigratiedienst in
bewaring lagen. Gelukkig konden we die zelf afhalen. Op de valreep begon
het druksysteem van onze watervoorziening nog tegen te sputteren maar ook
dat probleem is voortvarend door Aldert verholpen. Liters zweet maar het
water loopt weer.
Vol water, diesel en vers proviand lopen we de haven uit. Éénmaal
buitengaats worden we geconfronteerd met een strakke westenwind. We moeten
pal tegen de wind in en die loopt op tot kracht 6/7. Heel vermoeiend en
het schiet ook niet echt op ook al maken we lange rakken. Zin om echt te
koken is er niet en Aldert warmt een snelle hap op. Anne slaat de maaltijd
over. 's Avonds worden we opeens opgeschrikt door een schip dat ons
achtervolgt. We worden met schijnwerpers in de gaten gehouden. Snel de
radio weer op kanaal 16; die hadden we uitgedaan vanwege grote storing in
de ontvangst. Ja hoor, we worden opgeroepen. Het blijkt de waterpolitie
van Cyprus te zijn. Ze vragen "de captain" waar we vandaan
komen, waar we naartoegaan en met hoeveel mensen en van welke
nationaliteit we aan boord zijn. De antwoorden zijn bevredigend. Men wenst
ons een goede reis en we kunnen verder varen. De eerste 12 uur 50 mijlen,
niet gek ook al is het niet 50 mijlen de goede kant op. Maar de wind
blijft hard en de komende uren daalt de gemiddelde snelheid. Het schip
moet zwaar tegen de wind in knokken.
Omdat het nog steeds zo warm is laten we toch wat raampjes open. Daar
krijgen we spijt van. Al de eerste dag een flinke plons water door de
ingang van de boot zodat de bankkussens drijfnat worden. De tweede nacht
is ons bed aan de beurt. Een hoge golf breekt af en een enorme hoeveelheid
water komt in de kuip terecht. Natuurlijk ook in onze hut omdat de twee
raampjes die in de kuip uitkomen eigenlijk altijd open staan.Inmiddels wel
weer een beetje ingeslingerd en weer eten gekookt. Voor de zekerheid is
Anne toch maar weer antizeeziekte druppels gaan slikken. Als resultaat is
Anne in ieder geval weer gaan eten.
De derde dag, als de wind een beetje afneemt en we het voorste raam op een
kier zetten komt daar een golf naar binnen. We hadden er wel rekening mee
gehouden dat deze reis niet makkelijk zou worden maar dit is wel een
beetje veel van het goede. Echt afnemen doet de wind nog steeds niet.
Alles kost veel inspanning. Eten maken, afwassen en douchen bij dit geweld
is een hele toer. Gelukkig beiden niet echt zeeziek maar helemaal lekker
voelen we ons ook niet. Inmiddels de anti-zeeziekte druppels maar weer
gestaakt. Geen zin om zo'n lange periode 3 keer per dag erom te moeten
denken en eigenlijk gaat het best goed. Van slapen komt niet zoveel bij
deze heftige bewegingen. Het wachtlopen gaat zo z,n gangetje. Samen met de
radar (de radar meer 's nachts, wij meer overdag) kijken we uit naar
passerende schepen.

Donderdagnacht valt de motor uit door slechte
brandstoftoevoer. Is al ons vaker overkomen na een periode van heftig
slingeren. We wilden eindelijk eens een stuk de goede kant op toen we
merkten dat de afstand die vandaag was afgelegd maar 47 mijl was. Dat is
een zwakke beloning voor een dag hard werken. Met windkracht 7 ga je zo
veel reven, dat je snelheid op ongeveer 4 knopen komt. Ga je harder, dan
duikt de neus zo zwaar in de golven en nemen we onwijs veel water over.
Kruizen met 4 mijl gang en navenant drift geeft dus dit magere resultaat.
Door het water varen we veel grotere afstanden maar doordat we zigzaggend
om de echte koers heen gaan is het effect eigenlijk maar de helft van de
totaal gevaren afstand. Met de motor erbij aan en heel scherp aan de wind
is die afwijking niet zo groot. Zo schieten we tenminste een beetje op! Op
moment dat de motor uitvalt is er wind genoeg dus zeilen we weer. Het
wordt een beetje een rommeltje in de boot en zelf worden we er ook niet
schoner op.
Vrijdag, 7 september, dag 5 een beetje moeizaam op
gang gekomen maar in de loop van de ochtend genoeg energie verzameld om de
brandstoftoevoeren na te kijken. Het laatste filter dat nog niet was
vervangen gedemonteerd en het filterhuis goed schoongemaakt. De motor
draait weer! 's Middags zowaar onder de douche. Wat een toestand met die
heftige bewegingen. Op een natte vloer heb je nog minder
stabiliteit...Maar hier knapt een mens wel van op en na een lekkere
ovenschotel stijgt onze stemming nog meer. We zien het weer helemaal
zitten! Deze avond een prachtige zonsondergang.
terug naar boven
Bijna 5 dagen op zee nu. Van de gevaren 536 mijlen waren er
400 de goede kant op. Nog 100 mijl tot de helft van deze reis, halverwege
Kreta. Deze nacht draait de wind naar NW en kunnen we zomaar een heel stuk
in de goede richting varen!
De volgende dag, zaterdag 8 september, dag 6 begint rustig.
Motor pruttelt tevreden en wij hebben nog een stuk ontbijtkoek uit het
restje voorraad uit Nederland, in de strijd gegooit. Lekker ontbijtje
kopje koffie, straks maar even naar de markt... De motor sputtert opeens
weer tegen. Snel handmatig de brandstoftoevoer op druk gebracht en
gelukkig gaat het toerental weer omhoog. We hebben voor bacteriën
kennelijk een weldadig klimaat. Lekker schudden bij een stabiel
temperatuurtje. Dat wil wel groeien zo. Desnoods, als de pomp echt
verstopt raakt kan Aldert een bypass aanleggen. We zijn niet voor één
gat te vangen! Zo rond de middag zien we de kust van Kreta

en zowaar is er weer ontvangst met ons mobieltje. Het
thuisfront gebeld en geprobeert de mail te versturen en ontvangen. Dat is
helaas niet gelukt, het bellen wel. We kunnen de komende week weer met een
gerust hart de zee verder op, thuis alles o.k. Ons nieuwe onderkomen in
Groningen is deze week opgeleverd en morgen gaat de familie de nieuwe stek
bekijken. We blijven aan de Oosterhaven wonen ook al heet dat stukje de
Brink.terug naar boven
De rest van dit weekend varen we langs de zuidkust van Kreta. Zondag
9 september dag 7 begint met weinig wind. Voor deze grote
oversteek is onze brandstofvoorraad in Egypte aangevuld met 2 plastic
vaten van elk ruim 50 liter. Ze zijn aan dek vastgesjord en nu er zo
weinig wind is en de zee behoorlijk rustig kunnen we de vaten in onze tank
overhevelen.

De NAVTEX pakt zowaar een weerbericht op en deze voorspelt
een NW-wind. We kruipen daarom dicht onder de wal en zo varen we in de
luwte van het eiland naar het westen. Een paar mijl van de kust is het al
1000 meter diep. De bergen gaan stijl uit het water omhoog en het is een
fascinerend gezicht. Van Griekenland heeft Kreta op ons de meeste indruk
gemaakt. Er is veel te zien en te bewonderen en we hebben nog wel wat
wensen over. Een voettocht door een ravijn bijvoorbeeld. Wie weet komen we
hier nog eens terug. Na zondag, zitten de 150 zeemijlen van Kreta er op en
varen we de Ionische Zee op; koers naar het noorden! s'Nachts is de
noordpoolster heel duidelijk te zien en met 30 graden breedte staat hij
erg laag. Daar gaat nu verandering in komen! De wind is ondanks de
voorspelling gekrompen naar het westen en zo koersen we weer zo hoog
mogelijk aan de wind. Het is weer zwaar vechten voor elke mijl. Mensen
vragen ons wel eens wat je op zo'n dag zoal doet. In de eerste plaats je
evenwicht bewaren. Elke stap die je zet kost inspanning, want de
bewegingen zijn heftig. De navigatie vraagt voortdurend aandacht, want we
zijn niet alleen op de wereld. De meeste schepen wijken keurig uit, maar
soms lijkt het wel of ze je niet willen zien. Dan gaan we zelf maar aan de
kant, want wij zijn maar klein en zij zijn groot. Iets waar je de hele dag
mee bezig bent zijn de zeilen. De wind varieert in dit gebeid constant en
zo ook het oppervlak van onze zeilen. Rifje er in; rifje eruit; rolfok
vergroten; rolfok verkleinen. We hebben wel eens binnen een uur van full
flaps tot 2 riffen en een dichtgerolde genua. Op den duur wordt het een
routine en bovendien is het een uitstekende lichaamsbeweging. Na een dag
zeilen zien we maandagavond de ZW hoek van de Griekse Peloponesos kaap N.Sapientza.
Helaas kunnen we de kaap net niet bezeilen en met de motor bij, kunnen we
genoeg hoogte winnen. Verder hoogte winnen om straks naar het westen te
kunnen gaan. In de nacht zie ik ver weg onweer. De radar laat op 20 mijl
afstand een gordel met zware buien zien. Na een poosje zie ik dat we er
recht in varen en dat idee lokt niet erg. Om ze vrij te varen moeten we
omkeren. Dat is een zware beslissing. De met moeite verworven mijlen
zomaar weer inleveren? Nog eens kijken en de theorie wordt bevestigd. Met
tegenzin gooi ik het schip op de andere boeg en gelijk wordt alles
aangenamer. We lopen nu met weer bakstagwind en de bewegingen van het
schip zijn rustig en we liggen amper scheef. Wat maakt dat toch veel uit,
of je de wind mee hebt of je er tegen in moet vechten. Na anderhalf uur
zetten we weer koers naar zee en daar komt nog een verdwaalde bui op ons
af. Gitzwarte lucht en onmiskenbaar onweer. We halen de fok eraf en laten
met 3 riffen en het roer vast, het schip drijven. Om bij een eventuele
blikseminslag inductie te voorkomen, wordt de antenne in de mast
losgekoppeld en alle instrumentarium gaat uit. Zo liggen we te slingeren
op de golven en wachten op het natuurgeweld. Met de luiken zijn dicht en
alle poorten gesloten zitten we met elkaar op de bank. Eerst begint het
zachtjes te regenen. Dat is wel 4 maanden geleden dat we dat hebben
meegemaakt. Plots gaat de hemel open en een stortregen spoelt het zout van
het schip. Dan een enorme dreun en gelijk donder er achter aan. Dat was
heel dichtbij.......De wind steekt op en even giert het om ons heen. Dan
breekt de lucht en klaart het op. Het was gelukkig maar een staartje. De
wind draait naar het noorden en wij zetten koers naar Messina. Er loopt
een onstuimige zee, met deining uit verschillende richtingen. Soms botsen
de golven tegen elkaar op en veroorzaken steile golven. Soms lopen we daar
tegen op en dan is het net alsof je tegen een muur vaart. We vallen dan
bijna stil en nemen veel water over. Het is ook nu weer afzien. Dag 9. Het goede nieuws is dat we een Noord Oosten wind een stuk
van de dag krijgen zodat we met een gang van 7 knopen! de goede kant op
gaan. Het slechte nieuws is dat de stuurautomaat weer kuren krijgt. Om de
haverklap stopt de driver. Dag 10 sturen we grotendeels zelf.
Gelukkig inmiddels onder de kust van Italië en het is bijna windstil. We
lossen elkaar ongeveer om de drie uur af. Dat is zeker voor maar 1 dag en
nacht onder deze omstandigheden goed vol te houden. terug naar boven
Dag 11 komen we
op Sicilië aan.
terug naar boven
Opgelucht dat we er zijn! Als we naar huis bellen horen we
het verschrikkelijke nieuws uit Amerika. We zijn er beduusd van. Wat zit
de wereld toch raar in elkaar..... We blijven het weekeinde op Sicilië.
Maandag komt er een nieuwe electromotor voor de aandrijving van de roeren.
Als alles meezit varen we volgende week via Napels naar Rome. Eerst maar
eens flink bijslapen!
Deze reis 241 uren gevaren, ruim 10 dagen op zee!
Daarvan heeft de motor 115 uren gelopen. In afstand hebben we bijna 1000
mijlen overbrugd.Door het kruisen tegen de wind in hebben we bijna 1200
mijlen gevaren. De watertank staat nog op halfvol en dankzij de reserve
uit Egypte is er nog 100 liter diesel over.
Messina, zondag 16 september.
Inmiddels hebben we op onze fietsen Messina al wat verkend. Één van de
belangrijkste bezienswaardigheden is de "Duomo", de grote
cathedraal van Messina. Gebouwd in 1150, in de 13e eeuw deels door een
grote brand verwoest, in de 17e eeuw door aardbevingen en door de laatste
aardbeving in 1908 bijna met de grond gelijk gemaakt. In 1919 heeft men
deze cathedraal weer gereconstrueerd. Het interieur is overvloedig maar
omdat we merkten dat er een rouwdienst zou beginnen zijn we snel naar
buiten geslopen en kunnen dus geen gedetailleerd verslag van alle pracht
en praal schrijven. De toren van deze kerk heeft in 1933 een astronomische
klok gekregen, naar men zegt de grootste in de wereld. Elke dag om 12 uur
produceert deze klok een spektakel aan geluiden en bewegingen.
Verwachtingsvol zochten we een plekje in de schaduw. En inderdaad, een
gote vergulde leeuw beweegt en brult als eerste,

dan kraait een bijna even grote haan en dan komt, onder
gezang van het "Ave Maria" een caroussel in beweging. Een klein
meisje begon van schrik te huilen bij het gebrul van de leeuw, wij schoten
bij deze vertoning spontaan in de lach. We hadden klokgelui verwacht en
geen bandjes met geluid. Zoiets zou in Nederland niet kunnen. De beroemde
fontein vóór de cathedraal geeft geen water en dat maakt hem toch meteen
een stuk minder interressant ook al is hij ontworpen door een pupil van
Michelangelo. Wat we wel erg mooi vinden is dat een grote vergulde Maria
('s avonds voorzien van een lichtende blauwe krans om haar hoofd) hoog op
een zuil in het water de stad dag en nacht bewaakt.

Dat zou natuurlijk iedere stad moeten hebben....
Deze dagen hebben we ook gebruikt om wat bij te slapen. Na een diepe slaap
van 12 uur per nacht lacht ons een middagdutje nog steeds toe. De
overtocht heeft heel wat energie verstookt! Verder zijn er natuurlijk weer
de nodige klussen. Wat roestplekken bijwerken, schoonmaken en bovenin de
mast de bakstagstagen die we niet meer nodig hebben alvast opruimen en de
stag van de kotterfok die helaas is gebroken, moet ook gedemonteerd.
terug naar boven
De genua heeft een scheur opgelopen, die we met
spinnakertape professorisch maken. Komende winter moeten de zeilen weer
naar de Vries in Grouw. Enerzijds om het zand van de Sahara er uit te
wassen, anderzijds om hier en daar gerepareerd te worden. Inmiddels hebben
we er ruim 6.000 mijlen op zitten en ook zeilen slijten.
Dinsdag, 18 september arriveert de nieuwe electromotor voor
de aandrijving van de roeren. Alles ligt al monteer-klaar te wachten zodat
we na een uur de haven van Messina uit kunnen varen. De stuurautomaat doet
het weer! Nu onze laatste te verwachten gasten voorlopig afgemeld hebben
worden de plannen bijgesteld. In plaats van Napels, waar Aldert al eens
geweest is gaan we min of meer rechtstreeks naar Rome. Maar eerst naar de
Stromboli, één van de vulkanische eilanden vlak boven Sicilië. Het is
al een beetje schemerig als we er zijn.

Een bizar idee dat deze vulkaan nog steeds aktief is
terwijl er aan de voet mensen wonen. Er staat weer eens een knobbelig
zeetje dus het plan om een rondje Stromboli te varen laten we schieten.
Gewoon doorvaren. Zo lopen we aan het einde van de volgende ochtend Acciaroli
binnen. Een rustige haven nog vóór de baai van Napels. Even een nacht
bijslapen voordat we weer verder gaan. Echt haast hebben we niet dus maken
we het ons maar zo makkelijk mogelijk. 's Avonds lekker uit eten en optijd
de kooi in. De volgende ochtend wordt de reis naar Rome voortgezet.
Vandaag regent het een beetje. Een rare gewaarwording omdat we afgezien
van het nachtelijke onweer onderweg naar Sicilië, sinds april eigenlijk
geen regen meer hebben gehad. De temperatuur is nog steeds aangenaam, zo'n
25 graden overdag. Aan het einde van deze dag neemt de wind wat toe en kan
de motor uit.terug naar boven
Vrijdag, 21 september varen we Fiumicino binnen. Dat
is de havenplaats ter hoogte van Rome. In Rome zelf kun je met de boot
niet komen. Hier in Fiumicino is ook de luchthaven van Rome dus zal de
verbinding wel goed zijn. Het wordt nu 's avonds een beetje koeler en het
katoenen dekentje wordt omgeruild voor het zomerdekbed. We horen dat in
Nederland de herfst is begonnen. Als we de volgende dag naar Rome
vertrekken toch maar een vestje meenemen (wat we achteraf niet nodig
hadden).
Het reizen over land (met openbaar vervoer) gaat ons minder voorspoedig af
dan ons reizen over de zee. Op advies van onze buurman in de jachthaven
gaan we op zoek naar de bus die ons naar het vliegveld brengt. Vandaar met
de trein naar Rome. Bij de bushalte gekomen zien we op een bordje dat er
elk kwartier een bus komt. Na een uur komt de eerste die niet naar
het vliegveld gaat. We worden doorverwezen naar een andere plek. Geen
halte gevonden en bij navraag doorverwezen naar nòg een andere plek. Nog
steeds geen halte gevonden en het blijkt ook niet de juiste plaats te
zijn. Dan weet iemand ons te vertellen dat die betreffende bus er pas over
een uur weer is en dat we beter een taxi kunnen nemen. Dat lijkt ons een
goed plan als we deze dag nog iets van Rome willen zien. Het is maar 3
kilometer naar het vliegveld dus dat moet te doen zijn. Dat wordt dan 30
gulden maar wel bij het station afgezet. We kopen alvast buskaartjes voor
de terugreis (3 gulden) en zowel voor de heen- als de terugreis
treinkaartjes. Het is een snelle verbinding zonder tussenstops. Onderweg
trekken we het plan om de rest van deze dag zo efficient mogelijk te
besteden. De winkels zijn tussen half twee en half vier dicht dus kunnen
we die tijd benutten om een bus-rondtoer door Rome te maken en zo 14
"high-lights" ineens te bezichtigen. Je kunt onderweg uitstappen
om dingen te bezoeken en op een volgende bus verder. Anderhalf uur hebben
we gewacht op zo'n bus. Nu het niet meer zo druk is slaat de tour operator
wel eens een bus over (of twee). Bellen voegde ook niets toe, er werd een
bandje afgedraaid. Er was geen enkel zicht op het al dan niet komen van
een bus dus hebben we dit plan vervangen door een voettocht. Van de
veertien bezienswaardigheden kunnen we er te voet minstens 2 doen. In
ieder geval het St. Pieterplein en de basiliek zien. Dat is te lopen vanaf
het station. En onderweg kom je ook nog vanalles tegen wat het zien waard
is:
terug naar boven
Via
kleine straatjes en veel terrasjes lopen we door het oude centrum van
Rome. In de buurt van het Vaticaan neemt de dichtheid van geestelijken
toe. Veel allochtone nonnen hier. We lopen het Vaticaan binnen over de Ponte
St. Angelo.

Aangekomen op het St. Pieterplein komen we in een strak georganiseerde
toeristenstroom. Er is éénrichtingverkeer voor de voetgangers en de
bagage wordt meteen gescreend, grote tassen mogen niet mee de basiliek in.

De baldakijn waar we de paus (op de televisie) wel eens
onder hebben zien zitten staat er nog en ook 2 mega grote
televisieschermen en een profie geluidinstallatie. Een heel bedrijf hier.
Ook zien we de wachters in hun kleurrijke pakken met hellevegen en
zwaarden.

Eenmaal binnengekomen kijken we onze ogen uit. Wàt een rijkdom aan
marmer, beelden, glas in lood, schilderingen... In tegenstelling tot de
Grieks Orthodoxe kerken is deze basiliek een uitgebalanceerd geheel qua
interieur. Het is onze smaak niet helemaal maar zoiets moois kom je niet
vaak tegen. We hebben er sprakeloos rondgekeken en adembenemend mooie
beelden op de camera en in ons hoofd vastgelegd.
terug naar boven
Het wordt tijd om weer terug te gaan. Éénmaal op het
station aangekomen en buiten adem perron 27 bereikt om de trein naar het
vliegveld te halen, horen we dat er een treinstaking is. Er gaan nu bussen
die uiteraartd vóór het station staan. Weer een kilometer terug dus. Het
station van Rome is erg groot. Op het vliegveld aangekomen bleek de
laatste bus naar Fiumicino al vertrokken te zijn maar gelukkig was een
buschauffeur zo vriendelijk om ons mee te nemen op zijn route, een stukje
om te rijden om ons af te zetten bij een bushalte waar een late bus naar
Fiumicino nog langs zou komen. Daar sta je dan ergens in het midden van
nergens op de middenberm van een snelweg met heel weinig hoop dat het
allemaal nog wel goed zal komen. 10 Minuten ongeveer, had de chauffeur
gezegd. Niet dus, we verwachtten al niet beter. Toch is er na verloop van
tijd een bus gekomen die ons naast de jachthaven heeft afgezet. Op onze
wenkbrauwen de boot bereikt. Eerst maar eens de schoenen uit. Rome is
fantastisch. Na deze intensieve dag hebben we een impressie van Rome.
Vanuit de bus (terug naar het vliegveld) hebben we overal oudheden kunnen
zien. Wil je Rome echt bekijken heb je dagen nodig. Wij zijn al weer bezig
met de voorbereiding van de volgende etappe. We ruilen het eerste rif weer
in voor het vierde. We zijn weer stormbestendig.
Maandag 24
september, vertrekken we richting Marseille. De
weersvooruitzichten zijn niet al te best. Het wordt een reis tegen de
windrichting in.
Om 12:00 varen we de haven uit. Er staat een zuid oosten wind, tegen alle
voorspelling in, we kunnen zeilen. Met "full flaps" zeilen we
ruim drie uren in de goede richting met een snelheid van 7 knopen. Dat
schiet lekker op. Maar dan draait de wind naar zuid west zoals ook was
voorspeld. Beaufort 4-5 was er gezegd. Wel het waait 7 en af en toe 8. De
Necton duikt diep in het water.

Om voldoende hoogte te houden om de straat binnen te kunnen
varen, gaan we over op de motor met zeiltechniek. Met 2 riffen in het
grootzeil om het schip stabiel te houden varen we onder een hoek van 20
graden op de motor aan de wind. De hoge golven remmen het schip af, soms
tot 2 knopen per uur, gemiddeld halen we zo nog 3,5 en grotendeels in de
goede richting. Dit is weer een onderzee-expeditie. We krijgen massa's
water over (en weer in) het schip waardoor het erg moeilijk wordt om door
de ramen naar buiten te kijken.
terug naar boven
En er komt geen einde aan. Volgende keer toch maar een
onderzeeër bouwen? Van slapen komt weer niet veel deze nacht en de
volgende dag is er niet veel veranderd. We hadden al een tijdje zitten
dubben om de straat van Bonifacius, die tussen Corsica en Sardinië
loopt, onder deze omstandigheden liever te vermijden. Omdat er nog tijd
genoeg is leek het ons beter om de kust van Italië naar het noorden te
volgen en boven Corsica langs te gaan. Toen dit ter sprake kwam in de
jachthaven van Fiumicino werd ons dit sterk afgeraden. De meeste harde
wind komt uit het noorden en waarom zou je dat opzoeken? Ja, de straat van
Bonifacius, daar kan het flink spoken maar dat is relatief gezien maar een
klein stuk. Daar zit wat in dus kiezen we voor Bonifacius. Maar het wordt
storm op zee en Bonifacius hangt ons als een zwaard boven het hoofd. We
zijn er pas 's avonds en dus zouden we 's nachts die passage moeten doen.
Er is weinig energie meer over na 30 uren stampen tegen de golven in die
zolangzamerhand behoorlijke hoogten hebben bereikt. We zoeken op de kaart
naar een beschutte ankerplek. Boven Sardinië ligt een uitgebreide
eilandengroep, La Maddalena archipelago en daar zijn diverse
opties. De meeste opties vallen af omdat ze te weinig beschutting bieden
bij deze wind of omdat we een heel eind tussen eilandjes en rotsen door
moeten varen, misschien in het donker. We kiezen uiteindelijk voor Ile
La Maddalena. We liggen aan het begin van de avond, nog net voor het
donker, heel rustig in een baai bij Porto Lungo. Even een nachtje
bijslapen. Uitgerust beginnen we aan dag 3 van deze tocht. De baai
heeft kraakhelder water waarin je de vissen ziet zwemmen. We voeren ze met
een restje brood. Ze zijn erg gulzig en springen boven het water uit.

Het is zo in het zonnetje nauwelijks meer voor te stellen
hoe we gisteren helemaal lam geslingerd zijn. We halen het weerbericht op
via internet. Zuid oosten wind kracht niks de komende dagen. Geen probleem
toch? Ook nog even met het transportbedrijf gebeld. Tot onze grote schrik
maar ook wel heel blij horen we dat de dieplader die ons naar Nederland
zal brengen dinsdag 2 oktober al in Port St. Louis, vlakbij Marseille, op
ons wacht. Des te meer reden om deze laatste oversteek weer te vervolgen.
We waren een beetje te optimistisch en af en toe vergeten we dat een
weersverwachting geen voorspelling is die altijd uitkomt. Het waait nog
stevig en we moeten er nog steeds pal tegenin. Er staat inderdaad een
vervelende zee in het nauwe stuk water van de straat van Bonifacius.

Maar
we hebben een sterke motor en dapper ploegt het schip door de golven heen.
Gelukkig begint de wind 's avonds iets af te nemen. Veel animo om te koken
is er niet. Er wordt een snelle hap warm gemaakt. Toch wel goed weer wat
in de maag te hebben. 's Nachts valt de wind helemaal weg en varen we
uitluitend op de motor.Dag 4. In de loop van de ochtend neemt de
wind weer toe en nu uit een goede richting! We tuigen de boot weer op en
genieten van het zeilen en de rust nu de motor uit is. Koud pilsje op
tafel, wie doet ons wat...
ot onze verassing krijgen we weer een lifter.
terug naar boven
Veel verstand hebben we er niet van maar in onze beleving
is dit geen zee vogeltje. Bakje water en plakje brood voorop het dek
neergezet. Hij zit 150 zeemijlen van land vandaan. Dat is knap ver
vliegen! Het lijkt ons een soort mus en we wachten maar op het commentaar
van deskundigen over de determinatie. Af en toe vliegt hij een uurtje maar
steeds komt hij weer terug. Uiteindelijk is hij de hele reis tot aan de
jachthaven bij ons aan boord gebleven. Deze avond weer een prachtige
zonsondergang.

Voor ons voorlopig de laatste op zee. We zien zelfs nog een dolfijn. Deze
laatste avond van onze zeereis is een kadootje! Lekker slapen op het
geluid van wind, water en een zingende schroef.
Dag 5 van deze tocht, vrijdag 28 september, lopen we
rond 11 uur de baai voor Port St. Louis binnen. Er zijn
mosselbanken en tot onze verbazing zien we ook hier flamingo's in het
ondiepe water staan.
We melden ons bij de capitainerie en overleggen ons transport. Het
voorstel is om vanmiddag om 4 uur de mast van de boot te halen zodat we
het weekend de mast transport-klaar kunnen maken. Dat wordt nog even hard
werken om alle touwen en zeilen van de mast af te halen en de electrische
bedrading los te maken. Maar het lukt en met een kraan wordt de mast van
de boot getild

en voorzichtig op de wal gezet. Ondertussen nog 5
wasmachines gedraait. Sinds Cyprus hebben we geen wasgelegenheid meer
kunnen vinden. Deze jachthaven is uitstekend geoutilleerd en heeft zelfs
een restaurantje waar we erg moe en erg voldaan onze behouden aankomst
vieren.
terug naar boven
|