Home201120102008 Nieuw schipHistorie

 

 

Reisverslag

 

Reisverslag

 

 

2 Juni 2011

Na een lange periode van hard werken om de meestnoodzakelijke dingen aan boord op tijd af te krijgen is op donderdag 2 juni dan eindelijk het begin van onze eerste grote reis met de nieuwe Necton aangebroken!

De eerste nacht aan boord van de Necton heerst er nog chaos. Plunjebalen vol linnengoed en kleding, tassen met boodschappen dozen met boeken, alles moet nog een plek vinden. Op vrijdag 3 juni is het dan zover. Rond de middag varen we Groningen uit.

Onderweg naar Delfzijl wordt er gewerkt om alles te stouwen. Er is plek genoeg maar om alles een logische plek te geven is nog een heel karwei.

Reizen zonder hindernissen is voor ons kennelijk niet weggelegd. Bij het verlaten van Delfzijl komen we erachter dat ons abonnement bij xs4all om onverklaarbare reden door ING is opgezegd. We doen een poging om dit te herstellen maar zullen tot na het weekend moeten wachten. Communiceren via de mail wordt lastig..

We zetten koers naar Brünsbüttel, het begin van het Kielerkanaal. De wind is NO 5, de stroom tegen. Plan om Borkum via de Oostereems te passeren mislukt; de betonning naar zee blijkt verwijderd. We zeilen een prachtige route inclusief zeehondenbanken boven Borkum langs terug, om de betonning van de Westereems op te pikken. Een leuke route voor een volgende keer, maar dan niet om tijd te winnen. De route naar zee is nu of via de de Eemshaven of over het wad naar Norderney.

Terwijl Anne met pillen de wacht te kooi houdt, knokken Aldert en Jurjen zich een weg door de nacht. De zee blijft ruw en we moeten steeds hoger aan de wind. Uiteindelijk moet de SB motor bij om genoeg hoogte te kunnen blijven houden. Zondag 5 juni lost An de mannen af en komen we stukje bij beetje bij de Elbe aan. Rond de middag varen we de sluizen aan en in de loop van de middag maken we vast in de jachthaven.Eerst maar eens op adem komen voordat we het kanaal doorvaren. We hebben nog tot dinsdagmorgen voordat Maarten in Kiel aan boord komt. Het herstellen van onze verbinding met xs4all lijkt niet te gaan lukken......

De plannen worden bijgesteld. We maken een stop in het Zweedse Skillinge. De havenmeester Jeroen blijkt een gestrande Nederlandse zeiler te zijn die lange tijd in de Groninger Oosterhaven heeft gelegen. Helaas geen restaurant of supermarkt open. Het seizoen begint hier pas 21 juni. De jongens improviseren een maaltijd aan boord en we eten met smaak!Donderdag 9 juni zetten we de reis voort. We zien ivm de windrichting af van Gotland en varen via de Kalmarsund noordwaarts. Het waait W5 als we vertrekken maar de wind trekt aan naar Bft 7.

We lopen 8 mijl en maken zelfs een uitschieter naar 15 mijl (een nieuw record!) per uur bij het afsurfen van een hoge golf. Dat is te veel (en te scheef) dus wordt er flink gereefd. Tegen de avond neemt de wind wat af zodat we redelijk rustig de nacht in gaan. Vooral Aldert geniet er van dat de jongens aan boord zijn. Naast het wachtlopen op de hondewacht, zijn zowel Jurjen als Maarten behendig met de zeilen. Ook zij scheppen er plezier in het schip in balans te brengen met de elementen. Met 2 masten en dus 2 grootzeilen ieder met 2 riffen en 2 fokken is er aardig wat te kiezen. Gaandeweg krijgen we het schip in de macht met als resultaat een mooie snelheid en een schip in balans. We expirementeren veel en proberen het een en het ander uit. Bij het zetten van de kotterfok moet er een bakstag worden gezet en al snel zorgen we ervoor dat deze permanent beschikbaar is. In de haven halen we dit extra touwwerk wel weer van dek. Vooral aan de wind trekt deze goed en samen met gereefde grootzeilen lijkt dit vooralsnog de beste optie. Ook al is 41 en 43 vierkante meter grootzeil best veel, in de praktijk blijken ze goed hanteerbaar. De keuze van 2 masten wordt hiermee bevestigd. Wel is het best veel werk om de zeilen te zetten. Deze fysieke inspanning is goed voor lijf en leden en houdt ons jong!

Het zeilen is een genot. De beide motoren heel handig ombij te zetten als het nodig is. Op de lange windarme stukken, hebben we ecospeed gedraaid. Rustig aan om het lawaai beheersbaar te houden en toch snel genoeg om ruim  5 1/2 knoop per uur te halen. Later blijkt dat we hiermee een gemiddelde van 4 liter diesel/uur per motor gebruikt hebben, wat heel acceptabel is. Een ander groot voordeel van de beide motoren is de grote manouvreerbaarheid. Bij het aanleggen en manouvreren in een haven draaien we het schip alle kanten op die we willen. Ook Jurjen kon het schip bijj het aanleggen in Nörrkoping met veel wind als een ei aan de kant leggen. De klapschroeven hebben heel weinig weerstand bij het zeilen. Als de motor uit is zet je de motor via de koppeling in de achteruit en dan stopt het meedraaien. Bij het zeilen maakte dit verschil op 1 motor 0,2mijl snelheid/uur uit. Dat telt op een wereldreis wel mee......

Een goed ritme in wachtlopen hebben we nog niet te pakken. Aldert loopt de langste wachten en slaapt gedurende de dag bij. Jurjen en Maarten lopen samen de nachtwacht en Anne is vooral 's morgens vroeg (soms heel vroeg) actief. Samen vullen we elkaar zo mooi aan.

Vrijdagochtend vroeg blijkt dat we water hebben gemaakt. Dit stond in de achterhut omdat we over stuurboord scheef lagen boven de vloer, zodat Anne opstond met de enkels in het water. Mobieltje verdronken....

Blijkt dat de stuurboord RVS uitlaatdemper (water) heeft gelekt; er is een lasnaad gesprongen. We hebben epoxyvuller aan boord en repareren hiermee professorisch de uitlaatdemper. We   krijgen hem hiermee dicht!

We onderbreken de reis nogmaals en maken vast in Oskarshamn. Hier kunnen we de natgeworden kleding wassen en drogen en fruit en groenten aanvullen, want de bemanning eet als slootgravers...

Maartenblijkt een goede fietsenmaker en hij zorgt ervoor dat onze vouwfietjes wordenvoorzien van nieuwe bandjes. Ook de versnelling wordt afgesteld en zo zijn we overal weer mobiel.

Met de zon erbij op zaterdag 11 juni tussen de Zweedse scheren en voor het eerst aan onze nieuwe buitentafel! Inmiddels is de zee weer gladgestreken en moeten we weer motorren

Op zondag 12 juni komen we aan in Norrköping. Jurjen heeft een perfecte landing gemaakt in een jachthaven waar ze zo’n groot schip niet verwachtten

Onze zweedse vriendin Ingegerd komt ons verwelkomen en met haar auto kunnen we op maandag nog een paar boodschappen doen. Met de aangeschafte onderdelen wordt het 2e toilet in de achterhut aangesloten. Onze privacy groeit hierdoor en dat is heel aangenaam. Wel blijkt het toilet niet zelf uitgerust met een aanvoerpomp. Deze moeten we onderweg nog aanschaffen.

De jongens worden naar het vliegveld gebracht en eind van de middag komt Ingegerd aan boord.

!Op dinsdag 14 juni zetten we koers naar Hiiumaa, een Estlands eiland. De wind is aanvankelijk niet toereikend maar in de avond komt er een gunstige wind en kan de motor uit. We varen zo’n 7 knopen en kunnen ook op woensdag alles bezeilen.

De Baltische zee is een relatief rustig vaargebied.  De scheepsroute naar Stockholm doorkruisen we zonder problemen en ook de grote route van Rusland steken we probleemloos over. We een paar keer een beetje moeten uitwijken voor grote (snelle) vrachtschepen. We hebben een mooie zeiltocht gemaakt

En zo lopen we rond 7 uur in de avond de kust van Estland aan. Dus wordt de Estse vlag gehesen. Helaas zonder bijbehorend volkslied, je kunt niet alles hebben!

Midden in de nacht is het spannend navigeren. Dankzij onze plotter en in combinatie met de radar is het verantwoord tussen al deze stenen naar binnen te lopen.

Het duurt nog tot 02:00 voordat we in de haven van Suursadama vastmaken. De jachthaven die we verwachtten is er niet.

Wel een vissershaven en we maken vast langszij een vissersschip dat oorspronkelijk uit Breskens kwam. Havengeld wordt er niet gevraagd. Er is zowaar een toeristenburo met een dame die ons helpt om naar de stad Kärdla te komen. We krijgen een lift want het blijkt ruim 12 kilometer verderop te zijn.

Het is een zonnige dag en we belanden in de vorige eeuw in een rustiek stadje. Inmiddels wel voorzien van moderne supermarkten maar nog steeds met vooroorlogse prijzen.

Vrijdagochtend varen we om 04:00 de haven uit. Op het land hangen flarden mist maar eenmaal buiten is het zicht prima.

De wind is weg en de motor brengt ons naar Finland.

Op vrijdagavond 17 juni, rond 8 uur komen we aan in de jachthaven van Helsinki. We liggen aan de rand van het centrum zodat we lopend de stad in kunnen. Het is regenachtig maar de vooruitzichten zijn gelukkig goed. We bekijken de Russisch Orthodoxe kathedraal waar we een devote vrouw tot aan de grond zien buigen en er wordt een kind gedoopt. Het gezang van 2 mannen geeft door de acoustiek een onwaarschijnlijk mooi en vol geluid. We bezoeken de overdekte warenmarkt; die bij de haven is bijna 2x zo duur als in een wijk verderop waar de Finnen zelf hun inkopen doen.

Het is wel even schrikken van de prijzen. Voor een liter (dat is waarschijnlijk niet eens een kilo) nieuwe aardappelen wordt 8 euro gevraagd....

De jachthaven is van alle gemakken voorzien, we hebben draadloos internet aan boord, er is een wasmachine en een droger en ’s morgens kunnen we een croissant en een kop koffie halen in het restaurantje annex havenkantoor. Dit is de duurste haven totnutoe en we betalen 54 euro per nacht. De prijzen in de bootjeswinkel zijn zo hoog, dat we volstaan met de Finse vlag.

2 Nachten worden we wakker gehouden door asociaal gedrag van feestende motorbootvaarders. Zelfs de politie is s’nachts langs geweest, maar zodra die weg waren barstte het weer los met ongelofelijk harde muziek. Zo waren erg dronken en niet meer aanspreekbaar. Om 07.00 s’morgens stapte de nieuwe vrouwelijke havenmeester kordaat op ze af en kreeg ze uiteindelijk stil. Ze mogen nooit meer terugkomen!

Zondagmiddag vertrekt Ingegerd met de veerboot, terug naar Zweden. Gelukkig net op tijd zijn we erachter gekomen dat de klok hier een uur vooruit loopt! Ze is voor ons gezin altijd erg gastvrij geweest en met deze week vakantie aan boord hebben haar iets terug kunnen geven. Ze heeft met volle teugen genoten van het varen en gaat vol indrukken en verhalen weer naar huis.

Maandag 20 juni komen Marrku en Helena op bezoek. Negen jaar geleden kwamen we dit Finse stel tegen in Haapsalu (Estland). Door de jaren hebben we contact gehouden en nu we zo dicht bij hun woonplaats zijn is een ontmoeting geregeld. Ze logeren in de flat van hun zoon, vlakbij de jachthaven. Het is net alsof het gisteren was dat we ze voor het laatst ontmoeten en we hebben diepgaande gesprekken. Ook de flat van de zoon hebben we kunnen bewonderen en zo krijgen we een beeld van het dure leven in Finland.

Dinsdag 21 juni gaan we met de boot naar Suomenlinna, een vestings eiland pal voor de stad.

Er is nog een traditionele werf met een droogdok.

Het hout wordt gedeeltelijk ontschorst zodat er tijdens het drogen geen grote scheuren ontstaan. De kiel wordt binnenkort gelegd voor een traditionele zeiler, een soort kotter en natuurlijk helemaal van 2cm dik eiken.

In de jachthaven van Helsinki ontmoetten we Hein en Marlien uit Adorp, die al 8 jaar met hun motorboot (ook een ontwerp van Willem Nieland - zoiets schept meteen een band!) onderweg zijn en vandaag met ons mee op stap zijn. Hein voorziet ons van recente Cmap kaarten op de laptop. Zo hebben we de hele wereld als reserve aan boord! We kletsen samen heel wat af en verbazend hoeveel overeenkomsten er zijn. We moeten deze gesprekken in de toekomst in Nederland tzt maar eens voort zetten.

Vrijdag 23 juni verlaten we Helsinki en gaan we onderweg naar Tallin. Het is ongeveer 10 uren varen. Helaas pal tegen de wind, zodat we dit traject op de motor moeten doen. We mijden de scheepvaartroutes van de veerboten, die om de klip klap met hoge snelheid langs stuiven

 

We komen vlakbij Tallinn in een fikse onweersbui terecht en worden ondanks de zeilpakken toch behoorlijk nat. Er was geen tijd om de laarzen aan te doen en het water kwam met zulke hoeveelheden uit de lucht dat het tijdens het aanleggen via de hals en de mouwen naar binnen liep. We meren af in de splinternieuwe haven aan de rand van het centrum. De havenmeester spreekt amper Engels, maar gelukkig heeft hij een jonge assistent met naast vloeiend, ook een mooi Oxford accent. 2 Generaties naast elkaar, waarbij de oudere havenmeester maar met moeite afstand kan doen van stempels en onnodige bureaucratie.

Zaterdagmorgen 24 juni halen we Rob en Janneke van het vliegtuig. Het is inmiddels droog en zonnig als we ’s middags het oude centrum inlopen.

Als we op een terrasje op de markt zitten komt er een groep muzikanten. Helaas spelen ze voornamelijk oude Engelse pop songs, we hadden liever wat van Estland gehoord!

We kijken onze ogen uit bij het aanbod van linnen kleding en amber sieraden en uiteraard wordt het één en ander aangeschaft.

 

Zondag 25 juni gaan we verder naar het oosten van Estland. De nieuwe bemanning moet nog een beetje in slingeren dus doen we de eerste twee trajecten korte dagtochten. We zien op de kaart een stadje bij een rivier met een haventje, Loksa genaamd. Begin van de avond komen we er aan en de haven blijkt bij een verlaten scheepswerf te horen. De werf is erg groot en totaal verlaten. Als we het stadje willen verkennen blijkt er nog we een portier in het gebouw te zitten. Nadat onze paspoortgegevens zijn genoteerd mogen we verder.

We zien een totaal verwaarloosd stadje met overal grauwe en erg lelijke flatjes, die waarschijnlijk door ex werknemers van de werf bewoond worden. Dit is vooral het Russische deel en de wandeling maakt ons ietwat triest. We mogen de werf gelukkig weer in en maken een boeren nacht. De volgende ochtend worden we gesommeerd te vertrekken.

De tweede etappe voert ons naar Vergi. Anne ziet een douane meneer en regelt dat we een stempel op onze bemanningslijst krijgen. Dit blijkt in Rusland een waardevol papier!

Omdat de wind erg gunstig is, gaan we  s’avonds na de maaltijd verder, koers St. Petersburg. We nemen contact op met Vladimir, onze man in Petersburg die al de nodige voorbereiding met de autoriteiten heeft getroffen: inmiddels kunnen we met redelijke zekerheid melden dat we dinsdag de 28ste in Rusland aankomen.

 

Tot in de nacht kunnen we zeilen. Rob heeft als molenaar het nodige in de mouw en dat komt goed van pas bij het zeilen hijsen! We hebben een mooie bakstagwind en het is een genot de Necton door het water te zien gaan. Het water maakt zijn geluid langs de scheepshuid en de wind houdt de zeilen strak.   We lopen 7,  soms  8 knopen; kortom genieten! In de loop van de nacht neemt de wind af en gaan we verder op de Volvo Penta. De naam Necton doet haar naam eer aan.........

We melden ons netjes bij de grens en worden op de radar gevolgd. We moeten ons met regelmaat melden, verder gaat de lange reis naar binnen zonder problemen. Even voor Petersburg is een eiland met een versmalling die net zo’n waterkering heeft als Rotterdam. In geval van extreem hoog water kan Petersburg worden beschermd. Wij moeten hier een ½ uurtje wachten tot een konvooi van grote schepen is gepasseerd en toen werd het verlossende woord gesproken : “Sail Yacht Necton, you may proceed”.

Aangekomen bij de douane meldt onze agent Vladimir zich. Vergezeld van een vrouwelijke marrechaussee en een stapel papieren. De mevrouw wordt aan boord direct zeeziek en de inspectie van het schip kost haar veel moeite. Ze kijkt nauwelijks de hutten rond, laat staan de overige kasten en ruimten onder de vloer. Dit hadden we ons heel anders voorgesteld!

 Hierna de papierwinkel, elk bemanningslid moet een immigratieformulier in duplo invullen waarna de kapitein mee moet naar de douane. Dit blijken dames in minirok en op extreem hoge hakken te zijn en Aldert komt terug met ogen vol van verbazing. We zijn eigenlijk erg snel met de formaliteiten klaar en kunnen vertrekken naar de jachthaven, waar we om 21.00u afmeren.

Inmiddels zijn we in een hittegolf beland. Het is ruim boven de 30 graden!

Met de bus kunnen we voor 21 roebel (40 cent) naar het centrum waar we overweldigd worden door de grote en prachtige gebouwen zoals hier, aan de oever van de Neva, het Winterpaleis, de Hermitage.

Aan het Paleisplein staat het gebouw van de Generale Staf met een triomfboog die wordt bekroond door een 10 meter hoge beeldengroep van een wagen met de gevleugelde godin van de overwinning, getrokken door een span van 6 paarden.

We gaan naar de voormalige Hollandse kerk aan de Nevski Prospekt. Hier is het kantoor van de Nederlandse Stichting Vrienden van Sint Petersburg, gevestigd. We hebben uit Nederland 2 dozen boeken meegenomen voor de bibliotheek die hier wordt ingericht.

Op dit moment is er een internationle marine ontmoeting waar ook een Nederlands fregat aan mee doet. De marinemensen krijgen een rondtoer per bus door de stad en wij kunnen mee.

Aansluitend rijdt de bus naar de jachthaven en gaan de boeken zonder problemen van boord.

In het kantoor van Lena Makarova, de Russische secretaresse van de Stichting Vrienden van Sint Petersburg drinken we wodka op de goede afloop van deze missie. Uiteindelijk was het allemaal een stuk makkelijker dan ons door de Nederlandse secretaris Jan (die voor deze gelegenheid is ingevlogen) is voorgeschoteld..

Aansluitend gaan wij, op aanraden van Lena, uit eten in een restaurant tegenover de Verlosserskathedraal (de Russen noemen dit de kerk van het verspilde bloed), gebouwd op de plek waar in 1881 tsaar Aleksander II werd vermoord.

Voor ons nog steeds bijzonder dat het niet donker wordt!

In het restaurant is er tijdens het eten (wij eten natuurlijk boeuff Stroganoff) een show met dans en zang en zoals jullie hiernaast kunnen zien, amuseren we ons uitstekend!

Inmiddels hebben we proefondervindelijk gemerkt dat je beter bier dan wijn kunt bestellen, de wijn smaakt erg waterig....

Zaterdag 2 juli maken we een uitstap naar Petrodvorets, Peterhof, een equivalent van Versailles. De lommerrijke omgeving en de vele fonteinen zorgen enigzins voor verkoeling maar eigenlijk zou je met dit weer beter binnen kunnen blijven...

 

Op de heenweg nemen we de draagvleugelboot die er door zijn snelheid van 60km/uur, slechts 30 minuten over doet.

Deze plek werd door Peter de Grote gesticht. Aanvankelijk bedoeld om oog te houden op de bouw van de vesting Kronstad maar al vrij snel als tuin ingericht. De volgende tsarina’s hebben er paleizen gebouwd en beelden verzameld en fonteinen en vijvers aan laten leggen. Het is (ook voor Russen) een grote trekpleister.

Vanwege de hitte en de grote hoeveelheid mensen gaan we rond drie uur het park uit, de paleizen hebben we niet van binnen gezien. Met zoveel mensen is dat niet te doen!

We willlen met de trein terug maar belanden uiteindelijk in een bus die ons na een rit van een uur in het zuiden van Petersburg brengt. Daar stappen we op de metro en zo komen we uiteindelijk weer op de Nevki Prospekt waar we lijn 7 naar de haven pakken. Inmiddels kennen we een paar woorden Russisch zodat we de conducteur (die niet snapt dat we niet eerder uit de bus stappen maar tot het eind station, ogenschijnlijk in the middle of nowhere, blijven zitten) kunnen uitleggen waarnaar we op weg zijn en met een do svidanija! afscheid nemen.

Zondag 3 juli gaan we vroeg op pad naar de Hollandse kerk. Om 11 uur begint een Nederlandse kerkdienst met de vlootpredikant van de marine. De pianist is er al en blijkt de door Anne meegebrachte muziek zo te kunnen spelen. Er blijven af en toe 2 toetsen steken, maar hij speelt onverstoord verder. Bij het woeste barokstuk dat samen gespeeld wordt valt (gelukkig op een moment vlak voordat de piano 5 maten solo heeft) het onderste deel van de dwarsfluit op de grond en ook dit brengt de pianist niet van zijn stuk. Alsof er eindeloos is geoefend wordt het laatste deel zorgvuldig neergezet.

De Nederlandse vlootpredikant houdt voor de mannen in uniform en enkele gasten een overweging met een hoog zeemansgehalte. We voelen ons een beetje thuis. Na de kerkdienst drinken we, naar  goede Nederlandse traditie, een kop koffie op een terras aan de Nevski Prospekt en gaan vervolgens met Lena de Kazan Kathedraal we van Lena allemaal een kaarsje krijgen om te branden voor Sint Nikolaas, de beschermheilige van de zeevaart. Als de marine mannen terug gaan naar hun schip, neemt Lena ons nog mee voor een rondleiding door de Hermitage. Door haar licentie als gids kunnen we om de rij heen naar binnen, wat niet wegneemt dat de duizenden passagiers van de 5 grote passagiersschepen per dag, die in Petersburg aan wal gaan, ook de unieke kunsschatten gaan bekijken. Enigzins onwel van de dringende massa, de hitte en de stank strompelen we 2 uur later weer naarbuiten. Wél de unieke Leonardo da Vinci Madonna met kind gezien, en de Rembrands en de prachtige zalen met rijke decoraties!

De overgang naar een vrije markteconomie gaat nog niet helemaal soepel; regelgeving wat betreft geluidsoverlast ontbreekt. Rond de haven zijn meerdere horecagelegenheden die met elkaar strijden wie het hardst decibellen kan produceren. Door de harde technobeat van meerdere kanten tot 6 uur sóchtends, hebben we er 5 slapeloze nachten opzitten. Af en toe resoneert zelfs de deur van de boot mee. Janneke komt op het lumineuse idee om alvast zondagavond te vertrekken. Vladimir regelt in aller ijl de vervroegde aftocht met de douane en wonder boven wonder, het gaat allemaal goed. Het havengeld (10.000 roebel=250 euro) dragen we af aan Vladimir en nadat de marine schepen zijn vertrokken (en wij ondertussen aan boord  eten) varen we (achter een russische oude hoovercraft) weg van “Sankt Pieterboerg”

We kunnen uiteindelijk in de vroege ochtend de zeilen hijsen en gaan met een voorspoedige snelheid  (7-8 knopen)richting Estland. We leven van de wind en hebben weinig brandstof nodig. Er komt een ritme in het leven aan boord. Er wordt wachtgelopen, gelezen, spelletjes gedaan (door sommigen). Helaas, is Janneke, geveld door zeeziekte, genoodzaakt wacht te kooi te houden maar gelukkig neemt de wind af als we onder de kust van Estland zijn, in de loop van dinsdag, zodat er weer een bodempje in de maag kan worden gelegd.

Na 44 uren komen we, eind van de middag op 5 juli aan in Haapsalu.

Woensadg 6 juli zitten we weer, net zoals 9 jaar geleden op de Tchaikovski bank. Inmiddels is het mechaniek waardoor je de zesde symphonie hoord (die Tchaikovski in Haapsalu heeft afgemaakt) kapot dus in stilte genieten we van het uizicht.

Van de stad zelf herkennen we niet veel meer. Waarschijnlijk is er de afgelopen jaren het nodige veranderd! De winkeltjes zijn nog wel net zo lastig te ontdekken als toen. Ogenschijnlijk gewoon een huis waar de deur openstaat, zonder duidelijke etalage of uithangborden (wat ook niet echt helpt als je geen woord Ests kunt lezen!)

Donderdag 7 juli worden Rob en Janneke ’s morgens om kwart over zes door een taxi naar het busstation gebracht. Met de bus naar Tallin en vandaar weer op het vliegtuig terug naar Bremen en tot slot met de auto naar Groningen.

We ruimen de boot op, herordenen de voorraden en maken plannen voor het laatste deel van onze reis. Morgen vertrekken we naar Pärnu, een Estse plaats aan de noordkant van de golf van Riga.

Op vrijdag 8 juli zijn we in Pärnu.  We hebben nog 3 weken te gaan en moeten keuzes maken wat betreft de plaatsen die we nog willen bezoeken. In ieder geval Riga de hoofdstad van Letland, besluiten we.

We blijven niet lang in Pärnu en zetten koers naar Riga.Op zondag 10 juli komen we daar aan.

We wandelen door Riga en ontdekken dat er tussen de middag een orgelconcert is in de Dom.Een jonge organiste speelt Bach (in chaos), Reger en Vierne op het orgel dat in de laatste fase van restauratie blijkt te zijn.

Het valt niet mee de Golf van Riga uit te komen. Hebben we eerst de reis naar Engure moeten bijstellen; ook de reis naar het geplande Ventpils behoeft bijstelling. We varen verder naar het noorden op zoek naar de passage naar de Oostzee en geleidelijk komt er meer wind. We zetten zeil! Er gaat toch niets boven het zeilen. De motor uit en we glijden door het water. Wel geven de golven op het aluminium een behoorlijke ruis, zodat je niet echt van een stilte kunt spreken. Het is  aangenaam zo in beweging te zijn; een soort harmonie met de natuur. Aan het eind van de Golf, ronden we de vuurtoren Kolkasrags en gaan we koers SW de straat van Irbenskty in op weg naar de Baltic. De weersvoorspelling beloofde een rustige wind , maar veel eerder dan verwacht trekt de wind enorm aan uit het Westen. De zee bouwt snel op en het is niet meer mogelijk te zeilen omdat er er vrijwel recht tegenin moeten. De motor er bij aan en ook dat is afzien. Er bijna recht tegenin geeft stampende vermoeiende bewegingen. Het vooruitzicht dit nog uren vol te moeten houden geeft inspiratie te zoeken naar een alternatief. Ten noorden van ons ligt het eiland Saaremaa (Estland). Het is goed te bezeilen en na enig overleg passen we het reisschema (weer) aan. Wel moeten we een drukke scheepsvaartroute oversteken, maar gelukkig zijn er geen schepen die ons dwars zitten. De motor weer uit en we zeilen opnieuw naar Estland.

Deze keer geen vogel maar een grote libelle die mee lift.Geduldig blijft ze wachten tot we weer dicht bij land zijn!

 

woensdag 13 juli Möntu (Saaremaa)

We meren af op de zuid-oosthoek van het eiland . Het ziet er verlaten uit, dus zijn  we verbaasd als er toch een havenmeester blijkt te zijn die 16 euro havengeld incasseert.

Het aanpassen van het reisschema heeft een positief effect op de volgende dag, wanneer we vertrekken naar Liepaja. We slaan Ventspils over om reden dat het vanuit zee een aanblik van een echte fabrieksstad heeft. We hebben de wind in de rug! Het is weer een dag met veel genieten van het zeilen zelf. Met een NO bakstag wind varen we bijna pal zuid. Omdat we dicht onder de kust varen, zijn er omdat de wind vanuit land komt,  zijn er vrijwel geen golven. Wel een stevige wind met Bf. 5 die later aan trekt naar 6. Ideale ingrediënten om snelheid te maken. Het wordt een beetje een sport om de teller omhoog te krijgen. We lopen ruim 7 knopen, met soms uitschieters naar boven de 8. Heel even tikken we zelfs de klok van 9 zeemijl/uur aan. Kicken! Voor de windvoorspelling kijken we op internet naar Passageweather.com de voorspeller voor wereldzeilers die Jurjen ons heeft aangereikt. Deze heeft voorspeld, dat de wind eind van de dag naar het zuiden zou draaien en pal voordat we Liepaja aanlopen, draait deze inderdaad naar het zuiden. Gauw de motoren aan en even gassen om op tijd binnen de pieren te komen. Liepaja lijkt een beetje op Brest in Frankrijk. Een haven met grote golfbrekers er voor, die een grote haven beschermen waar ook de marine haar thuisbasis heeft. Voldaan meren we af op een plekje midden in het centrum voor de brug. Het was een fijne dag waarin we met 100 zeemijlen op de log  en 1 ½ breedtegraad naar het zuiden zijn gezakt. (58NB naar 56. 30).

Donderdag 14 juli Liepaja

Inmiddels is het weer wat omgeslagen en verruilen we de korte broek voor een lange. Er komen veel toeristen langs de boot om een foto te maken en herhaaldelijk houdt iemand de reling vast en poseert. Uiteindelijk nodigen we iemand uit om aan boord te poseren, achter het stuurwiel. Maar er moesten ook foto’s van de man aan de touwen en aan de lier. Gelukkig was de sessie na een kwartier klaar en konden wij weer aan dek.

Op zaterdag maken we met de bus een uitstap naar Kuldiga. Daar is een festival.De bus zit (over)vol met Letten die naar het festivalgaan. Dat wordt dus anderhalf uur staan en om de paar minuten komen er meer mensen bij.Het festival is leuk, er zijn dansgroepen, muziek ensembles en heel veel martkt kraampjes.Komisch genoeg zijn er ’s middags als we terug gaan weer dezelfde mensen in de bus met als verschil dat wij nu helemaal achterin kunnen blijven zitten, ook al is dit naast een penetrant ruikende Let die Anne van alles wil laten zien en vertellen. Het communiceert lastig in het Lets......

We besluiten van Liepaja ineens over te steken naar Polen en laten Litouwen voor wat het is. Omdat het meer dan een dagreis is, vertrekken we om 12u. De gunstige wind bolt de zeilen en we zoeven door het water. Omdat we nu het land achter ons laten, hebben we wel zeegang waar het schip zich in thuis voelt. Zoals altijd neemt Ann in de avond een paar uren wacht voor haar rekening zodat Aldert voor de nacht nog even kan slapen. Door de heftige bewegingen komt daar niet zoveel van terecht, maar wie wil nu ook slapen als je zo kunt zeilen? Tijdens de nachtwacht zie ik op de radar een schip die behoorlijk dicht bij komt; of zijn het er 2? Als de navigatieverlichting te onderscheiden is, blijkt het inderdaad een sleepboot te zijn met een grote echo erachter. Deze nacht is het volle maan en ze passeren aan stuurboord op een halve mijl afstand; best wel dichtbij! Het schip erachter is totaal onverlicht. Doodat de maan veel licht geeft, weerkaatst deze een wit schijnsel op wat blijkt een klein wit passagiersschip of een ferry te zijn. Een spookachtig tafereel die achter ons in de maneschijn verdwijnt.

Om 8 uur in de ochtend ruimde de wind ineen klap naar ZW en ook trok deze snel aan. De weersverwachting had dit pas om 3 uur in de middag beloofd. Ook nu hebben we geen zin om nog eens 8 uur hier tegen in te motorren en daarom  het besluit om bakboord uit te gaan naar Wladyslawowo. Bij het opnieuw zetten van de zeilen blijken we ineens tussen 2 grote tankers te zitten. We laten ze mooi voorbij gaan en passen de koers aan. Weer een stukje lekker zeilen!

Maandag 18 juli komen we rond de middag in een bui aan inde badplaats Wladislawowo, waar we weer hotspot voor vakantie fotografen zijn!

Dinsdag 19 juli voeren we op de motor (er stond geen zuchtje wind) naar Utska in de hoop op meer wind. Hier kregen we midden in de nacht ongevraagde gasten aan boord die er door Aldert kordaat werden afgezet. (of ze de volgende dag nog mee mochten zeilen; nee dus).

Woensdag 20 juli  in de vroege ochtend vertrokken en ’s middags zet een flinke bries de goede kant op, om alf vier in Kolobrzeg aangekomen. De wind wordt nu serieus. We krijgen van de havenmeester een weerbericht en leren uiteindelijk dat Pólnowo Noord is, Wschodni Oost, Zachodni West en Poladniowy Zuid. Afgaand op het weerbericht wordt het zaak om zo snel mogelijk westwaarts te gaan. Morgen wordt N-NO 6-7 voorspeld, zo goed als halve wind, vanaf vrijdag W 7, erg fout als je West wilt.

Donderdag 21 juli gaan we met 2 riffen in de beide zeilen en de kotterfok, op weg. Alles meer dan zeevast gezet, op het ergste voorbereid (uiteindelijk was de wind NNW 8). Het schip houdt zich goed en met gemiddeld 7 knopen in deze harde wind, komen we rond 6 uur ’s  middags aan in de haven van Swinoujscie, waarvan de Pilot aangeeft dat je deze haven ook met slecht weer goed aan kunt lopen. Met harde wind varen veilig tussen de pieren en komen in rustig water. De stad blijkt door de oorlog zwaar geteisterd en nog maar weinig weer opgebouwd.

 

Inmiddels zijn we aan het eind van Polen. De volgende stop is Stralsund, waar de brug is naar Rügen. We ankeren ’s avonds bij aankomst bijna onder de brug, zodat we de volgende morgen als de brug weer draait, er meteen onderdoor kunnen varen. De autobrug is met 24 m hoog genoeg; de spoorbrug erachter is een klapbrug. Om 08.20 gaan we erdoor.

We varen langs de zogenaamde bodden. In de leemachtige bodem, zijn vaargeulen uitgegraven. Als je ook maar 1 meter buiten de boeienlijn komt, loop je met een klap vast. We laten het mooie landschap aan ons voorbijgaan in de kronkelende vaargeultjes. Uiteindelijk laten we Rügen achter ons met de wens hier ooit nog eens terug te komen met meer tijd.

We bereiken diep water en zetten koets west. De windvoorspelling was Zuid, maar het zit ergens tussen ZW en Z.  Het betekent aan de wind zeilen. We passen de zeilvoering weer aan naar 2x een rif in de grootzeilen en de kotterfok. In tegensteling met de voorspelling, trekt de wind in buien stevig aan en het waait uiteindelijk windkracht 7! Omdat we ten noorden van het eiland Zingst varen, hebben we vooralsnog geen last van golven. Een klein stukje grote fok erbij en het schip gaat er als een haas vandoor. We lopen tegen de 8 knopen en in windvlagen trekt het schip erg scheef. De snelheid neemt dan ongelofelijk toe en tot groot plezier van Aldert, wordt er 9.2 knopen geklokt! De prijs ervoor is dat er in de kombuis water via de gootsteenbakjes de boot in komt en dat wordt te gek. De fok wordt weggedraaid en zo knokken we ons tegen de wind in. We moeten de Grote Belt oversteken naar Falster in Denemarken en krijgen te maken met een drukke scheepvaartroute. De wind trekt in buien nu aan tot 8 Bft en Anne vindt het niet leuk meer. Zodra we de luwte van het eiland Zingst kwijt zijn, lopen er hoge golven. Het wordt hard werken om er tegen in te komen en we besluiten de reis aan te passen en Gedser in Denemarken aan te lopen. Met ons 1e bootje hebben we hier eens dagen lang verwaaid gelegen en omdat de plaats toen niet veel aan was, was het gedver in Gedser. De zeeën lopen hoger en hoger op en Anne neemt het advies over om wacht te kooi te houden tot het ruige weer over zal zijn.  Er komt een coaster te dicht bij en in de snoeiharde wind wachten we bijgedraaid tot deze voorbij is. Geen prettige bewegingen en dan de SB motor bij om z.s.m. deze drukke straat achter ons te laten. We zijn door de BB shipping lane heen, als van BB een heel groot schip ineens verder BB uit draait en dus op een ramkoers komt. Hij maakt gebruik van het diepe midden van de bebakende geul en er zit niets anders op dan weer bij te liggen. We gaan nu door de hoge zeegang ruig tekeer en het is heel prettig als we weer kunnen zeilen. De shipping lane van SB geeft ook weer veel schepen. De laatste waar we mee te maken krijgen noopt om uit te wijken en om niet nog eens zo rond te dobberen, gaan we SB uit en stuiven met ruim 8 knopen met de nu bakstagwind achter het schip langs. De moeizaam verworven hoogte  moeten we een beetje inleveren, maar gelukkig blijft Gedser bezeild. Het laatste stuk komen er door het ondieper worden ook af en toe forse brekers(hoge golven met grote witte schuimkoppen!).Ons schip heeft een hoog vrijboord en die betaalt zich nu dubbel en dwars terug. We zeilen met 7.4 knopen op ons doel af en krijgen soms wat buiswater op de kop, maar dat douchen we er wel weer af. Het schip laat zien waar het voor gebouwd is en het geeft vertrouwen onder deze extreme omstandigheden te ervaren dat ze tegen een stootje kan. We starten de motoren en met een gierende wind meren we af tussen 2 palen met de kop naar de kant. Met 4 meter ruimte tussen de palen zitten we mooi shocking klem. We trekken de boegspriet in en zo kunnen we gemakkelijk op de kant stappen. Mensen aan de kant keken met verbazing naar de grote wendbaarheid van het schip in de harde wind en de mogelijkheid om de boegspriet in te trekken. Wij laten de huilende wind en de regen voor wat hij is en gaan lekker naar binnen waar de kachel brandt.

Een goed glas whisky maakt ons van binnen weerwarm...........

 

Na Gedser neemt de wind weer wat af (ZW4) en moet de motor weer bij. We varen onder Fehmarn door de brug en ankeren ’s avonds bij Kiel. Los van havengeld scheelt het ankeren een hoop gedoe met touwen en fenders. Zo kunnen we de volgende ochtend zó weer verder. En varen al om half 7 de sluis  van Kiel Holtenau in

We blijven een nachtje in de overvolle jachthaven van Brünsbüttel aan het eind van het kanaal en gaan woensdag 27 juli in de loop van de ochtend (vanwege het tij) naar Helgoland.

Hier hebben we goedkope diesel (1.05/L) gebunkerd en belastingvrije drank, een mooi slot van de vakantie!

Vrijdagochtend varen we de laatste etappe. We hebben geankerd onder Juist, een Duits waddeneiland.

Inmiddels waait de wind uit het noorden en hebben we een dikke stroom mee als we de Eems op varen.

Eind van de ochtend komen we aan in Delfzijl.

Gineke en Juffie gaan mee van Delfzijl naar Groningen

Juffie vindt het wel spannend en doet helaas geen plas op het veldje bij de sluis. Dat betekent dat ze het tot de avond op moet houden.

Als we bij Groningen komen moeten we de brug van de ringsnelweg door en die draait pas weer vanaf 6 uur.

Maar dan zijn we ook 5 minuten later weer in onze eigen vertrouwde jachthaven.

Zo voeren we deze afgelopen 2 maanden van Groningen via Delfzijl-Brünsbüttel-Kiel-Skillinge-Oskarshamn-Norrköping-Suursadama-Helsinki-Tallinn-Loksa en Vergi naar Sint Petersburg en via Haapsalu-Pärnu-Riga-Engure-Möntu-Liepaja-Wadislawowo-Uska-Kolobrzeg-Swinoujscie-Rüden-Stralsund-Gedser-Kiel-Brünsbüttel-Helgoland-Juist-Delfzijl weer naar de plaats die we thuis noemen:

 

Groningen

We kijken terug op een enerverende tocht!
   

 

route 
Reisverslag 
photo's