|
2 Juni 2011
Na een lange periode van hard werken om de meestnoodzakelijke dingen aan boord op tijd af te krijgen is op donderdag 2 juni dan
eindelijk het begin van onze eerste grote reis met de nieuwe Necton aangebroken!
|
|
De eerste nacht aan boord van de Necton heerst er nog
chaos. Plunjebalen vol linnengoed en kleding, tassen met boodschappen dozen met
boeken, alles moet nog een plek vinden. Op vrijdag 3 juni is het dan zover.
Rond de middag varen we Groningen uit.
Onderweg naar Delfzijl wordt er gewerkt om alles te
stouwen. Er is plek genoeg maar om alles een logische plek te geven is nog een
heel karwei.
|
 |
|
Reizen zonder hindernissen is voor ons kennelijk niet
weggelegd. Bij het verlaten van Delfzijl komen we erachter dat ons abonnement
bij xs4all om onverklaarbare reden door ING is opgezegd. We doen een poging om
dit te herstellen maar zullen tot na het weekend moeten wachten. Communiceren
via de mail wordt lastig..
We
zetten koers naar Brünsbüttel, het
begin van het Kielerkanaal. De wind is NO 5, de stroom tegen. Plan om Borkum
via de Oostereems te passeren mislukt; de betonning naar zee blijkt verwijderd.
We zeilen een prachtige route inclusief zeehondenbanken boven Borkum langs
terug, om de betonning van de Westereems op te pikken. Een leuke route voor een
volgende keer, maar dan niet om tijd te winnen. De route naar zee is nu of via
de de Eemshaven of over het wad naar Norderney. |
|
Terwijl Anne met pillen de wacht te kooi houdt, knokken
Aldert en Jurjen zich een weg door de nacht. De zee blijft ruw en we moeten
steeds hoger aan de wind. Uiteindelijk moet de SB motor bij om genoeg hoogte te
kunnen blijven houden. Zondag 5 juni lost An de mannen af en komen we stukje
bij beetje bij de Elbe aan. Rond de middag varen we de sluizen aan en in de
loop van de middag maken we vast in de jachthaven.Eerst
maar eens op adem komen voordat we het kanaal doorvaren. We hebben nog tot
dinsdagmorgen voordat Maarten in Kiel aan boord komt. Het herstellen van onze
verbinding met xs4all lijkt niet te gaan lukken......
|

|
|
De plannen worden bijgesteld. We maken een stop in het
Zweedse Skillinge. De havenmeester Jeroen blijkt een gestrande Nederlandse
zeiler te zijn die lange tijd in de Groninger Oosterhaven heeft gelegen. Helaas
geen restaurant of supermarkt open. Het seizoen begint hier pas 21 juni. De
jongens improviseren een maaltijd aan boord en we eten met smaak!Donderdag
9 juni zetten we de reis voort. We zien ivm de windrichting af van Gotland en
varen via de Kalmarsund noordwaarts. Het waait W5 als we vertrekken maar de
wind trekt aan naar Bft 7.
|
|
We lopen 8 mijl en maken zelfs een uitschieter naar 15
mijl (een nieuw record!) per uur bij het afsurfen van een hoge golf. Dat is te
veel (en te scheef) dus wordt er flink gereefd. Tegen de avond neemt de wind
wat af zodat we redelijk rustig de nacht in gaan. Vooral Aldert geniet er van
dat de jongens aan boord zijn. Naast het wachtlopen op de hondewacht, zijn
zowel Jurjen als Maarten behendig met de zeilen. Ook zij scheppen er plezier in
het schip in balans te brengen met de elementen. Met 2 masten en dus 2
grootzeilen ieder met 2 riffen en 2 fokken is er aardig wat te kiezen.
Gaandeweg krijgen we het schip in de macht met als resultaat een mooie snelheid
en een schip in balans. We expirementeren veel en proberen het een en het ander
uit. Bij het zetten van de kotterfok moet er een bakstag worden gezet en al
snel zorgen we ervoor dat deze permanent beschikbaar is. In de haven halen we
dit extra touwwerk wel weer van dek. Vooral aan de wind trekt deze goed en
samen met gereefde grootzeilen lijkt dit vooralsnog de beste optie. Ook al is
41 en 43 vierkante meter grootzeil best veel, in de praktijk blijken ze goed
hanteerbaar. De keuze van 2 masten wordt hiermee bevestigd. Wel is het best
veel werk om de zeilen te zetten. Deze fysieke inspanning is goed voor lijf en
leden en houdt ons jong!
Het zeilen is een genot. De beide motoren heel handig ombij te zetten als het nodig is. Op de lange windarme stukken, hebben we
ecospeed gedraaid. Rustig aan om het lawaai beheersbaar te houden en toch snel
genoeg om ruim 5 1/2 knoop per uur te
halen. Later blijkt dat we hiermee een gemiddelde van 4 liter diesel/uur per
motor gebruikt hebben, wat heel acceptabel is. Een ander groot voordeel van de
beide motoren is de grote manouvreerbaarheid. Bij het aanleggen en manouvreren
in een haven draaien we het schip alle kanten op die we willen. Ook Jurjen kon
het schip bijj het aanleggen in Nörrkoping met veel wind als een ei aan de kant
leggen. De klapschroeven hebben heel weinig weerstand bij het zeilen. Als de
motor uit is zet je de motor via de koppeling in de achteruit en dan stopt het
meedraaien. Bij het zeilen maakte dit verschil op 1 motor 0,2mijl snelheid/uur
uit. Dat telt op een wereldreis wel mee......
Een goed ritme in wachtlopen hebben we nog niet te
pakken. Aldert loopt de langste wachten en slaapt gedurende de dag bij. Jurjen
en Maarten lopen samen de nachtwacht en Anne is vooral 's morgens vroeg (soms
heel vroeg) actief. Samen vullen we elkaar zo mooi aan.
|
|
Vrijdagochtend vroeg blijkt dat we water hebben gemaakt.
Dit stond in de achterhut omdat we over stuurboord scheef lagen boven de vloer,
zodat Anne opstond met de enkels in het water. Mobieltje verdronken....
Blijkt dat de stuurboord RVS uitlaatdemper (water) heeft
gelekt; er is een lasnaad gesprongen. We hebben epoxyvuller aan boord en
repareren hiermee professorisch de uitlaatdemper. We krijgen hem hiermee dicht!
We onderbreken de reis nogmaals en maken vast in Oskarshamn. Hier kunnen we de
natgeworden kleding wassen en drogen en fruit en groenten aanvullen, want de
bemanning eet als slootgravers...
Maartenblijkt een goede fietsenmaker en hij zorgt ervoor dat onze vouwfietjes wordenvoorzien van nieuwe bandjes. Ook de versnelling wordt afgesteld en zo zijn we
overal weer mobiel.
|
|

|
Met de zon erbij op zaterdag 11 juni tussen de
Zweedse scheren en voor het eerst aan onze nieuwe buitentafel! Inmiddels is de
zee weer gladgestreken en moeten we weer motorren
|

|
|

|
|

|
Op
zondag 12 juni komen we aan in Norrköping.
Jurjen heeft een perfecte landing gemaakt in een jachthaven waar ze zo’n groot
schip niet verwachtten
|
|
Onze zweedse vriendin Ingegerd
komt ons verwelkomen en met haar auto kunnen we op maandag nog een paar
boodschappen doen. Met de aangeschafte onderdelen wordt het 2e
toilet in de achterhut aangesloten. Onze privacy groeit hierdoor en dat is heel
aangenaam. Wel blijkt het toilet niet zelf uitgerust met een aanvoerpomp. Deze
moeten we onderweg nog aanschaffen.
De jongens worden naar het vliegveld gebracht en eind van de
middag komt Ingegerd aan boord. |

|
|
! Op dinsdag 14 juni zetten we koers naar Hiiumaa, een
Estlands eiland. De wind is aanvankelijk niet toereikend maar in de avond komt
er een gunstige wind en kan de motor uit. We varen zo’n 7 knopen en kunnen ook
op woensdag alles bezeilen.
De
Baltische zee is een relatief rustig vaargebied. De scheepsroute naar Stockholm doorkruisen we
zonder problemen en ook de grote route van Rusland steken we probleemloos over.
We een paar keer een beetje moeten uitwijken voor grote (snelle) vrachtschepen.
We hebben een mooie zeiltocht gemaakt
|
|
En zo lopen we rond 7 uur in de avond de kust van Estland
aan. Dus wordt de Estse vlag gehesen. Helaas zonder bijbehorend volkslied, je
kunt niet alles hebben!
Midden in de nacht is het spannend navigeren. Dankzij
onze plotter en in combinatie met de radar is het verantwoord tussen al deze
stenen naar binnen te lopen.
Het
duurt nog tot 02:00 voordat we in de haven van Suursadama vastmaken. De jachthaven die we verwachtten is er niet. |

|
|
Wel een
vissershaven en we maken vast langszij een vissersschip dat oorspronkelijk uit
Breskens kwam. Havengeld wordt er niet gevraagd. Er is zowaar een toeristenburo
met een dame die ons helpt om naar de stad Kärdla te komen. We krijgen een lift
want het blijkt ruim 12 kilometer verderop te zijn.
Het is een zonnige dag en we belanden in de vorige eeuw in
een rustiek stadje. Inmiddels wel voorzien van moderne supermarkten maar nog
steeds met vooroorlogse prijzen. |
|
Vrijdagochtend
varen we om 04:00 de haven uit. Op het land hangen flarden mist maar eenmaal
buiten is het zicht prima.
De wind is weg en de motor brengt ons naar Finland.
|

|
|
Op vrijdagavond 17 juni, rond 8 uur komen we aan in de
jachthaven van Helsinki. We liggen
aan de rand van het centrum zodat we lopend de stad in kunnen. Het is
regenachtig maar de vooruitzichten zijn gelukkig goed. We bekijken de Russisch
Orthodoxe kathedraal waar we een devote vrouw tot aan de grond zien buigen en
er wordt een kind gedoopt. Het gezang van 2 mannen geeft door de acoustiek een
onwaarschijnlijk mooi en vol geluid. We bezoeken de overdekte warenmarkt; die
bij de haven is bijna 2x zo duur als in een wijk verderop waar de Finnen zelf
hun inkopen doen.
Het is wel even schrikken van de prijzen. Voor een liter
(dat is waarschijnlijk niet eens een kilo) nieuwe aardappelen wordt 8 euro gevraagd....
|
 |
|
De jachthaven is van alle gemakken voorzien, we hebben
draadloos internet aan boord, er is een wasmachine en een droger en ’s morgens
kunnen we een croissant en een kop koffie halen in het restaurantje annex
havenkantoor. Dit is de duurste haven totnutoe en we betalen 54 euro per nacht.
De prijzen in de bootjeswinkel zijn zo hoog, dat we volstaan met de Finse vlag.
2
Nachten worden we wakker gehouden door asociaal gedrag van feestende
motorbootvaarders. Zelfs de politie is s’nachts langs geweest, maar zodra die
weg waren barstte het weer los met ongelofelijk harde muziek. Zo waren erg
dronken en niet meer aanspreekbaar. Om 07.00 s’morgens stapte de nieuwe
vrouwelijke havenmeester kordaat op ze af en kreeg ze uiteindelijk stil. Ze
mogen nooit meer terugkomen! |
|
Zondagmiddag vertrekt Ingegerd met de veerboot,
terug naar Zweden. Gelukkig net op tijd zijn we erachter gekomen dat de klok
hier een uur vooruit loopt! Ze is voor ons gezin altijd erg gastvrij geweest en
met deze week vakantie aan boord hebben haar iets terug kunnen geven. Ze heeft
met volle teugen genoten van het varen en gaat vol indrukken en verhalen weer
naar huis.
|
 |
|
Maandag 20 juni komen Marrku en Helena op
bezoek. Negen jaar geleden kwamen we dit Finse stel tegen in Haapsalu (Estland).
Door de jaren hebben we contact gehouden en nu we zo dicht bij hun woonplaats
zijn is een ontmoeting geregeld. Ze logeren in de flat van hun zoon, vlakbij de
jachthaven. Het is net alsof het gisteren was dat we ze voor het laatst
ontmoeten en we hebben diepgaande gesprekken. Ook de flat van de zoon hebben we
kunnen bewonderen en zo krijgen we een beeld van het dure leven in Finland.
|
|

|
Dinsdag 21 juni gaan we met de boot naar Suomenlinna, een vestings eiland pal
voor de stad.
Er is nog een traditionele werf met een droogdok.
|
 |
|
Het
hout wordt gedeeltelijk ontschorst zodat er tijdens het drogen geen grote
scheuren ontstaan. De kiel wordt binnenkort gelegd voor een traditionele
zeiler, een soort kotter en natuurlijk helemaal van 2cm dik eiken.
In de jachthaven van Helsinki ontmoetten we Hein en Marlien uit Adorp, die al 8 jaar met hun motorboot (ook
een ontwerp van Willem Nieland - zoiets schept meteen een band!) onderweg zijn
en vandaag met ons mee op stap zijn. Hein voorziet ons van recente Cmap kaarten
op de laptop. Zo hebben we de hele wereld als reserve aan boord! We kletsen
samen heel wat af en verbazend hoeveel overeenkomsten er zijn. We moeten deze
gesprekken in de toekomst in Nederland tzt maar eens voort zetten.
|
|
Vrijdag 23 juni verlaten we Helsinki en gaan we onderweg
naar Tallin. Het is ongeveer 10 uren varen. Helaas pal tegen de wind, zodat we
dit traject op de motor moeten doen. We mijden de scheepvaartroutes van de
veerboten, die om de klip klap met hoge snelheid langs stuiven
|
 |
|

We komen vlakbij Tallinn in een fikse onweersbui terecht en worden ondanks de
zeilpakken toch behoorlijk nat. Er was geen tijd om de laarzen aan te doen en
het water kwam met zulke hoeveelheden uit de lucht dat het tijdens het
aanleggen via de hals en de mouwen naar binnen liep. We meren af in de
splinternieuwe haven aan de rand van het centrum. De havenmeester spreekt amper
Engels, maar gelukkig heeft hij een jonge assistent met naast vloeiend, ook een
mooi Oxford accent. 2 Generaties naast elkaar, waarbij de oudere havenmeester
maar met moeite afstand kan doen van stempels en onnodige bureaucratie.
|
|
Zaterdagmorgen
24 juni halen we Rob en Janneke van het vliegtuig. Het is inmiddels droog en
zonnig als we ’s middags het oude centrum inlopen.
Als we
op een terrasje op de markt zitten komt er een groep muzikanten. Helaas spelen
ze voornamelijk oude Engelse pop songs, we hadden liever wat van Estland
gehoord!
We
kijken onze ogen uit bij het aanbod van linnen kleding en amber sieraden en
uiteraard wordt het één en ander aangeschaft.
Zondag 25 juni gaan we verder naar het oosten van Estland. De
nieuwe bemanning moet nog een beetje in slingeren dus doen we de eerste twee
trajecten korte dagtochten. We zien op de kaart een stadje bij een rivier met
een haventje, Loksa genaamd. Begin
van de avond komen we er aan en de haven blijkt bij een verlaten scheepswerf te
horen. De werf is erg groot en totaal verlaten. Als we het stadje willen
verkennen blijkt er nog we een portier in het gebouw te zitten. Nadat onze
paspoortgegevens zijn genoteerd mogen we verder. |


|
|
We zien een totaal verwaarloosd stadje met overal grauwe
en erg lelijke flatjes, die waarschijnlijk door ex werknemers van de werf bewoond
worden. Dit is vooral het Russische deel en de wandeling maakt ons ietwat triest.
We mogen de werf gelukkig weer in en maken een boeren nacht. De volgende
ochtend worden we gesommeerd te vertrekken.
De
tweede etappe voert ons naar Vergi.
Anne ziet een douane meneer en regelt dat we een stempel op onze
bemanningslijst krijgen. Dit blijkt in Rusland een waardevol papier!
|
|

|
|
Omdat de wind erg gunstig is, gaan we s’avonds na de maaltijd verder, koers St.
Petersburg. We nemen contact op met Vladimir, onze man in Petersburg die al de
nodige voorbereiding met de autoriteiten heeft getroffen: inmiddels kunnen we
met redelijke zekerheid melden dat we dinsdag de 28ste in Rusland
aankomen.
Tot in de nacht kunnen we zeilen. Rob heeft als molenaar
het nodige in de mouw en dat komt goed van pas bij het zeilen hijsen! We hebben
een mooie bakstagwind en het is een genot de Necton door het water te zien
gaan. Het water maakt zijn geluid langs de scheepshuid en de wind houdt de
zeilen strak. We lopen 7, soms 8
knopen; kortom genieten! In de loop van de nacht neemt de wind af en gaan we
verder op de Volvo Penta. De naam Necton doet haar naam eer aan.........
|
 |
|
We melden ons netjes bij de grens en worden op de radar
gevolgd. We moeten ons met regelmaat melden, verder gaat de lange reis naar
binnen zonder problemen. Even voor Petersburg
is een eiland met een versmalling die net zo’n waterkering heeft als Rotterdam.
In geval van extreem hoog water kan Petersburg worden beschermd. Wij moeten
hier een ½ uurtje wachten tot een konvooi van grote schepen is gepasseerd en
toen werd het verlossende woord gesproken : “Sail Yacht Necton, you may
proceed”.
Aangekomen bij de douane meldt onze agent Vladimir zich.
Vergezeld van een vrouwelijke marrechaussee en een stapel papieren. De mevrouw
wordt aan boord direct zeeziek en de inspectie van het schip kost haar veel
moeite. Ze kijkt nauwelijks de hutten rond, laat staan de overige kasten en
ruimten onder de vloer. Dit hadden we ons heel anders voorgesteld!
Hierna de papierwinkel, elk bemanningslid moet
een immigratieformulier in duplo invullen waarna de kapitein mee moet naar de
douane. Dit blijken dames in minirok en op extreem hoge hakken te zijn en
Aldert komt terug met ogen vol van verbazing. We zijn eigenlijk erg snel met de
formaliteiten klaar en kunnen vertrekken naar de jachthaven, waar we om 21.00u
afmeren. |
|

Inmiddels
zijn we in een hittegolf beland. Het is ruim boven de 30 graden!
Met de bus kunnen we voor 21 roebel (40 cent) naar het
centrum waar we overweldigd worden door de grote en prachtige gebouwen zoals
hier, aan de oever van de Neva, het Winterpaleis, de Hermitage. |
|
Aan het Paleisplein staat het
gebouw van de Generale Staf met een triomfboog die wordt bekroond door een 10
meter hoge beeldengroep van een wagen met de gevleugelde godin van de
overwinning, getrokken door een span van 6 paarden.
|
 |
|
We gaan
naar de voormalige Hollandse kerk aan de Nevski Prospekt. Hier is het kantoor
van de Nederlandse Stichting Vrienden van Sint Petersburg, gevestigd. We hebben
uit Nederland 2 dozen boeken meegenomen voor de bibliotheek die hier wordt ingericht.
Op dit
moment is er een internationle marine ontmoeting waar ook een Nederlands fregat
aan mee doet. De marinemensen krijgen een rondtoer per bus door de stad en wij
kunnen mee.
|
|

Aansluitend rijdt de bus naar de
jachthaven en gaan de boeken zonder problemen van boord.
|
|
In het kantoor van Lena Makarova,
de Russische secretaresse van de Stichting Vrienden van Sint Petersburg drinken
we wodka op de goede afloop van deze missie. Uiteindelijk was het allemaal een
stuk makkelijker dan ons door de Nederlandse secretaris Jan (die voor deze
gelegenheid is ingevlogen) is voorgeschoteld..
|
 |
|

Aansluitend gaan wij, op aanraden van Lena, uit eten in
een restaurant tegenover de Verlosserskathedraal (de Russen noemen dit de kerk
van het verspilde bloed), gebouwd op de plek waar in 1881 tsaar Aleksander II
werd vermoord.
Voor
ons nog steeds bijzonder dat het niet donker wordt! |
|
In het restaurant is er tijdens het eten (wij eten
natuurlijk boeuff Stroganoff) een show met dans en zang en zoals jullie hiernaast
kunnen zien, amuseren we ons uitstekend!
Inmiddels
hebben we proefondervindelijk gemerkt dat je beter bier dan wijn kunt
bestellen, de wijn smaakt erg waterig.... |
 |
|

Zaterdag 2 juli maken we een uitstap naar Petrodvorets,
Peterhof, een equivalent van Versailles. De lommerrijke omgeving en de vele
fonteinen zorgen enigzins voor verkoeling maar eigenlijk zou je met dit weer
beter binnen kunnen blijven...
|
|
Op de
heenweg nemen we de draagvleugelboot die er door zijn snelheid van 60km/uur, slechts
30 minuten over doet.
Deze plek werd door Peter de Grote gesticht. Aanvankelijk
bedoeld om oog te houden op de bouw van de vesting Kronstad maar al vrij snel
als tuin ingericht. De volgende tsarina’s hebben er paleizen gebouwd en beelden
verzameld en fonteinen en vijvers aan laten leggen. Het is (ook voor Russen)
een grote trekpleister. |
 |
|

Vanwege de hitte en de grote hoeveelheid mensen gaan we
rond drie uur het park uit, de paleizen hebben we niet van binnen gezien. Met
zoveel mensen is dat niet te doen!
We
willlen met de trein terug maar belanden uiteindelijk in een bus die ons na een
rit van een uur in het zuiden van Petersburg brengt. Daar stappen we op de
metro en zo komen we uiteindelijk weer op de Nevki Prospekt waar we lijn 7 naar
de haven pakken. Inmiddels kennen we een paar woorden Russisch zodat we de
conducteur (die niet snapt dat we niet eerder uit de bus stappen maar tot het
eind station, ogenschijnlijk in the middle of nowhere, blijven zitten) kunnen
uitleggen waarnaar we op weg zijn en met een do svidanija! afscheid nemen. |
|
Zondag 3 juli gaan we vroeg op pad
naar de Hollandse kerk. Om 11 uur begint een Nederlandse kerkdienst met de
vlootpredikant van de marine. De pianist is er al en blijkt de door Anne
meegebrachte muziek zo te kunnen spelen. Er blijven af en toe 2 toetsen steken,
maar hij speelt onverstoord verder. Bij het woeste barokstuk dat samen gespeeld
wordt valt (gelukkig op een moment vlak voordat de piano 5 maten solo heeft)
het onderste deel van de dwarsfluit op de grond en ook dit brengt de pianist
niet van zijn stuk. Alsof er eindeloos is geoefend wordt het laatste deel
zorgvuldig neergezet.
|
 |
 |
 |
|
De Nederlandse vlootpredikant
houdt voor de mannen in uniform en enkele gasten een overweging met een hoog
zeemansgehalte. We voelen ons een beetje thuis. Na de kerkdienst drinken we, naar
goede Nederlandse traditie, een kop
koffie op een terras aan de Nevski Prospekt en gaan vervolgens met Lena de
Kazan Kathedraal we van Lena allemaal een kaarsje krijgen om te branden voor
Sint Nikolaas, de beschermheilige van de zeevaart. Als de marine mannen terug
gaan naar hun schip, neemt Lena ons nog mee voor een rondleiding door de
Hermitage. Door haar licentie als gids kunnen we om de rij heen naar binnen,
wat niet wegneemt dat de duizenden passagiers van de 5 grote passagiersschepen per
dag, die in Petersburg aan wal gaan, ook de unieke kunsschatten gaan bekijken.
Enigzins onwel van de dringende massa, de hitte en de stank strompelen we 2 uur
later weer naarbuiten. Wél de unieke Leonardo da Vinci Madonna met kind gezien,
en de Rembrands en de prachtige zalen met rijke decoraties!
|
|

De overgang naar een vrije markteconomie gaat
nog niet helemaal soepel; regelgeving wat betreft geluidsoverlast ontbreekt.
Rond de haven zijn meerdere horecagelegenheden die met elkaar strijden wie het
hardst decibellen kan produceren. Door de harde technobeat van meerdere kanten
tot 6 uur sóchtends, hebben we er 5 slapeloze nachten opzitten. Af en toe
resoneert zelfs de deur van de boot mee. Janneke komt op het lumineuse idee om
alvast zondagavond te vertrekken. Vladimir regelt in aller ijl de vervroegde
aftocht met de douane en wonder boven wonder, het gaat allemaal goed. Het
havengeld (10.000 roebel=250 euro) dragen we af aan Vladimir en nadat de marine
schepen zijn vertrokken (en wij ondertussen aan boord eten) varen we (achter een russische oude
hoovercraft) weg van “Sankt Pieterboerg”
|
|


|
|
We
kunnen uiteindelijk in de vroege ochtend de zeilen hijsen en gaan met een
voorspoedige snelheid (7-8
knopen)richting Estland. We leven van de wind en hebben weinig brandstof nodig.
Er komt een ritme in het leven aan boord. Er wordt wachtgelopen, gelezen,
spelletjes gedaan (door sommigen). Helaas, is Janneke, geveld door zeeziekte, genoodzaakt
wacht te kooi te houden maar gelukkig neemt de wind af als we onder de kust van
Estland zijn, in de loop van dinsdag, zodat er weer een bodempje in de maag kan
worden gelegd.
Na 44 uren komen we, eind van de middag op 5 juli aan in Haapsalu. |
 |
|
Woensadg 6 juli zitten we weer, net zoals 9 jaar geleden
op de Tchaikovski bank. Inmiddels is het mechaniek waardoor je de zesde
symphonie hoord (die Tchaikovski in Haapsalu heeft afgemaakt) kapot dus in
stilte genieten we van het uizicht.
Van de
stad zelf herkennen we niet veel meer. Waarschijnlijk is er de afgelopen jaren
het nodige veranderd! De winkeltjes zijn nog wel net zo lastig te ontdekken als
toen. Ogenschijnlijk gewoon een huis waar de deur openstaat, zonder duidelijke
etalage of uithangborden (wat ook niet echt helpt als je geen woord Ests kunt lezen!) |
|
Donderdag
7 juli worden Rob en Janneke ’s morgens om kwart over zes door een taxi naar
het busstation gebracht. Met de bus naar Tallin en vandaar weer op het
vliegtuig terug naar Bremen en tot slot met de auto naar Groningen.
We ruimen de boot op, herordenen de voorraden en maken
plannen voor het laatste deel van onze reis. Morgen vertrekken we naar Pärnu,
een Estse plaats aan de noordkant van de golf van Riga. |
 |
|

|
|

|
|

Op vrijdag 8 juli zijn we in Pärnu. We hebben nog 3 weken te gaan en
moeten keuzes maken wat betreft de plaatsen die we nog willen bezoeken. In
ieder geval Riga de hoofdstad van Letland, besluiten we.
We blijven niet lang in Pärnu en zetten koers naar Riga.Op zondag 10 juli komen we daar aan.
|
|
We
wandelen door Riga en ontdekken dat er tussen de middag een orgelconcert is in
de Dom.Een
jonge organiste speelt Bach (in chaos), Reger en Vierne op het orgel dat in de
laatste fase van restauratie blijkt te zijn.
|
 |
|
Het valt niet mee de Golf van Riga uit te komen.
Hebben we eerst de reis naar Engure moeten bijstellen; ook de reis naar het
geplande Ventpils behoeft bijstelling. We varen verder naar het noorden op zoek
naar de passage naar de Oostzee en geleidelijk komt er meer wind. We zetten
zeil! Er gaat toch niets boven het zeilen. De motor uit en we glijden door het
water. Wel geven de golven op het aluminium een behoorlijke ruis, zodat je niet
echt van een stilte kunt spreken. Het is
aangenaam zo in beweging te zijn; een soort harmonie met de natuur. Aan
het eind van de Golf, ronden we de vuurtoren Kolkasrags en gaan we koers SW de
straat van Irbenskty in op weg naar de Baltic. De weersvoorspelling beloofde
een rustige wind , maar veel eerder dan verwacht trekt de wind enorm aan uit
het Westen. De zee bouwt snel op en het is niet meer mogelijk te zeilen omdat
er er vrijwel recht tegenin moeten. De motor er bij aan en ook dat is afzien.
Er bijna recht tegenin geeft stampende vermoeiende bewegingen. Het vooruitzicht
dit nog uren vol te moeten houden geeft inspiratie te zoeken naar een
alternatief. Ten noorden van ons ligt het eiland Saaremaa (Estland). Het is goed te bezeilen en na enig overleg
passen we het reisschema (weer) aan. Wel moeten we een drukke scheepsvaartroute
oversteken, maar gelukkig zijn er geen schepen die ons dwars zitten. De motor
weer uit en we zeilen opnieuw naar Estland.
|
|
Deze keer geen vogel maar een grote libelle
die mee lift.Geduldig blijft ze wachten tot we weer dicht
bij land zijn!
|
 |
|

woensdag 13 juli Möntu
(Saaremaa)
We
meren af op de zuid-oosthoek van het eiland . Het ziet er verlaten uit, dus zijn we verbaasd als er toch een havenmeester
blijkt te zijn die 16 euro havengeld incasseert.

|
|
Het aanpassen van het reisschema heeft een
positief effect op de volgende dag, wanneer we vertrekken naar Liepaja. We
slaan Ventspils over om reden dat het vanuit zee een aanblik van een echte
fabrieksstad heeft. We hebben de wind in de rug! Het is weer een dag met veel
genieten van het zeilen zelf. Met een NO bakstag wind varen we bijna pal zuid.
Omdat we dicht onder de kust varen, zijn er omdat de wind vanuit land
komt, zijn er vrijwel geen golven. Wel
een stevige wind met Bf. 5 die later aan trekt naar 6. Ideale ingrediënten om snelheid
te maken. Het wordt een beetje een sport om de teller omhoog te krijgen. We
lopen ruim 7 knopen, met soms uitschieters naar boven de 8. Heel even tikken we
zelfs de klok van 9 zeemijl/uur aan. Kicken! Voor de windvoorspelling kijken we
op internet naar Passageweather.com de voorspeller voor wereldzeilers die
Jurjen ons heeft aangereikt. Deze heeft voorspeld, dat de wind eind van de dag
naar het zuiden zou draaien en pal voordat we Liepaja aanlopen, draait deze
inderdaad naar het zuiden. Gauw de motoren aan en even gassen om op tijd binnen
de pieren te komen. Liepaja lijkt een beetje op Brest in Frankrijk. Een haven
met grote golfbrekers er voor, die een grote haven beschermen waar ook de
marine haar thuisbasis heeft. Voldaan meren we af op een plekje midden in het
centrum voor de brug. Het was een fijne dag waarin we met 100 zeemijlen op de log en 1 ½ breedtegraad naar het zuiden zijn
gezakt. (58NB naar 56. 30).
|
|
Donderdag 14 juli Liepaja
Inmiddels is het weer wat omgeslagen en verruilen we de korte
broek voor een lange. Er komen veel toeristen langs de boot om een foto te
maken en herhaaldelijk houdt iemand de reling vast en poseert. Uiteindelijk
nodigen we iemand uit om aan boord te poseren, achter het stuurwiel. Maar er
moesten ook foto’s van de man aan de touwen en aan de lier. Gelukkig was de
sessie na een kwartier klaar en konden wij weer aan dek.
Op zaterdag maken we met de bus een uitstap naar Kuldiga. Daar is een festival.De bus zit (over)vol met Letten die naar het festivalgaan. Dat wordt dus anderhalf uur staan en om de paar minuten komen er meer
mensen bij.Het festival is leuk, er zijn dansgroepen, muziek
ensembles en heel veel martkt kraampjes.Komisch genoeg zijn er ’s middags als we terug gaan weer
dezelfde mensen in de bus met als verschil dat wij nu helemaal achterin kunnen
blijven zitten, ook al is dit naast een penetrant ruikende Let die Anne van
alles wil laten zien en vertellen. Het communiceert lastig in het Lets......
|
 |
 |
 |
|

|
|

|
|
We besluiten van Liepaja ineens over te steken
naar Polen en laten Litouwen voor wat het is. Omdat het meer dan een dagreis
is, vertrekken we om 12u. De gunstige wind bolt de zeilen en we zoeven door het
water. Omdat we nu het land achter ons laten, hebben we wel zeegang waar het
schip zich in thuis voelt. Zoals altijd neemt Ann in de avond een paar uren
wacht voor haar rekening zodat Aldert voor de nacht nog even kan slapen. Door
de heftige bewegingen komt daar niet zoveel van terecht, maar wie wil nu ook
slapen als je zo kunt zeilen? Tijdens de nachtwacht zie ik op de radar een
schip die behoorlijk dicht bij komt; of zijn het er 2? Als de
navigatieverlichting te onderscheiden is, blijkt het inderdaad een sleepboot te
zijn met een grote echo erachter. Deze nacht is het volle maan en ze passeren
aan stuurboord op een halve mijl afstand; best wel dichtbij! Het schip erachter
is totaal onverlicht. Doodat de maan veel licht geeft, weerkaatst deze een wit
schijnsel op wat blijkt een klein wit passagiersschip of een ferry te zijn. Een
spookachtig tafereel die achter ons in de maneschijn verdwijnt.
|
|

Om 8 uur in de ochtend ruimde de wind ineen klap naar ZW
en ook trok deze snel aan. De weersverwachting had dit pas om 3 uur in de
middag beloofd. Ook nu hebben we geen zin om nog eens 8 uur hier tegen in te
motorren en daarom het besluit om
bakboord uit te gaan naar Wladyslawowo.
Bij het opnieuw zetten van de zeilen blijken we ineens tussen 2 grote tankers
te zitten. We laten ze mooi voorbij gaan en passen de koers aan. Weer een
stukje lekker zeilen!
Maandag 18 juli komen we rond de middag in een bui aan inde badplaats Wladislawowo, waar we weer hotspot voor vakantie fotografen zijn!
|
 |
 |
|
Dinsdag 19 juli voeren we op de motor (er stond geen zuchtje
wind) naar Utska in de hoop op meer
wind. Hier kregen we midden in de nacht ongevraagde gasten aan boord die er
door Aldert kordaat werden afgezet. (of ze de volgende dag nog mee mochten
zeilen; nee dus).
Woensdag 20 juli in de vroege ochtend vertrokken en ’s middags
zet een flinke bries de goede kant op, om alf vier in Kolobrzeg aangekomen. De wind wordt nu serieus. We krijgen van de
havenmeester een weerbericht en leren uiteindelijk dat Pólnowo Noord is,
Wschodni Oost, Zachodni West en Poladniowy Zuid. Afgaand op het weerbericht
wordt het zaak om zo snel mogelijk westwaarts te gaan. Morgen wordt N-NO 6-7
voorspeld, zo goed als halve wind, vanaf vrijdag W 7, erg fout als je West
wilt.
Donderdag
21 juli gaan we met 2 riffen in de beide zeilen en de kotterfok, op weg. Alles
meer dan zeevast gezet, op het ergste voorbereid (uiteindelijk was de wind NNW
8). Het schip houdt zich goed en met gemiddeld 7 knopen in deze harde wind,
komen we rond 6 uur ’s middags aan in de
haven van Swinoujscie, waarvan de
Pilot aangeeft dat je deze haven ook met slecht weer goed aan kunt lopen. Met
harde wind varen veilig tussen de pieren en komen in rustig water. De stad
blijkt door de oorlog zwaar geteisterd en nog maar weinig weer opgebouwd.
|
|

Inmiddels zijn we aan het eind van Polen. De
volgende stop is Stralsund, waar de brug is naar Rügen. We ankeren ’s avonds bij
aankomst bijna onder de brug, zodat we de volgende morgen als de brug weer
draait, er meteen onderdoor kunnen varen. De autobrug is met 24 m hoog genoeg;
de spoorbrug erachter is een klapbrug. Om 08.20 gaan we erdoor.
|
|
We varen langs de zogenaamde bodden. In de
leemachtige bodem, zijn vaargeulen uitgegraven. Als je ook maar 1 meter buiten
de boeienlijn komt, loop je met een klap vast. We laten het mooie landschap aan
ons voorbijgaan in de kronkelende vaargeultjes. Uiteindelijk laten we Rügen
achter ons met de wens hier ooit nog eens terug te komen met meer tijd.
We bereiken diep water en zetten koets west.
De windvoorspelling was Zuid, maar het zit ergens tussen ZW en Z. Het betekent aan de wind zeilen. We passen de
zeilvoering weer aan naar 2x een rif in de grootzeilen en de kotterfok. In
tegensteling met de voorspelling, trekt de wind in buien stevig aan en het
waait uiteindelijk windkracht 7! Omdat we ten noorden van het eiland Zingst
varen, hebben we vooralsnog geen last van golven. Een klein stukje grote fok
erbij en het schip gaat er als een haas vandoor. We lopen tegen de 8 knopen en
in windvlagen trekt het schip erg scheef. De snelheid neemt dan ongelofelijk
toe en tot groot plezier van Aldert, wordt er 9.2 knopen geklokt! De prijs
ervoor is dat er in de kombuis water via de gootsteenbakjes de boot in komt en
dat wordt te gek. De fok wordt weggedraaid en zo knokken we ons tegen de wind
in. We moeten de Grote Belt oversteken naar Falster in Denemarken en krijgen te
maken met een drukke scheepvaartroute. De wind trekt in buien nu aan tot 8 Bft
en Anne vindt het niet leuk meer. Zodra we de luwte van het eiland Zingst kwijt
zijn, lopen er hoge golven. Het wordt hard werken om er tegen in te komen en we
besluiten de reis aan te passen en Gedser
in Denemarken aan te lopen. Met ons 1e bootje hebben we hier eens
dagen lang verwaaid gelegen en omdat de plaats toen niet veel aan was, was het
gedver in Gedser. De zeeën lopen hoger en hoger op en Anne neemt het advies
over om wacht te kooi te houden tot het ruige weer over zal zijn. Er komt een coaster te dicht bij en in de
snoeiharde wind wachten we bijgedraaid tot deze voorbij is. Geen prettige
bewegingen en dan de SB motor bij om z.s.m. deze drukke straat achter ons te
laten. We zijn door de BB shipping lane heen, als van BB een heel groot schip
ineens verder BB uit draait en dus op een ramkoers komt. Hij maakt gebruik van
het diepe midden van de bebakende geul en er zit niets anders op dan weer bij
te liggen. We gaan nu door de hoge zeegang ruig tekeer en het is heel prettig
als we weer kunnen zeilen. De shipping lane van SB geeft ook weer veel schepen.
De laatste waar we mee te maken krijgen noopt om uit te wijken en om niet nog
eens zo rond te dobberen, gaan we SB uit en stuiven met ruim 8 knopen met de nu
bakstagwind achter het schip langs. De moeizaam verworven hoogte moeten we een beetje inleveren, maar gelukkig
blijft Gedser bezeild. Het laatste stuk komen er door het ondieper worden ook
af en toe forse brekers(hoge golven met grote witte schuimkoppen!).Ons schip
heeft een hoog vrijboord en die betaalt zich nu dubbel en dwars terug. We
zeilen met 7.4 knopen op ons doel af en krijgen soms wat buiswater op de kop,
maar dat douchen we er wel weer af. Het schip laat zien waar het voor gebouwd
is en het geeft vertrouwen onder deze extreme omstandigheden te ervaren dat ze
tegen een stootje kan. We starten de motoren en met een gierende wind meren we
af tussen 2 palen met de kop naar de kant. Met 4 meter ruimte tussen de palen
zitten we mooi shocking klem. We trekken de boegspriet in en zo kunnen we
gemakkelijk op de kant stappen. Mensen aan de kant keken met verbazing naar de
grote wendbaarheid van het schip in de harde wind en de mogelijkheid om de
boegspriet in te trekken. Wij laten de huilende wind en de regen voor wat hij
is en gaan lekker naar binnen waar de kachel brandt.
Een goed glas whisky maakt ons van binnen weerwarm...........
|
|
Na Gedser neemt de wind weer wat af (ZW4) en moet de
motor weer bij. We varen onder Fehmarn door de brug en ankeren ’s avonds bij
Kiel. Los van havengeld scheelt het ankeren een hoop gedoe met touwen en
fenders. Zo kunnen we de volgende ochtend zó weer verder. En varen al om half 7
de sluis van Kiel Holtenau in

|
 |
|

We blijven een nachtje in de overvolle jachthaven van
Brünsbüttel aan het eind van het kanaal en gaan woensdag 27 juli in de loop van
de ochtend (vanwege het tij) naar Helgoland.
Hier
hebben we goedkope diesel (1.05/L) gebunkerd en belastingvrije drank, een mooi
slot van de vakantie! |
|
Vrijdagochtend
varen we de laatste etappe. We hebben geankerd onder Juist, een Duits waddeneiland.
Inmiddels waait de wind uit het noorden en hebben we een
dikke stroom mee als we de Eems op varen. |
 |
|

Eind van de ochtend komen we aan in Delfzijl.
|
|
Gineke
en Juffie gaan mee van Delfzijl naar Groningen
Juffie
vindt het wel spannend en doet helaas geen plas op het veldje bij de sluis. Dat
betekent dat ze het tot de avond op moet houden.
Als we
bij Groningen komen moeten we de brug van de ringsnelweg door en die draait pas
weer vanaf 6 uur.
Maar dan zijn we ook 5 minuten later weer in onze eigen
vertrouwde jachthaven. |
 |
|

Zo voeren we deze afgelopen 2 maanden van Groningen via
Delfzijl-Brünsbüttel-Kiel-Skillinge-Oskarshamn-Norrköping-Suursadama-Helsinki-Tallinn-Loksa
en Vergi naar Sint Petersburg en via Haapsalu-Pärnu-Riga-Engure-Möntu-Liepaja-Wadislawowo-Uska-Kolobrzeg-Swinoujscie-Rüden-Stralsund-Gedser-Kiel-Brünsbüttel-Helgoland-Juist-Delfzijl
weer naar de plaats die we thuis noemen:
Groningen
We kijken terug op een enerverende tocht! |
| |
|